Noordzeegermaanse talen: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Er hoort geen verbindingsstreepje in
Labels: Nieuwe doorverwijzing Ongedaan gemaakt Visuele tekstverwerker: omgeschakeld
Regel 1: Regel 1:
#Doorverwijzing [[Noordzeegermaanse talen]]
De '''Noordzeegermaanse''' of '''Inveoonse talen''' zijn een groep sterk verwante [[Germaanse talen]] en [[streektaal|streektalen]] die in de buurt van de [[Noordzee]] gesproken werden. Hiertoe behoren het [[Oudfries]], [[Oudengels]] en [[Oudsaksisch]]. Het Oudfries en het Oudengels vertonen binnen de Noordzeegermaanse talen een dermate sterke gelijkenis dat soms van een Anglo-Friese subgroep binnen de Noordzeegermaanse talen wordt gesproken.<ref name="Harvey">J. Harvey - [https://web.archive.org/web/20080212125652/http://www.germanic.ucla.edu/grads/jharvey/prospectus/frisian.htm Background on Frisian]</ref>

De term Ingveoons dateert uit de 19e eeuw, maar hij geldt als verouderd omdat hij ten onrechte een direct verband legt met de etnische groep van de [[Ingvaeones]]. De betreffende talen werden hoofdzakelijk gesproken aan de Noordzeekust en worden daarom tegenwoordig als '''Noordzeegermaans''' of '''Kustgermaans''' aangeduid.

De Noordzeegermaanse talen kenmerken zich door een verzameling klankverschuivingen die zich - net als bij het [[Hoogduits]] - door contacten tussen buurvolkeren in meerdere of mindere mate hebben verspreid. Vooralsnog wordt het kerngebied waarbinnen al deze kenmerken zijn ontstaan en van waaruit al deze invloeden zich hebben verspreid alleen geïdentificeerd met de Noordzee-regio's, niet met een bepaald volk. Volkeren hadden toentertijd nog geen vaste samenstelling en bestonden uit kleinere stamverbanden die zich op grond van materiële overwegingen afwisselend konden aansluiten bij grotere 'volks'eenheden. Onze kennis over de demografische geschiedenis van het Noordzeegebied vertoont in dit opzicht nog veel leemtes, met name wat betreft de precieze rol daarin voor de groepen die zich [[Friezen]] noemden of genoemd werden. Voor het Nederlandse gebied wordt gemakshalve ook wel de naam ''Proto-Fries'' gebruikt, waarmee voor die gemeenschappelijke voorouder gewoonweg de Friezen worden geïmpliceerd.<ref>{{aut|[[Dick Blok|Blok, D.P.]]}} (1979): ''De Franken in Nederland'', ISBN 9022837394</ref>

De betrokken taalfamilie ontleende zijn 19e-eeuwse naam aan de volkeren die in het Latijn als ''[[Ingvaeones]]'' werden aangeduid, een groep stammen die volgens de Romeinse geschiedschrijvers de Germaanse kustgebieden bewoonden. Minder bekend is haar tegenhanger, de [[Istvaeoons]]e groep, genoemd naar de Germaanse bewoners die meer aan de [[Rijn]] woonden, de [[Istvaeones]]. Uit deze laatste 'stam'groepen hebben de Franken zich gevormd en zijn de [[Frankisch]]e talen en dialecten voortgekomen, waaronder het Nederlands. Ook de oorspronkelijke [[Frisii]], die Noordwest-Nederland voor volksverhuizingstijd bewoonden, behoorden misschien tot deze groep. De taalkundig [[Peter Schrijver]] stelt daarentegen op grond van [[Onomastiek|naamkundige]] overwegingen dat de Frisii een dialect met een [[Keltische talen|Keltische]] inslag moeten hebben gesproken.

Voorbeelden van talen en dialecten met veel Noordzeegermaanse substraten zijn, naast de rechtstreekse voortzettingen in het [[Friese talen|Fries]] en het [[Engels]], het [[Nederfrankisch]] (waaronder het [[Nederlands]], in het bijzonder de aan de Noordzeekusten gesproken dialecten in [[Zeeuws|Zeeland]] en [[West-Vlaams|West-Vlaanderen]]), en ook de taal van de Hollandse vissersdorpen, de [[Nedersaksisch]]e streektalen, althans in de Groninger Ommelanden, en het [[Friso-Frankisch]]e dialect dat [[West-Fries (dialectgroep)|West-Fries]] wordt genoemd. Andere verwante Germaanse talen, voor een deel onderling verstaanbaar, zijn het [[Deens]], [[Zweeds]], [[Noors]] en [[Afrikaans]] (ontstaan uit het [[Hollands (dialect)|Hollands]]).

== Ingveoonse (Noordzeegermaanse) klankverschuivingen ==
Op het vlak van [[fonologie]] en [[morfologie (taalkunde)|morfologie]] onderscheiden de nse talen zich van de andere [[West-Germaanse talen]].

Met name [[Friese talen|Fries]] en [[Engels]] hebben een duidelijk Noordzeegermaans karakter. In mindere mate kent ook het [[Nederlands]] Noordzeegermaanse eigenschappen. Sommige dialecten vertonen deze dan weer sterker, zoals het [[West-Vlaams]]; in het Hollands zijn deze zogenaamde ''ingveonismen'' wellicht te herleiden tot een Fries [[substraattaal|substraat]].

Het verschil met de [[tweede Germaanse klankverschuiving]] ligt in het feit dat in dit geval de noordwestelijke talen van klank verschoven en de zuidoostelijke gelijk bleven, terwijl het bij de tweede Duitse klankverschuiving precies andersom was.

===Nasaal[[Syncope (taalkunde)|syncope]] met [[Compensatorische_rekking|compensatierekking]]===
Een Noordzeegermaans klankverschijnsel is dat bij een Germaans woorddeel dat bestaat uit een klinker, een [[medeklinker|neusklank]] en een [[wrijfklank]], die [[Nasale medeklinker|nasaal]] verloren gaat en de voorgaande klinker wordt verlengd (iets soortgelijks heeft zich met name sterk voorgedaan in de geschiedenis van het [[Frans]]): dit staat bekend als de '''nasaalspirantenwet'''. Voorbeelden hiervan zijn de volgende cognaten: Nederlands ''vijf'', Engels ''five'', Fries ''fiif'', Nederduits ''fiev'', in tegenstelling tot Duits ''fünf''. Meestal blijven Noordzeegermaans kenmerken echter beperkt tot het Engels en het Fries: zoals in Engels ''us'' en Fries ''ús'' tegenover Nederlands ''ons'' en Duits ''uns''. Verdere voorbeelden:
*Germaans ''*tanþz'' wordt Engels ''tooth'', [[Noord-Fries]] ''toss'' (tegenover Nederlands ''tand'', Duits ''Zahn'').
*Germaans ''*samfþō'', -''ijaz'' wordt Oudengels ''sōfte'' (later wordt de ''o'' kort: ''soft''), Fries ''sêft'', Nederlands ''zacht'' [ft→cht] (tegenover Duits ''sanft'').
*Germaans ''*anþeraz'' wordt Engels ''other'', Fries ''oar'', Frans-Vlaams ''aajer'' (tegenover Nederlands en Duits ''ander'' [þ→d]) (het Oudengelse ''other'' werd met een lange ''oo''-klank uitgesproken, om in het Middelengels via een ''oe'' naar de huidige klank, die weer kort is, te evolueren)
:(in het Fries is ook de ''th''-klank die oorspronkelijk tussen de ''o'' en de ''a'' stond, verdwenen).
*Germaans ''*gansz'' wordt Engels ''goose'', Fries ''goes'', Nederduits ''Goos'' (tegenover Nederlands ''gans'', Duits ''Gans'').

===Ontronding /ʏ/ → /ɪ/ → /ɛ/===
De Nederlandse /ʏ/ (van bijvoorbeeld ''put'') werd in zuidwestelijke kustdialecten en Noordzeegermaanse talen ontrond, dat wil zeggen meer naar voren in de mond gearticuleerd tot een /ɪ/ (klank als in ''pit''), die soms vervolgens nog verwijd werd (vooral in het Fries) tot een /ɛ/ (klank als in ''pet'').

{| class="wikitable"
!Duits
!Nederlands
!Afrikaans
!West-Vlaams
!Zeeuws
!Engels
!West-Fries
!Fries
|-
| Pfütze'''*''' || put || put || pit || pit || pit || pet || pet
|-
| dünn || dun || dun || dunne, dinne || dinne || thin || dun || tin
|-
| Rücken || rug || rug || rugge, rik || rik || ridge || reg || rêch, rich
|-
| Brücke || brug || brug || brugge, (soms) brigge || (Schouwen) brigge || bridge || breg || brêge, brigge
|-
| Mücke || mug || muggie || mugge, mizje (verouderd) || mogge || midge || mig || mich
|-
| Knüppel || knuppel || knuppel || knippel (verouderd) || knoppel || || kneppel || kneppel
|}

'''*''' Het Duitse ''Pfütze'' betekent tegenwoordig ‘plas’.

===Andere Noordzeegermaanse klankverschuivingen===
De Germaanse lange ''æ'' werd in het Nederlands een ''a'', terwijl hij in de Noordzeegermaanse talen een ''e'' en vervolgens een ''i'' werd. Voorbeeld: Nederlands ''schaap'' tegenover Fries ''skiep'' en Engels ''sheep''.<ref name="schönfeld">A. van Loey, ''[[Moritz Schönfeld|Schönfeld]]s Historische Grammatica van het Nederlands'', achtste druk, Zutphen 1970</ref><!-- § 80, p. 95 -->

==Anglo-Friese klankverschuivingen==
===/ɣ/ → /j/===
Op het fonetische vlak kenmerken de Noordzeegermaanse talen zich verder door een grootschalige [[lenitie]] ofwel verzachting, dat wil zeggen het verschuiven van de /ɣ/-klank (de Nederlandse 'g' als in ''gaan'') naar een /j/-klank. Dit fenomeen komt vrijwel alleen voor in het [[Westerlauwers Fries|Fries]] en het [[Engels]], en vormt een belangrijke reden voor taalkundigen om het Fries samen met het Engels tegenover andere continentaal-West-Germaanse talen te plaatsen. Voorbeelden:

{| class="wikitable"
!Duits
!Nederlands
!Fries
!Engels
|-
| gestern || gisteren || '''''j'''uster'' || '''''y'''ester''day<ref group="voetnoot">In het Engels wordt achter de ''yester''-stam nog de bepaling ''day'' gevoegd, die de letterlijke vertaling ‘gisterendag’ maakt. Als deze bijvoeging achterwege wordt gelaten, wordt de overeenkomst tussen het Friese ''juster'' en het Engelse ''yester''- nog duidelijker.</ref>
|-
| — || ginder || '''''j'''inder'' || '''''y'''onder''
|-
| Garn || garen || '''''j'''ern'' || '''''y'''arn''
|-
| Regen || regen || ''re'''i'''n'' || ''ra'''i'''n''
|-
| geschlagen || geslagen || ''sle'''i'''n'' || ''sla'''i'''n''
|-
| Hagel || hagel || ''he'''i'''l'' || ''ha'''i'''l''
|-
| Nagel || nagel || ''ne'''i'''l'' || ''na'''i'''l''
|-
| Flegel || vlegel || ''fle'''i'''l'' || ''fla'''i'''l''
|-
| Segel || ''ze'''i'''l'' || ''se'''i'''l'' || ''sa'''i'''l''
|-
| Tag || dag || ''de'''i''''' || ''da'''y'''''
|-
| Weg || weg || ''we'''i''''' || ''wa'''y'''''
|-
| gelten || gelden || '''''j'''ilde'' || '''''y'''ield''
|-
| gern || gaarne || '''''j'''erne'' || '''''y'''earn''<ref group="voetnoot">Tegenwoordig in het Engels alleen een werkwoord, maar nog steeds met eenzelfde betekenis ‘smachten, vurig verlangen’.</ref>
|-
| Garten || gaard || gard, gerd, gord || '''''y'''ard''
|-
| gar || gaar || gear || '''''y'''are''
|-
| gelb || geel || sfri. '''''j'''eel''<ref name="tuba" group="voetnoot">[[Saterfries]] = (Westerlauwers) [[Westerlauwers Fries|Fries]] ''giel''/''geel''; ''gêst''.</ref> || '''''y'''ellow''
|-
| Gischt || gist || sfri. '''''j'''ääst''<ref name="tuba" group="voetnoot" /> || '''''y'''east''
|-
| gähnen || (''geeuwen'') || ndfri. '''''j'''åne''<ref group="voetnoot">[[Noord-Fries]] = Saterfries ''(ho)jane''.</ref> || '''''y'''awn''
|-
| Wagen || wagen || ''we'''i'''n'' || ''wa'''i'''n''<ref group="voetnoot">Verouderd; betekent een door een paard getrokken wagen. Vandaar de familienaam [[Loudon Wainwright III|Wainwright]] (letterlijk: wagenmaker). Nieuwengels ''wagon'' is ontleend aan Nederlands.</ref>
|-
| Geld || geld || '''''j'''ild'' || '''''y'''ield''
|-
| geben || geven || '''''j'''aan'' || oe. '''''ġ'''iefan'';me. '''''y'''even'', '''''y'''iven''
|-
| gießen || gieten || '''''j'''itte'' || me. '''''y'''eten''
|-
| mögen || mogen || ''me'''i'''e'' || ''ma'''y'''''
|}
<references group="voetnoot" />

===Palatalisatie en assibilatie van velaire plofklanken===
Een andere karakteristieke klankverschuiving die zich binnen de Noordzeegermaanse talen alleen in de Anglo-Friese subgroep heeft voorgedaan is de [[assibilatie]] van de [[stemloos|stemloze]] [[velair]]e [[plofklank]] /k/ naar de stemloze [[affricaat]] /t͡ʃ/ en [[stemhebbend]]e [[velair]]e plofklank /g/ naar de stemhebbende affricaat /d͡ʒ/, indien ze werden gevolgd door een frontale klinker.<ref name="Harvey" /> Een verschil tussen het Fries en het Angelsaksisch is dat in de laatstgenoemde assibilatie ook voorkwam ná een frontale klinker (vgl. Fries '''''tsj'''erke'' en Engels '''''ch'''ur'''ch''''')<ref>Rolf H. Bremmer Jr., Stephen Laker, Oebele Vries - [http://books.google.com/books?id=86GeNZ378PwC&pg=PA183&lpg=PA183&dq=edze+edge+frisian&source=bl&ots=ORteMQzBYB&sig=K5cZ0DjMVnskufnOceqymF1Pa5U&hl=nl&ei=7QjtSZuDB8G1-Abpq-S4Dw&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=1#PPA183,M1 Advances in Old Frisian Philology], pag. 183</ref>

Het ligt voor de hand dat aan deze assibilatie een [[palatalisatie]] is voorafgegaan. De Duitse germanist Theodor Siebs stelde dat de samenstelling /k/ + /î/ onmogelijk uit te spreken is zonder daarbij een /ç/-achtig overgangsgeluid te produceren (/ç/ spreekt men uit als de 'ch' in het Duitse 'ich'). Als de /k/ in die samenstelling wordt uitgesproken beweegt de tong alvast naar een positie tegen het gehemelte (palatum) die nodig is voor de productie van /î/. De [[stemloze palatale plosief|palatale plofklank]] + /ç/ die hieruit ontstaat is moeilijk te onderscheiden van de [[affricaat]] /t͡ʃ/.<ref name="KramerAss">Pyt Kramer - ''Frisian assibilation as a hypercorrect effect due to a substrate language''</ref>

Hoewel sommigen menen dat de assibilatie van /k/ en /g/ naar respectievelijk /ts/ en /dz/ al voor de migratie van de Angelsaksen naar de Britse eilanden moet hebben plaatsgevonden, menen de meeste taalwetenschappers dat deze ontwikkelingen zich onafhankelijk van elkaar op beide delen van het continent hebben ontwikkeld. Ervan uitgaande dat dit laatste het geval is, is het wel zeer aannemelijk dat deze ontwikkeling voortkomt uit een gemeenschappelijke predispositie voor deze verschuiving. Hierbij kan gedacht worden aan een neiging om de /k/ en /g/ extreem te [[palatalisatie|palataliseren]] naar /kʲ/ en /gʲ/.<ref>Orrin W. Robinson (1992) [http://books.google.com/books?id=47wOAAAAQAAJ&pg=PA197&lpg=PA197&dq=assibilatiON+FRISIAN&source=bl&ots=YI4FDujb8z&sig=8pLqXYMHbFuW5V46Nx33_le9_sI&hl=nl&ei=GpjsSdXRHdvR-QagtLjXBQ&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=2#PPA198,M1 Old English and its closest relatives: a survey of the earliest Germanic languages], pag. 197-198</ref>

====/k/ → /t͡ʃ/====
Voorbeelden van de genoemde stemloze klankverschuiving /k/ → /t͡ʃ/ (of /k/ → /t͡s/) zijn de volgende:

{| class="wikitable"
!Duits
!Nederlands
!Fries
!Engels
|-
| Kirche || kerk || '''''tsj'''erke'' || '''''ch'''ur'''ch'''''
|-
| Käse || kaas || '''''ts'''iis'' || '''''ch'''eese''
|-
| Kaff || kaf || '''''tsj'''êf'' || '''''ch'''aff''
|-
| Kelch || kelk || '''''tsj'''elk'' || '''''ch'''alice''
|-
| — || kaak || '''''tsj'''eak'' || '''''ch'''eek''
|-
| kernen || karnen || '''''tsj'''erne'' || '''''ch'''urn''
|-
| kaudern || koeteren || '''''tsj'''etterje'' || '''''ch'''atter''
|-
| keiben || kijven || '''''ts'''ifje'' || —
|-
| Kehr || kier / keer || '''''ts'''ier'' / '''''tsj'''ier'' || '''''ch'''ore
|-
| Kerl || kerel || '''''tsj'''irl'' || '''''ch'''url''
|-
| Kessel || ketel || '''''tsj'''ettel'' || [[Oudengels|oe.]] '''''ċi'''etel''
|-
| jeglich || elk || ''el'''ts''''' || ''ea'''ch'''''
|-
| reichen || reiken || [[Oudfries|ofri.]] ''rē'''ts'''ia'' * || ''rea'''ch'''''
|-
| gebrochen || gebroken || ''bru'''ts'''en'' || broken '''**'''
|-
| strecken || strekken || strekke || ''stre'''tch'''''
|-
| sticken || stikken || stikje || ''sti'''tch'''''
|}
'''*''' tegenover Nieuwfries ''reke'', ''rikke'', Saterfries ''räkke''<br />
'''**''' tegenover het zelfstandig naamwoord ''brea'''ch''''' ‘breuk’

====/g/ → /d͡ʒ/====
Voorbeelden van de stemhebbende klankverschuiving /g/ → /d͡ʒ/ (of /g/ → /d͡z/) zijn de volgende:

{| class="wikitable"
!Duits
!Nederlands
!Fries
!Engels
|-
| Wiege || wieg || ''wi'''dz'''e'' || —
|-
| eggen || eggen || ''ei'''dzj'''e'' || oe. ''e'''cg'''an''
|-
| sagen || zeggen || ''si'''zz'''e'' || oe. ''se'''cg'''an''
|-
| Gefangen || gevangen || ''fin'''z'''en'' || me. fangen
|-
| Rücken || rug || rêch || ''ri'''dg'''e''
|-
| Brücke || brug || brêge || ''bri'''dg'''e''
|-
| Mücke || mug || mich || ''mi'''dg'''e''
|-
| Ecke || egge || ich || ''e'''dg'''e''
|}

==[[Deflexie (taalkunde)|Deflexie]]==
In de [[morfologie (taalkunde)|morfologie]] vertonen de Norodzee-Germaanse talen [[deflexie (taalkunde)|deflexie]] in de samenvoeging van de [[accusatief|accusatieve]] en [[datief|datieve]] [[naamval]]len tot de objectieve naamval en in de [[persoonsvorm]]en, die in het [[meervoud (taal)|meervoud]] alle samen vielen – de zogenoemde eenheidspluralis. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Duits:

{| class="wikitable"
!Duits
!West-Vlaams
!Nederlands
![[West-Fries (dialectgroep)|West-Fries]]
![[Westerlauwers Fries|Fries]]
![[Engels]]
![[Afrikaans]]
|-
| wir haben || Widder èn || wij hebben || wai hewwe || wy hawwe || we have || ons het
|-
| ihr habt || Gidder èt || jullie hebt/hebben || jolle hewwe || jim hawwe || you have || julle het
|-
| sie haben || Zidder èn || zij hebben || sai hewwe || hja hawwe || they have || hulle het
|}

Hierbij moet worden opgemerkt dat ''[[jullie]]'' een relatief nieuw [[voornaamwoord]] is in het [[Standaardnederlands]], en dat in het Nederlands naast het moderne ''jullie hebben'' ook ''jullie hebt'' voorkomt, al is dat in de [[spreektaal]] niet (meer) gebruikelijk. Deze vorm is in de standaardtaal ooit onder invloed van het Brabants (''gij/gullie'' ''hebt'') ingevoerd. Vergelijk ook de Duitse standaardvormen ''ihr habt'' en ''ihr könnt''.

Het Engels lijkt de vereenvoudiging nog het meest doorgetrokken te hebben; ook de enkelvoudpersonen zijn, met uitzondering van ''he''/''she''/''it'' en het verouderde ''thou'', gelijk aan de meervoudspersonen. Ook dit is een relatief nieuwe ontwikkeling. In het [[Oudengels]] en [[Middelengels]] hadden de enkelvoudsvormen in tegenwoordige en verleden tijd een eigen, herkenbare uitgang:

{| class="wikitable"
! colspan=2|Oudengels
! colspan=2|Middelengels
|-
|iċ || hæbbe || i(ch) || have
|-
|þū ||hæfst, hafast || þou ||hast
|-
|hē || hæfþ, hafaþ || he ||hat
|-
| wē/gē/hīe ||habbaþ || we/ye/heo||haveþ, haven
|-
|}

== Wederkerend voornaamwoord==
In tegenstelling tot andere West-Germaanse talen kennen de nse talen geen aparte vorm voor [[wederkerend voornaamwoord|wederkerende voornaamwoorden]] in de derde persoon. Hierbij dient in ogenschouw genomen te worden dat in het Nederlands pas vanaf de [[14e eeuw]] ''sich'' (modern: ''zich'') het woord ''hem'' (vrouwelijk: ''hare'', meervoud: ''hen'') ging vervangen. Het Afrikaans heeft nog steeds ''hom''. Het woord 'zich' is geleend uit het Duits (''sich''). In het Nederlands betekenen "Hij wast zich" en "Hij wast hem" tegenwoordig iets geheel anders. In het Fries kan "Hy wasket him" beide betekenen (meestal betekent het "Hij wast zich"). Bij onduidelijkheid kan "-sels" toegevoegd worden: "Hy wasket himsels". Dit is ook het geval in het Engels, waar "-self" tegenwoordig standaard wordt toegevoegd: "He washes himself". Het West-Vlaams heeft dit kenmerk ook: "Hj' is hem an 't wasn" of "Hje wast hem", "zie wast heur", evenals het West-Fries: "Hai waskt himself." Ook in andere Nederlandse dialecten, zoals het [[Zeeuws]] wordt ''hem'' als wederkerend voornaamwoord gebruikt.

Zie ook: ''[[Zich]]''.

{| class="wikitable"
! persoon
! Engels
! Fries
! West-Fries
! West-Vlaams
! Afrikaans
! Nederlands
! Duits
|-
! 3e mannelijk
| him(self)
| him(sels)
| himself
| em
| homself
| rowspan="4"|zich
| rowspan="4"|sich
|-
! 3e vrouwelijk
| her(self)
| har(sels)
| heurself
| eur
| haar(self)
|-
! 3e meervoud
| them(selves)
| har(sels)
| hunself
| ulder
| hulle
|-
! onbepaald
| one(self)
| jin(sels)
| ut
| et
| -
|}

{{Appendix|Literatuur|
* [[Cornelis van Bree|Cor van Bree]], ''Een oud onderwerp opnieuw bekeken: het Ingweoons''. Afscheidscollege 25 september 1997, Universiteit Leiden
* Rolf H. Bremmer jr., ''An introduction to Old Frisian. History, grammar, reader, glossary'', Amsterdam / Philadelphia: John Benjamins, 2009.
'''Referenties'''
{{References|2=2}}}}

{{Navigatie Germaanse talen}}
{{Navigatie streektalen Vlaanderen en Nederland}}

[[Categorie:Germaanse taal]]
[[Categorie:Fonologie van Germaanse talen]]
[[Categorie:Historische taalkunde]]

Versie van 12 apr 2024 14:53

Doorverwijzing naar: