Enkelvoud: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6: Regel 6:


==Getal==
==Getal==
Niet alle talen kennen de categorie ''getal'', en waar dat niet voorkomt, heeft het ook geen zin van "enkelvoud" te spreken: het enkelvoud bestaat alleen als er ook een [[meervoud (taal)|meervoud]] is. De meeste talen die wél getal kennen, hebben alleen enkel- en meervoud, waarbij het enkelvoud de ongemarkeerde vorm is, dat wil zeggen: de gewone vorm, de standaard, of die vorm welke (verreweg) het meeste voorkomt. <ref>Voorbeelden van onderzoek dat dit uitwijst, worden genoemd in Greenberg 1966</ref>. Daarnaast komt in [[Semitische talen]] en het [[Eskimo]] en elders nog de [[dualis]] voor, die gebruikt wordt om een tweetal aan te duiden. In afnemende mate worden nog wel gevonden: trialis (3), quadralis (4) en pentalis (5); maar deze categorieën zijn omstreden.
Niet alle talen kennen de categorie ''getal'', en waar dat niet voorkomt, heeft het ook geen zin van "enkelvoud" te spreken: het enkelvoud bestaat alleen als er ook een [[meervoud (taal)|meervoud]] is. De meeste talen die wél getal kennen, hebben alleen enkel- en meervoud, waarbij het enkelvoud de ongemarkeerde vorm is, dat wil zeggen: de gewone vorm, de standaard, of die vorm welke (verreweg) het meeste voorkomt. <ref>Voorbeelden van onderzoek dat dit uitwijst, worden genoemd in Greenberg 1966</ref>. Daarnaast komt in [[Semitische talen]] en het [[Eskimo]] en elders nog de [[dualis]] voor, die gebruikt wordt om een tweetal aan te duiden. In afnemende mate worden nog wel gevonden: trialis (3), quadralis (4) en pentalis (5); maar deze categorieën zijn omstreden. <ref>Frawley 2003-3:201-02</ref>


Dat in het [[Nederlands]] het enkelvoud de standaardvorm is, valt waar te nemen aan een aantal kenmerken:
Dat in het [[Nederlands]] het enkelvoud de standaardvorm is, valt waar te nemen aan een aantal kenmerken:
* De ''vorm'' van het zelfstandig naamwoord is ongemarkeerd: hij heeft geen uitgang, terwijl het meervoud juist wordt gemarkeerd met een uitgang, meestal ''-en'' of ''-s'':
* De ''vorm'' van het zelfstandig naamwoord is ongemarkeerd: hij heeft geen uitgang, terwijl het meervoud juist wordt gemarkeerd met een uitgang, meestal ''-en'' of ''-s'':
::''Hij hield alleen koei<u>en</u> en varken<u>s</u>, geen kalv<u>eren</u>.''
::''Hij hield alleen koei<u>en</u> en varken<u>s</u>, geen kalv<u>eren</u>.''
* Eén enkelvoud kan soms meer dan een meervoud hebben (''artikels'' of ''artikelen'').
* Het enkelvoud komt veel vaker voor dan het meervoud.
* Het enkelvoud komt veel vaker voor dan het meervoud.
* Eigennamen hebben meestal de enkelvoudsvorm (''Jan''), al zijn er uitzonderingen (''de Pyreneeën'').


==Woordsoorten==
==Woordsoorten==
Behalve het zelfstandig naamwoord kent in vele talen ook het bijvoeglijk naamwoord ''getal'', en kan het zowel in het enkelvoud als in het meervoud voorkomen. Dit is in het Nederlands niet het geval, tenzij het bijvoeglijk naamwoord zelfstandig wordt gebruikt: ''de verworpene'' betreft één persoon, ''de verworpenen'' daarentegen is meervoud. Maar in deze gevallen is het bijvoeglijk naamwoord een soort zelfstandig naamwoord geworden, en gedraagt zich ook zo.

Een zelfstandig naamwoord kan worden vervangen door een ''voornaamwoord''. Dit geldt met name voor [[persoonlijk voornaamwoord|persoonlijke voornaamwoorden]], die in plaats van een zelfstandig naamwoord als [[onderwerp (zinsdeel)|onderwerp]] van de zin kunnen dienstdoen.


==Overeenkomst==
==Overeenkomst==

Versie van 27 feb 2008 23:59

Het begrip enkelvoud betekent in de taalkunde dat in een taaluiting hetzij een bepaalde zaak in één exemplaar voorkomt, hetzij het aantal niet van belang is. Enkelvoud maakt daarmee onderdeel uit van de taalkundige (sub)categorie getal.

Aangezien zaken (dingen) in vele talen worden uitgedrukt met gebruikmaking van zelfstandige naamwoorden, is het enkelvoud in de eerste plaats een verschijnsel dat in de vorm en/of de betekenis van het zelfstandig naamwoord tot uitdrukking komt. Daarnaast kan het echter ook worden aangetroffen in woorden die zich naar dat zelfstandig naamwoord richten (bijvoeglijk naamwoord) of woorden die het zelfstandig naamwoord vervangen (voornaamwoord).

Vele talen kennen daarenboven het verschijnsel overeenkomst in getal. Zinsdelen waarmee het enkelvoudige (zelfstandig naam)woord in verband staat, richten zich naar dat enkelvoud. Deze getalsovereenkomst treffen we vooral aan tussen zelfstandig naamwoord en gezegde (werkwoord).

Getal

Niet alle talen kennen de categorie getal, en waar dat niet voorkomt, heeft het ook geen zin van "enkelvoud" te spreken: het enkelvoud bestaat alleen als er ook een meervoud is. De meeste talen die wél getal kennen, hebben alleen enkel- en meervoud, waarbij het enkelvoud de ongemarkeerde vorm is, dat wil zeggen: de gewone vorm, de standaard, of die vorm welke (verreweg) het meeste voorkomt. [1]. Daarnaast komt in Semitische talen en het Eskimo en elders nog de dualis voor, die gebruikt wordt om een tweetal aan te duiden. In afnemende mate worden nog wel gevonden: trialis (3), quadralis (4) en pentalis (5); maar deze categorieën zijn omstreden. [2]

Dat in het Nederlands het enkelvoud de standaardvorm is, valt waar te nemen aan een aantal kenmerken:

  • De vorm van het zelfstandig naamwoord is ongemarkeerd: hij heeft geen uitgang, terwijl het meervoud juist wordt gemarkeerd met een uitgang, meestal -en of -s:
Hij hield alleen koeien en varkens, geen kalveren.
  • Eén enkelvoud kan soms meer dan een meervoud hebben (artikels of artikelen).
  • Het enkelvoud komt veel vaker voor dan het meervoud.
  • Eigennamen hebben meestal de enkelvoudsvorm (Jan), al zijn er uitzonderingen (de Pyreneeën).

Woordsoorten

Behalve het zelfstandig naamwoord kent in vele talen ook het bijvoeglijk naamwoord getal, en kan het zowel in het enkelvoud als in het meervoud voorkomen. Dit is in het Nederlands niet het geval, tenzij het bijvoeglijk naamwoord zelfstandig wordt gebruikt: de verworpene betreft één persoon, de verworpenen daarentegen is meervoud. Maar in deze gevallen is het bijvoeglijk naamwoord een soort zelfstandig naamwoord geworden, en gedraagt zich ook zo.

Een zelfstandig naamwoord kan worden vervangen door een voornaamwoord. Dit geldt met name voor persoonlijke voornaamwoorden, die in plaats van een zelfstandig naamwoord als onderwerp van de zin kunnen dienstdoen.

Overeenkomst

Voorbeelden van enkelvoud en meervoud bij zelfstandige naamwoorden:

  • ding - dingen
  • computer - computers

Voorbeelden van enkelvoud en meervoud bij werkwoorden:

  • (ik) loop; (U/jij, hij, zij, het) loopt - (wij, jullie, zij) lopen
  • (ik, U/jij, hij, zij, het) liep - (wij, jullie, zij) liepen

Zie ook

  1. Voorbeelden van onderzoek dat dit uitwijst, worden genoemd in Greenberg 1966
  2. Frawley 2003-3:201-02