The Faerie Queene: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Advance (overleg | bijdragen)
→‎Opzet: aanvulling
Advance (overleg | bijdragen)
aanvulling
Regel 37: Regel 37:


In verschillende delen wordt verwezen naar de koningin, onder verschillende namen: Belphoebe, Mercilla, Astraea en als bekendste Gloriana. Alle deugden worden verenigd in Prins Arthur, die een visioen heeft van de Faerie Queene, vastbesloten is haar te vinden en, gewoonlijk als reddende figuur, betrokken raakt in de avonturen van de andere ridders. De voor Arthur bestemde uiteindelijk rol in het verhaal is echter onbekend gebleven, omdat het werk zijn voltooiing nooit bereikte.
In verschillende delen wordt verwezen naar de koningin, onder verschillende namen: Belphoebe, Mercilla, Astraea en als bekendste Gloriana. Alle deugden worden verenigd in Prins Arthur, die een visioen heeft van de Faerie Queene, vastbesloten is haar te vinden en, gewoonlijk als reddende figuur, betrokken raakt in de avonturen van de andere ridders. De voor Arthur bestemde uiteindelijk rol in het verhaal is echter onbekend gebleven, omdat het werk zijn voltooiing nooit bereikte.
[[Afbeelding:George Stubbs 015.jpg|thumb|250px|Portret van Isabella Saltonstall als Una, door de Britse schilder George Stubbs, ca. 1770]]
===Boek I===
De held van het eerste deel is de ridder die de Redcrosse Knight wordt genoemd. Hij staat symbool voor heiligheid en werpt zich op als beschermheer van Una, de personificatie van de ware kerk, zijnde de [[Anglicaanse Kerk]]. Zij bestrijden onder meer Archimago, een boze tovenaar en de grootste tegenstander van de ridder (hij representeert de schijnheiligheid) en Duessa, die staat voor leugenachtigheid en voor de kerk van Rome. De Redcrosse Knight blijkt in werkelijkheid [[Joris (heilige)|Sint-Joris]] zelf te zijn, de beschermheilige van Engeland. Zijn naam verwijst naar diens embleem, het rode kruis, dat nog altijd de Engelse vlag siert.

{{Wikisource-en-klein|The Faerie Queene/Book I}}
{{Wikisource-en-klein|The Faerie Queene/Book I}}
==Externe links==
==Externe links==

Versie van 2 okt 2008 12:15

"Una en de leeuw" van de Britse schilder Briton Rivière. Una is een personage in Boek I

The Faerie Queene is het belangrijkste werk van de Engelse dichter Edmund Spenser. Het is een episch gedicht geschreven in de vorm van allegorieën. De eerste publicatie, die drie boeken omvatte, vond plaats in 1590. In 1596 verscheen het werk opnieuw, bewerkt en aangevuld tot een totaal van 6 delen.

Spenser droeg het werk op aan koningin Elizabeth I. Het was een succes en de koningin was er na de eerste verschijning in 1590 zo mee ingenomen dat zij de schrijver een klein pensioen van £ 50 per jaar verleende. Het succes had als neveneffect dat ook eerder werk van de schrijver werd uitgegeven.

Opzet

In 1580, kort na het verschijnen van The Shepheardes Calender, begon Spenser aan wat zijn - nooit voltooide - levenswerk zou worden. Toen hij de eerste drie boeken af had, ging hij naar Londen met zijn vriend Sir Walter Raleigh. In een brief aan Raleigh uit 1589, die in de meeste uitgaven is opgenomen bij wijze van inleiding, zette hij zijn ambitieuze plannen uiteen. De opzet was om een twaalf boeken omvattend werk te schrijven ter ere van het Huis Tudor en met name Elizabeth. In elk boek zou een ridder, gebaseerd op de Arthur-legendes, een andere deugd voorstellen. Elke ridder zou een avontuur ondernemen op de 12 opeenvolgende dagen van een feest van de koningin. Het zou echter blijven bij zes boeken. In 1598 werd Spensers kasteel in Cork aangevallen en in brand gestoken door opstandige Ieren en mogelijk is daarbij een deel van het vervolg verloren gegaan. Wat resteerde is een fragment dat bekend staat als The Cantos of Mutabilitie.

Versvorm
In The Faerie Queene introduceerde Spenser een versvorm die naar hem vernoemd zou worden: de Spenseriaanse versvorm (Spenserian stanza). Hierin bestaat elk couplet uit negen regels, de eerste acht daarvan zijn jambische pentameters, de laatste regel is een alexandrijn. Het rijmschema is "ababbcbcc." Een voorbeeld uit Boek 1, eerste zang:

A GENTLE Knight was pricking on the plaine,
  Ycladd in mightie armes and silver shielde,
  Wherein old dints of deepe wounds did remaine,
  The cruel markes of many'a bloudy fielde;
  Yet armes till that time did he never wield:
  His angry steede did chide his foming bitt,
  As much disdayning to the curbe to yield:
  Full jolly knight he seemd, and faire did sitt,
As one for knightly giusts and fierce encounters fitt.

Deze versvorm werd na Spensers dood nauwelijks meer gebruikt, tot hij in de negentiende eeuw navolging vond bij diverse dichters: Lord Byron gebruikte hem in zijn 'Childe Harold's Pilgrimage', John Keats in 'The Eve of St. Agnes', Percy Bysshe Shelley in 'The Revolt of Islam' en Walter Scott in 'The Vision of Don Roderick'.

Inhoud

In de uitgave van 1596 komen de volgende deugden aan de orde:

  • Boek I: Heiligheid (Holiness)
  • Book II: Matigheid (Temperance)
  • Book III: Kuisheid (Chastity)
  • Book IV: Vriendschap (Friendship)
  • Book V: Rechtvaardighed (Justice)
  • Book VI: Hoffelijkheid (Courtesy)

In verschillende delen wordt verwezen naar de koningin, onder verschillende namen: Belphoebe, Mercilla, Astraea en als bekendste Gloriana. Alle deugden worden verenigd in Prins Arthur, die een visioen heeft van de Faerie Queene, vastbesloten is haar te vinden en, gewoonlijk als reddende figuur, betrokken raakt in de avonturen van de andere ridders. De voor Arthur bestemde uiteindelijk rol in het verhaal is echter onbekend gebleven, omdat het werk zijn voltooiing nooit bereikte.

Portret van Isabella Saltonstall als Una, door de Britse schilder George Stubbs, ca. 1770

Boek I

De held van het eerste deel is de ridder die de Redcrosse Knight wordt genoemd. Hij staat symbool voor heiligheid en werpt zich op als beschermheer van Una, de personificatie van de ware kerk, zijnde de Anglicaanse Kerk. Zij bestrijden onder meer Archimago, een boze tovenaar en de grootste tegenstander van de ridder (hij representeert de schijnheiligheid) en Duessa, die staat voor leugenachtigheid en voor de kerk van Rome. De Redcrosse Knight blijkt in werkelijkheid Sint-Joris zelf te zijn, de beschermheilige van Engeland. Zijn naam verwijst naar diens embleem, het rode kruis, dat nog altijd de Engelse vlag siert.

Sjabloon:Wikisource-en-klein

Externe links

[bron?]