Water injection dredger: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
Een '''water injection dredger''' (WID) oftewel '''waterinjectiebaggerschip''' is een [[baggerschip]] dat bodemmateriaal verplaatst door water onder lage [[drukdruk (spanning)|druk]] in de bodem te spuiten.
Een '''water injection dredger''' (WID) oftewel '''waterinjectiebaggerschip''' is een [[baggerschip]] dat bodemmateriaal verplaatst door water onder lage [[druk (spanning)|druk]] in de bodem te spuiten.


Waterinjectiebaggeren is een methode van baggeren die met name geschikt is om recent afgezet sediment te verwijderen (onderhoudsbaggerwerk). De methode is ook toepasbaar om fijn zand over kortere afstanden te verplaatsen.
Waterinjectiebaggeren is een methode van baggeren die met name geschikt is om recent afgezet sediment te verwijderen (onderhoudsbaggerwerk). De methode is ook toepasbaar om fijn zand over kortere afstanden te verplaatsen.

Versie van 21 nov 2011 22:54

Een water injection dredger (WID) oftewel waterinjectiebaggerschip is een baggerschip dat bodemmateriaal verplaatst door water onder lage druk in de bodem te spuiten.

Waterinjectiebaggeren is een methode van baggeren die met name geschikt is om recent afgezet sediment te verwijderen (onderhoudsbaggerwerk). De methode is ook toepasbaar om fijn zand over kortere afstanden te verplaatsen.

Water Injection Dredger (WID)

Het principe van waterinjectiebaggeren berust op het verschijnsel dat een vloeistof, zwaarder dan water, over de bodem als een dichtheidsstroom kan afstromen. Om deze vloeistof te maken wordt water onder lage druk in de bodem geïnjecteerd. Deze lage druk is van belang om te voorkomen dat het bodem materiaal zich door dispersie verspreid. Het bodemmateriaal moet rustig in suspensie gebracht worden. Het water wordt geïnjecteerd door jetnozzles die op de injectiebalk zijn bevestigd. De injectiebalk is door 1 (T-vormig) of 2 (U-vormig) stalen pijpen met het baggerschip verbonden. De injectiebalk kan worden neergelaten of opgetrokken met een kabel.

Bij waterinjectie moet men goed rekening houden met de stromingen (zoals het getij) om te zorgen dat het materiaal niet in een verkeerd gebied terecht komt.

Voorstanders van waterinjectie zijn van mening dat dit een natuurlijke manier van baggeren is terwijl hun tegenstanders het hier niet mee eens zijn. Wel is het zo dat bij baggeren (op welke manier dan ook) veel vissers komen kijken omdat alle vis afkomt op al het loskomende voedsel maar ook dit kan als positief of negatief worden gezien.

Aandachtspunten bij hydrografie

Als je kijkt naar waterinjectie in verband met hydrografie (het in kaart brengen van de bodem, cruciaal bij het baggeren) dan heeft waterinjectie zekere eigenschappen waar je als hydrograaf wel rekening mee moet houden. Als al het bodemmateriaal in suspensie gebracht wordt, krijg je last van spikes (foute afwijkingen in je metingen).

Meten in de hydrografie werkt door een geluidssignaal (bijvoorbeeld met een singlebeam echolood) naar de bodem te sturen, dit weer te ontvangen en vervolgens te kijken hoelang dit er over heeft gedaan. Dit gebeurt een aantal maal per seconde. Als er een laag van deeltjes in suspensie boven de bodem zweeft, kan dit signaal hierop terugkaatsen waardoor je apparatuur een verkeerde diepte kan opslaan. Door tijdens de metingen een filter te gebruiken kan je dieptes die te klein zijn negeren. Hiermee moet je echter uitkijken want wat een te kleine diepte is stel je zelf in en als je dan een ondieper gedeelte van het meetgebied invaart dan zal deze alle data negeren die te ondiep is dus dit kan ook alles zijn.

Verder is het zo dat ondiepere gebieden minder last hebben van de in suspensie gebrachte deeltjes omdat de zwaartekracht deze naar de diepere gedeeltes trekt. Ook is het zo dat het beste te meten is direct na het injecteren van water, want dan zijn de deeltjes verspreid over de hele waterkolom. Als het enige tijd heeft om tot rust te komen dan zal er een dikkere laag van deeltjes tot stand komen die eerder de meetsignalen reflecteren.