Vruchtbaarheidscijfer: verschil tussen versies
"als zij zou voldoen aan de exact voor haar leeftijd geldende vruchtbaarheidscijfers"? Begrijp er niets van. |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 19: | Regel 19: | ||
== Europese Unie == |
== Europese Unie == |
||
In 2002 was het vruchtbaarheidscijfer het laagst (1,45) in landen uit de [[Europese Unie|EU]]. In 2009 was het cijfer 1,59. Deze stijging komt door de inhaalslag die gemaakt wordt nadat het nemen van kinderen steeds langer uitgesteld wordt. Je ziet dan dat het vruchtbaarheidscijfer eerst daalt en dan toeneemt.<ref>{{en}} [ |
In 2002 was het vruchtbaarheidscijfer het laagst (1,45) in landen uit de [[Europese Unie|EU]]. In 2009 was het cijfer 1,59. Deze stijging komt door de inhaalslag die gemaakt wordt nadat het nemen van kinderen steeds langer uitgesteld wordt. Je ziet dan dat het vruchtbaarheidscijfer eerst daalt en dan toeneemt.<ref>{{en}} [http://epp.eurostat.ec.europa.eu/statistics_explained/index.php/Fertility_statistics Fertility statistics], Eurostat.</ref> |
||
{{Appendix}} |
{{Appendix}} |
||
Versie van 2 nov 2012 05:02
Het vruchtbaarheidscijfer van een bepaalde bevolkingsgroep is in de demografie het aantal geboren kinderen per 1000 vrouwen tijdens de vruchtbaarheidsperiode van een vrouw als zij zou voldoen aan de exact voor haar leeftijd geldende vruchtbaarheidscijfers.
Berekening
Het cijfer wordt berekend door het aantal in een jaar geboren kinderen per leeftijdsjaar van de moeder te delen op het totaal aantal vrouwen van die leeftijd en vervolgens de uitkomsten hiervan te sommeren over de vruchtbare levensjaren.[1]
Nederland
De gemeente met het hoogste vruchtbaarheidscijfer is Urk (3,1). De gemeente Schiermonnikoog heeft het laagste cijfer (0,8). Dit is een verschil van meer dan twee kinderen per vrouw.
De grotere steden en veel gemeenten in het zuiden van Limburg hebben over het algemeen een lager vruchtbaarheidscijfer.[1]
Europese Unie
In 2002 was het vruchtbaarheidscijfer het laagst (1,45) in landen uit de EU. In 2009 was het cijfer 1,59. Deze stijging komt door de inhaalslag die gemaakt wordt nadat het nemen van kinderen steeds langer uitgesteld wordt. Je ziet dan dat het vruchtbaarheidscijfer eerst daalt en dan toeneemt.[2]
Bronnen, noten en/of referenties
|