Nassau-Beilstein: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
==De verdeling van de heerlijkheid==
==De verdeling van de heerlijkheid==
In 1782 komt er een eind aan de administratieve eenheid van Beilstein als het verdeeld wordt over
In 1782 komt er een eind aan de administratieve eenheid van Beilstein als het verdeeld wordt over
* vorstendom Dillenburg (ambt Driedorf): parochie Beilstein
* vorstendom Dillenburg (ambt [[Driedorf]]): parochie [[Beilstein (Hessen)|Beilstein]]
* vorstendom Hadamar: (ambt Rennerod): parochies Emmerichenhain, Neukirch en Liebenscheid; (ambt Mengerskirchen): parochies Nenderoth en Niedershausen.
* vorstendom Hadamar: (ambt [[Rennerod]]): parochies Emmerichenhain, [[Stein-Neukirch|Neukirch]] en [[Liebenscheid]]; (ambt [[Mengerskirchen]]): parochies Nenderoth en Niedershausen.
* vorstendom Dietz: (ambt Marienberg): parochie Marienberg
* vorstendom Dietz: (ambt [[Bad Marienberg|Marienberg]]): parochie Marienberg


Door de Rijnbondsacte van 12-7-1806 worden de gebieden die verenigd zijn met Dilenburg en Hadamar onder de soevereiniteit van de groothertog van Berg gesteld en de delen die met het vorstdendom Dietz zijn verenigd onder die van de hertog van Nassau-Usingen en de graaf van Nassau-Weilburg: de [[mediatisering]].
Door de Rijnbondsakte van 12-7-1806 worden de gebieden die verenigd zijn met Dilenburg en Hadamar onder de soevereiniteit van de groothertog van Berg gesteld en de delen die met het vorstdendom Dietz zijn verenigd onder die van de hertog van Nassau-Usingen en de graaf van Nassau-Weilburg: de [[mediatisering]].


Na de nederlagen van Napoleon neemt de prins van Oranje deze bezittingen in 1813 weer in bezit. Op 31-5-1815 sluit de prins een verdrag met Pruisen, waarin hij zijn Duitse bezittingen afstaat. Nog dezelfde dag staat Pruisen de heerlijkheid Beilstein af aan de hertog van Nassau.
Na de nederlagen van Napoleon neemt de prins van Oranje deze bezittingen in 1813 weer in bezit. Op 31-5-1815 sluit de prins een verdrag met Pruisen, waarin hij zijn Duitse bezittingen afstaat. Nog dezelfde dag staat Pruisen de heerlijkheid Beilstein af aan de hertog van Nassau.

Versie van 1 mrt 2014 16:46

Nassau-Beilstein is een tak van het Huis Nassau.

Nassau-Beilstein ontstond in 1341, toen de Nassause tak Nassau-Dillenburg werd opgesplitst in Nassau-Dillenburg en Nassau-Beilstein. In 1561 gaat de tak weer op in Nassau-Dillenburg. Alle landen op de rechter Rijnoever van de ottonische linie zijn dan weer verenigd onder graaf Jan, de broer van Willem van Oranje.

In 1606 wordt Nassau-Dillenburg verdeeld onder de vijf zonen van Jan, waarbij de heerlijkheid Beilstein aan George valt. Als George' oudere broer Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg in 1620 overlijdt, volgt hij deze op in het graafschap Dillenburg. Vanaf dan noemt George zich Nassau-Dillenburg.

De heerlijkheid Beilstein maakte deel uit van de Keur-Rijnse Kreits, dit in tegenstelling tot de andere graafschappen van de Ottonische linie, die tot de Nederrijns-Westfaalse Kreits behoorden. De heerlijkheid Beilstein wordt in personele unie met Nassau-Dillenburg bestuurd en gaat met dit vorstendom op in het verenigde vorstdendom onder Nassau-Dietz in 1743.

De verdeling van de heerlijkheid

In 1782 komt er een eind aan de administratieve eenheid van Beilstein als het verdeeld wordt over

Door de Rijnbondsakte van 12-7-1806 worden de gebieden die verenigd zijn met Dilenburg en Hadamar onder de soevereiniteit van de groothertog van Berg gesteld en de delen die met het vorstdendom Dietz zijn verenigd onder die van de hertog van Nassau-Usingen en de graaf van Nassau-Weilburg: de mediatisering.

Na de nederlagen van Napoleon neemt de prins van Oranje deze bezittingen in 1813 weer in bezit. Op 31-5-1815 sluit de prins een verdrag met Pruisen, waarin hij zijn Duitse bezittingen afstaat. Nog dezelfde dag staat Pruisen de heerlijkheid Beilstein af aan de hertog van Nassau.

Zie ook