Prebende: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
WikiklaasBot (overleg | bijdragen)
k →‎Toelichting: Hernoeming categorie
Regel 4: Regel 4:
Het [[Latijn]]se werkwoord ''praebeo'' (Nederlands: aan- of toereiken) werd oorspronkelijk gebruikt om de inkomsten van een [[kapittel]] van [[seculiere kanunnik|kanunniken]] (koorheren) aan te duiden dat voor het levensonderhoud van deze geestelijken bestemd was.
Het [[Latijn]]se werkwoord ''praebeo'' (Nederlands: aan- of toereiken) werd oorspronkelijk gebruikt om de inkomsten van een [[kapittel]] van [[seculiere kanunnik|kanunniken]] (koorheren) aan te duiden dat voor het levensonderhoud van deze geestelijken bestemd was.


In het [[canoniek recht|kerkrecht]] komt het woord prebende alleen in deze zin voor, in het dagelijks spraakgebruik is het een aanduiding voor kerkelijke inkomsten, die [[Beneficie|beneficiën]] en ook wel [[vicarie|vicarieën]] worden genoemd.
In het [[canoniek recht|kerkrecht]] komt het woord prebende alleen in deze zin voor, in het dagelijks spraakgebruik is het een aanduiding voor kerkelijke inkomsten, die [[Beneficie|beneficiën]] en ook wel [[vicarie]]ën worden genoemd.


De prebende moet worden opgebracht door een [[bisdom]], [[parochie (kerk)|parochie]], [[klooster (gebouw)|klooster]] of door de stichters van de afzonderlijke vicarieën. Ook de inkomsten van de dames van de [[Theresia-Orde]] en een [[commanderij]] van de [[Duitse Orde]] noemde men prebenden.<br>
De prebende moet worden opgebracht door een [[bisdom]], [[parochie (kerk)|parochie]], [[klooster (gebouw)|klooster]] of door de stichters van de afzonderlijke vicarieën. Ook de inkomsten van de dames van de [[Theresia-Orde]] en een [[commanderij]] van de [[Duitse Orde]] noemde men prebenden.<br>
Regel 10: Regel 10:


Deze constructie werd een ''Prebende sine cura (animarum)'', Latijn voor "geld zonder (ziels)zorg" genoemd. Het Nederlandse woord ''[[sinecure]]'' ontleent hieraan zijn bestaan.
Deze constructie werd een ''Prebende sine cura (animarum)'', Latijn voor "geld zonder (ziels)zorg" genoemd. Het Nederlandse woord ''[[sinecure]]'' ontleent hieraan zijn bestaan.
De prebenden werden genoten en de goederen werden bestuurd door de clerus.
De prebenden werden genoten en de goederen werden bestuurd door de clerus.


Sinds de middeleeuwen bleven de goedbedoelde giften aan kerken, kloosters, prebenden en vicarieën doorgaan. Dit vermogen werd onttrokken aan het maatschappelijk verkeer en vormde feitelijk - al dan niet gewild - een steeds grotere economisch macht.
Sinds de middeleeuwen bleven de goedbedoelde giften aan kerken, kloosters, prebenden en vicarieën doorgaan. Dit vermogen werd onttrokken aan het maatschappelijk verkeer en vormde feitelijk - al dan niet gewild - een steeds grotere economisch macht.
Regel 16: Regel 16:


[[Categorie:Geschiedenis van Frankrijk]]
[[Categorie:Geschiedenis van Frankrijk]]
[[Categorie:Geschiedenis van de Katholieke Kerk]]
[[Categorie:Geschiedenis van de katholieke kerken]]
[[Categorie:Seculiere kanunnik]]
[[Categorie:Seculiere kanunnik]]

Versie van 7 okt 2019 10:51

Een prebende (van het Latijn praebenda pars = te schenken deel) is het jaarlijkse inkomen van een geestelijke.

Toelichting

Het Latijnse werkwoord praebeo (Nederlands: aan- of toereiken) werd oorspronkelijk gebruikt om de inkomsten van een kapittel van kanunniken (koorheren) aan te duiden dat voor het levensonderhoud van deze geestelijken bestemd was.

In het kerkrecht komt het woord prebende alleen in deze zin voor, in het dagelijks spraakgebruik is het een aanduiding voor kerkelijke inkomsten, die beneficiën en ook wel vicarieën worden genoemd.

De prebende moet worden opgebracht door een bisdom, parochie, klooster of door de stichters van de afzonderlijke vicarieën. Ook de inkomsten van de dames van de Theresia-Orde en een commanderij van de Duitse Orde noemde men prebenden.
Onder het Ancien Régime, het absolutistische Europa van vóór de Franse Revolutie, verdeelden de kerkvorsten en de koningen de inkomsten van kloosters en bisdommen onder hun vrienden, familie en relaties. Een geestelijke kon inkomsten trekken uit meerdere bisdommen en kloosters en hoefde zijn ambt niet eens uit te voeren.

Deze constructie werd een Prebende sine cura (animarum), Latijn voor "geld zonder (ziels)zorg" genoemd. Het Nederlandse woord sinecure ontleent hieraan zijn bestaan. De prebenden werden genoten en de goederen werden bestuurd door de clerus.

Sinds de middeleeuwen bleven de goedbedoelde giften aan kerken, kloosters, prebenden en vicarieën doorgaan. Dit vermogen werd onttrokken aan het maatschappelijk verkeer en vormde feitelijk - al dan niet gewild - een steeds grotere economisch macht. Daarop volgde een machtspolitieke strijd tussen kerk en staat. Kerkelijke goederen en kloostergoederen en prebenden werden in meerdere landen genationaliseerd, zoals in Rusland, Oostenrijk, Frankrijk en Nederland. Dit bereikte een hoogtepunt bij de nationalisering van kerkelijke goederen en secularisering in de periode na de Franse Revolutie van 1789.