Vitalisme (literatuur): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:


De kenmerken van het vitalisme zijn
De kenmerken van het vitalisme zijn

1. < vita: leven => verheerlijking van het leven
1. < vita: leven => verheerlijking van het leven

2. mortalisme: angst voor de dood
2. mortalisme: angst voor de dood

3. natuur <> cultuur
3. natuur <> cultuur

4. kritiek op de beschaving
4. kritiek op de beschaving

5. leven, en daarmee verbonden intuïtie, zelfbewustzijn, driftmatigheid, activiteit, strijdbaarheid
5. leven, en daarmee verbonden intuïtie, zelfbewustzijn, driftmatigheid, activiteit, strijdbaarheid

6. sterke geldingsdrang, meeslepende dadendrift, groots en elementair leven
6. sterke geldingsdrang, meeslepende dadendrift, groots en elementair leven

7. verheerlijking van de jeugd, het aardse, grootse tijden en figuren
7. verheerlijking van de jeugd, het aardse, grootse tijden en figuren

8. ventisme: het lichaam is belangrijker dan de ziel, de ervaring belangrijker dan de beschouwing; de "vent" belangrijker dan "de vorm", de behoefte om niet de vorm (het boek, gedicht e.d.), maar de persoon van de schrijver naar voren te schuiven
8. ventisme: het lichaam is belangrijker dan de ziel, de ervaring belangrijker dan de beschouwing; de "vent" belangrijker
dan "de vorm", de behoefte om niet de vorm (het boek, gedicht e.d.), maar de persoon van de schrijver naar voren te schuiven

9. interesse in techniek
9. interesse in techniek



Versie van 22 feb 2007 11:30

Vitalisme is een stroming in de literatuur van de 20e eeuw, met auteurs als Felix Timmermans, D.H. Lawrence en Hendrik Marsman. Vitalisme(=levensdrift), De drang om intens, vurig en gevaarlijk te leven.

Deze stroming is vooral een reactie op de sfeer van de Neo-Romantiek. Het vitalisme is een afgeleide van het expressionisme: het humanitaire aspect komt op de achtergrond en hiervoor in de plaats komt een gericht zijn op het eigen innerlijk, vooral de levensdrift. Met ´vitalisme´ wordt allereerst een filosofie of levenshouding aangeduid waarin de verheerlijking van het leven om het leven centraal staat. Voor de vitalist is het hoogste doel van de mens te leven en kan boven het leven geen andere waarde worden gesteld. Het uitleven van de intuïtieve en driftmatige levensdrang is voor de vitalist de enige vorm van wijsheid.

De term vitalisme heeft ook een engere culturele en literaire betekenis. In de kern van de vitalistische levensbeschouwing zit namelijk de botsing tussen natuur en cultuur. De kernwaarden van het vitalisme zijn leven, en daarmee verbonden intuïtie, zelfbewustzijn, driftmatigheid, activiteit, strijdbaarheid. Een tweede facet van het vitalisme is daarmee nauw verbonden: de beschavingskritiek. Bij vele auteurs gaat de kritiek op de beschaving samen met een grote verering voor de natuur. Een van de meest opvallende kenmerken van de moderne literatuur sinds de romantiek is dat zij, vanuit heel diverse hoeken, de moderne beschaving en maatschappij meedogenloos aanvalt. Dit aspect van negativiteit en botsing is de voedingsbodem van het vitalisme geweest.

Het hoofdthema is de stichting van een gemeenschap op basis van een vitalistisch vrijheidsideaal. De machtige hoofdfiguur Jan Houtekiet leeft los van religieuze en morele normen; de bewoners van de gemeenschap (Deps) leggen alle kerkelijke voorschriften naast zich neer en leven bevrijd van angst, schuld en zondebesef. Trouwen en dopen gebeurt niet op Deps en Houtekiet heeft er kinderen lopen van verschillende vrouwen.

De kenmerken van het vitalisme zijn

1. < vita: leven => verheerlijking van het leven

2. mortalisme: angst voor de dood

3. natuur <> cultuur

4. kritiek op de beschaving

5. leven, en daarmee verbonden intuïtie, zelfbewustzijn, driftmatigheid, activiteit, strijdbaarheid

6. sterke geldingsdrang, meeslepende dadendrift, groots en elementair leven

7. verheerlijking van de jeugd, het aardse, grootse tijden en figuren

8. ventisme: het lichaam is belangrijker dan de ziel, de ervaring belangrijker dan de beschouwing; de "vent" belangrijker dan "de vorm", de behoefte om niet de vorm (het boek, gedicht e.d.), maar de persoon van de schrijver naar voren te schuiven

9. interesse in techniek