Miltvuur

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Robbot (overleg | bijdragen) op 31 mrt 2005 om 23:17. (robot Erbij:cs)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Bestand:Anthrax-gram.jpg
Bacillus Anthraciskolonie aangekleurd met Gram
Bestand:Anthrax-huid.jpg
Miltvuurinfectie aan de onderarm
Bestand:Anthrax-mediastinum.jpg
pleura-effusie en verbreed mediastinum bij inhalatie-miltvuur

Miltvuur is een infectieziekte, die wordt veroorzaakt door de bacterie Bacillus anthracis. Miltvuur komt bij de mens in verschillende vormen voor.

  • Bij mensen die met vee of huiden omgaan treedt soms een zwarte pijnloze steenpuist-achtige ontsteking van de huid op, de pustula maligna. Deze geneest in de regel zonder ernstige gevolgen; als niet wordt behandeld kan de mortaliteit echter wel tot 20% bedragen.
  • Bij inademing van miltvuursporen echter kan een longontsteking gevolgd door sepsis optreden die snel dodelijk kan verlopen, vooral indien veel sporen zijn ingeademd.
  • Tenslotte kan miltvuur ook via het maagdarmkanaal worden opgelopen.

Miltvuur was een van de eerste ziekten waarvan (door Koch) werd aangetoond dat ze door een bacterie worden veroorzaakt.

Miltvuur komt gewoonlijk voor bij wilde en gedomesticeerde planteneters, maar kan ook optreden bij mensen indien zij in contact komen met geïnfecteerde dieren, weefsel van geïnfecteerde dieren, of hoge concentraties miltvuursporen. Een andere naam is antrax. Of zoals het in het Engels gespeld wordt: anthrax. Dit betekent "kool" in het Grieks, en deze naam slaat op de zwarte pustula maligna.

Miltvuurbesmetting is in Nederland bij planteneters zoals koeien, schapen en geiten tegenwoordig zeer zeldzaam. In ontwikkelingslanden, of landen zonder diergeneeskundeprogramma's komt het vaker voor. Kamelen en antilopen kunnen de ziekte ook krijgen.

In bepaalde gebieden in de wereld, zoals Zuid-Amerika, Midden-Amerika, Zuid- en Oost-Europa, Azië, Afrika, het Caribische gebied, en het Midden-Oosten) komt miltvuur vaker voor dan in andere gebieden.

Miltvuurbacterien hebben het vermogen tot sporevorming: ze gaan over in een vorm zonder actief metabolisme en kunnen in deze rusttoestand decennia lang overleven en weer actief worden als de omstandigheden zich daarvoor lenen. In Nederland is wel eens een uitbraak opgetreden na graafwerkzaamheden langs de Uiterwaarden van de IJssel waar in het verleden dieren met miltvuur waren begraven.

Door deze neiging tot sporenvorming is miltvuur een ziekte die sterk de aandacht trekt van laboratoria voor biologische oorlogsvoering. Een terroristische groepering die erin slaagt voldoende sporen in een grote stad in de lucht te brengen zou vele slachtoffers kunnen maken. In oktober en november 2001 werden in de VS een aantal brieven met miltvuursporen aan personen en instanties gestuurd, die bij het openmaken vrij kwamen en leidden tot 22 besettingen die 5 slachtoffers eisten. De daders zijn onbekend gebleven.

Uit het onderzoek kwam naar voren dat de sporen van een zeer virulente stam afkomstig waren (de Ames-stam), zeer geconcentreerd waren en zeer fijn verdeeld en daarnaast gecoat met middelen om de klontering tegen te gaan en de dispersie te bevorderen, aanwijzingen dat ze uit een geavanceerd biologisch wapenlaboratorium afkomstig waren. Toen dit eenmaal bekend was geworden veranderde de berichtgeving van de onderzoekende instanties en kwamen er opeens heel andere microfoto's in het nieuws. De conclusie die door sommigen werd getrokken is dat het materiaal uit een amerikaans laboratorium afkomstig was en wellicht door een werknemer uit rancune was meegenomen of voor geld aan een derde verkocht. In het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift Science verscheen op 28 november 2003 een analyse waar dit verhaal op gebaseerd is.

Het JAMA gaf in het nummer van 1 mei 2002 veel details over de bekende gevallen.