Trivialiteitswet van Parkinson

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Mijnnaamgaatunietaan (overleg | bijdragen) op 28 jul 2010 om 13:18.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

De color of the bikeshed (Nederlands: "kleur van het fietsenschuurtje") of Parkinson's Law of Triviality (Nederlands: De Wet van Trivialiteit van Parkinson) is een Engelstalige uitspraak die zegt dat het relatief makkelijk is om toestemming te krijgen voor een groot en complex project (het bouwen van een miljoenen kostend laboratorium) in vergelijking tot het bereiken van consensus over een relatief klein en simpel project, omdat iedereen bij een simpel project zijn mening wil laten horen.

De uitspraak wordt uitgelegd door C. Northcote Parkinson in zijn werk de Wet van Parkinson (1957).

Uitleg

Het bouwen van een laboratorium (Parkinson gebruikte het voorbeeld van een kerncentrale) is zo kostbaar en zo ingewikkeld dat veel mensen dit niet kunnen bevatten dus ze nemen aan dat degenen die er mee bezig zijn het wel kunnen bevatten. Aan de andere kant snapt iedereen het bouwen van een schuurtje. Dus het bouwen hiervan resulteert in eindeloze discussies. Iedereen wil er zijn persoonlijk tintje aan geven en laten weten dat hij er is.

De uitspraak wordt regelmatig aangehaald in grote gezamenlijke projecten zoals wikis en opensourcesoftware projecten, waar het schuurtjesprobleem zichtbaar wordt. Mensen reageren niet op technische zaken, maar als het over zaken gaat als opmaak of naamgevingsconventies dan heeft iedereen een mening.

Hernieuwde belangstelling

Het concept kreeg in 1999 hernieuwde belangstelling na een bericht van Poul-Henning Kamp op de FreeBSD-ontwikkelaarsmailinglijst.[1] Kleur maakte geen onderdeel uit van het originele voorbeeld van Parkinson.

Een voorbeeld

Een typisch voorbeeld van toepassing van de Law of Triviality vond plaats in België in 2009-2010. Bij het overschakelen op nieuwe autonummerplaten die voldoen aan de Europese richtlijnen moest worden gekozen tussen verschillende geadviseerde kleurencombinaties (zwart op wit, zwart op geel, robijnrood op wit). De regering Leterme trok het probleem naar zich toe en in alle ernst werd hierover bij herhaling beraadslaagd. Toen de regering ontslag nam werd ook de vraag gesteld of een beslissing hierover tot de 'lopende zaken' behoorde. Er kon geen consensus bereikt worden, onder meer omdat er zich ook een communautair probleem aandiende. Na zwart op wit bleek de beste kleurencombinatie zwart op gele ondergrond te zijn (met andere woorden, de kleuren van de Vlaamse vlag) en ook het voorstel om er een rood biesje aan toe te voegen (de kleuren van de Belgische vlag) kon sommige excellenties niet bekoren. De regering moest haar onmacht vaststellen om tot een eensgezind besluit te komen. Aangezien er tijdsnood was, heeft de bevoegde minister van mobiliteit, Etienne Schouppe dan maar zelf de knoop doorgehakt. De kleur wordt robijn (een variatie van rood) op witte achtergrond, hetzij nagenoeg de bestaande Belgische kleurencombinatie. De ontslagnemende regering heeft op 16 juli 2010 deze keuze bevestigd. De 'bevoegde' minister verklaarde dat ook deze kleurencombinatie, samen met het grotere lettertype, de leesbaarheid zal verhogen. Hij verwees er ook naar dat België niet voor niets het land van René Magritte en van het surrealisme is. Hij had ook kunnen refereren naar de Wet van Parkinson. <span title="Voor deze uitspraak is een bronvermelding gewenst. Motivering:

">[bron?]