Naar inhoud springen

KP-Soest

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Haaftjlv (overleg | bijdragen) op 16 jul 2011 om 22:07. (Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''KP-Soest''' was een Nederlandse verzetsorganisatie tijdens de Tweede Wereldoorlog. De [[Landel...')
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

De KP-Soest was een Nederlandse verzetsorganisatie tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Knokploegen werden opgericht om distributiekantoren, gewestelijke arbeidsbureaus en bevolkingsregisters te "kraken" (overvallen) om aan distributiebonnen, persoonsbewijzen en dergelijke te komen.

De KP–Soest ontstond in 1943 en was betrokken bij een groot aantal overvallen en acties. Leider was de uit Zwolle afkomstige Willem Lengton, die als vaandrig had meegevochten in de Slag om de Grebbeberg. Na als ambtenaar te hebben gewerkt op het Rijksbureau van Werkverruiming te Zwolle, dook hij medio 1943 onder in Soest. Van de harde kern van de groep maakten verder Gerrit Frederiks, Rein Hogeboom, Eb Huttinga, Dick Uiting en Beer van Veenendaal deel uit.

Huzarenstuk van de KP-Soest was de Tilburgse zegeltjeskraak, waarbij 700 blanco persoonsbewijzen en 105.000 zogenaamde Rauterzegels werden buitgemaakt. Deze actie was voorbereid door Johannes van Zanten uit Kesteren, de leider van de Betuwse KP, waarmee de KP-Soest vaker samenwerkte. Eerder werden door de verzetsgroep in samenwerking met hem overvallen gepleegd, waaronder die op de distributiekantoren van de Betuwse gemeenten Geldermalsen, Ochten en Kesteren.

De Knokploeg Soest viel uiteen in februari 1944. Van invloed was het verraad van koeriersterMiep van Oranje uit Soest, waardoor Gerrit Frederiks werd opgepakt en in Kamp Vught belandde.

Leider Willem Lengton werd in de nacht van de 12e op 13e van die maand in Amersfoort gearresteerd in de nasleep van de mislukte overval door een RVVgroep op het distributiekantoor aldaar. Hij werd op 14 april 1944 gefusilleerd op de Waaldorper vlakte. Een dramatische ontknoping omdat hij deze actie als zijnde overbodig en te gevaarlijk had ontraden en zelfs 5000 bonkaarten uit de LKP - voorraad had aangeboden