Heterdaad
Ontdekking op heterdaad is een juridische term.
Heterdaad in Nederland
In Nederland is het begrip terug terug vinden in artikel 128 van het Wetboek van Strafvordering (Nederland).
Ingevolge lid 1 van dit artikel vindt ontdekking op heterdaad plaats, wanneer het strafbare feit ontdekt wordt, terwijl het wordt begaan (het betrappen van de dader) of terstond nadat het begaan is. Terstond wil in dit geval zeggen dat de toestand nog vers is en er geen al te lange tijd verstreken is tussen het tijdstip waarop het strafbare feit is begaan en het moment waarop het ontdekt wordt. Lid 2 van dit artikel benadrukt dit nog eens door te stellen dat het geval van ontdekking op heterdaad niet langer aanwezig wordt geacht dan kort na het ontdekken van het feit. Het feit "Terstond nadat" kan ook betrekking hebben op de achtervolging van de verdachte. Hierbij is het niet van belang hoe lang die achtervolging duurt, maar ook niet indien men de verdachte tijdens een achtervolging even kwijt raakt en daarna weer in het oog krijgt. In dit geval blijft de ontdekking op heterdaad tijdens een achtervolging bestaan.
Alleen bij ontdekking op heterdaad mag een persoon anders dan een daartoe bevoegd ambtenaar (in eerste aanleg een officier van justitie) een verdachte aanhouden (Art. 53 lid 1 Sv). Deze persoon moet de aangehouden verdachte dan wel onverwijld overdragen aan een bevoegde opsporingsambtenaar (de politie). Ook kan in geval van heterdaad opdracht worden gegeven voor bijvoorbeeld een huiszoeking.
Heterdaad in België
Artikel 41 van het Wetboek van strafvordering (België) omschrijft een op heterdaad ontdekt misdrijf als een misdrijf ontdekt terwijl het gepleegd wordt of terstond nadat het gepleegd is. Daarin zijn ook begrepen de situatie waarin de verdachte door het openbaar geroep wordt vervolgd en de situatie waarin de verdachte in het bezit gevonden wordt van wapens, werktuigen of papieren, die doen vermoeden dat hij dader of medeplichtige is, op voorwaarde dat dit kort na de feiten gebeurt. Het Wetboek van strafvordering geeft de procureur in geval van ontdekking op heterdaad van een crimineel feit de mogelijkheid zonder te wachten op de onderzoeksrechter een aantal maatregelen te nemen, zoals beslag, aanhouding, e.d.