Troponine

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Lintpresentatie van het menselijke troponine core complex, 52 kDa core, in de calcium-verzadigde vorm[1]
 troponine
 troponine
 troponine

Troponine is een onderdeel van de dunne filamenten van dwarsgestreept spierweefsel. Het speelt een rol bij spiercontractie en spierrelaxatie. Troponine bestaat uit drie subunits: troponine I, , troponine T, en troponine C, . bindt aan actine, aan tropomyosine en bindt aan calciumionen.

Troponine is een hartmarker die in de geneeskunde gebruikt wordt om in een bloedmonster vast te stellen of een patiënt een hartinfarct heeft gehad. Troponine kan in bloed binnen twee tot vier uur tot twee weken na een hartinfarct zijn verhoogd. Er worden twee vormen van troponine gebruikt als hartmarker, TnI en TnT. Beide zijn even gevoelig bij het vaststellen van een hartinfarct. Het meten van troponine is de eerste uren na het ontstaan van een hartinfarct nog niet geschikt om een hartinfarct uit te sluiten. Vaak zal bij een patiënt met typische hartklachten dan ook een aantal uren later nog eens troponine worden gemeten.

Troponine kan in een klinisch chemisch laboratorium van een ziekenhuis worden bepaald.

Websites[bewerken | brontekst bewerken]