Tôjin yashiki

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het centrum van Nagasaki. Centraal ligt Deshima, rechtsboven de Chinese enclave Tōjin yashiki (1727)

Tōjin yashiki (Japans: 唐人屋敷) (Residentie van de Chinezen) was een Chinese handelspost in Nagasaki ten tijde van de sakoku, de zelfopgelegde afsluiting van Japan van de buitenwereld.

In 1635 beperkte het Edo-shogunaat de toegang tot Japan voor Chinese koopvaardijschepen tot uitsluitend de haven van Nagasaki. Aanvankelijk was de handel tussen China en Japan beperkt en was het niet-christelijke Chinezen toegestaan in de stad te wonen. Maar nadat China in 1684 een verbod op directe handel tussen China en Japan opschortte nam de handel, en ook de smokkel, met Japan toe. De magistratuur van Nagasaki richtte daarom in 1689 een afgezonderd gebied in, vergelijkbaar met Deshima, waarbinnen de Chinezen zich dienden terug te trekken.[1] Het terrein was ommuurd en er lag een gracht omheen. Er was een ingang die bewaakt werd. Toegang voor Japanners was beperkt tot courtisanes en overheidsfunctionarissen. De Chinezen waren echter, in tegenstelling tot de Hollanders op Deshima, relatief vrij om in en uit te gaan. Tōjin yashiki was met een oppervlakte van ongeveer 29.000 m² twee zo groot als Deshima, en bevatte tempels, marktstalletjes en een badhuis en had een capaciteit van zo'n 2000 personen. Na een verwoestende brand in 1698 werd tussen Tōjin yashiki en Deshima een gebied in de haven drooggelegd voor een apart pakhuisterrein.[2]

Na de door commandant Matthew Perry van Amerika geforceerde ontsluiting van Japan werd de Tōjin yashiki in 1868 ontmanteld. Tegenwoordig staat er op het pakhuisterrein een Chinese wijk.