Van Ravesteijnwerf
De Van Ravesteijnwerf was een scheepswerf in de Nederlandse plaats Leidschendam, aan de westkant van de Vliet. Straatnamen om de voormalige werf herinneren aan het verleden: Helling, Bolder, Scheepswerf, Sluiskant en Plaspoelkade.
De toegang tot de werf was vroeger via een sluis aan de noordkant, bij de huidige Sluiskant. Aan weerszijden kon een schip van de binnenvaart meren, achter de sluis was de werf, en nu is daar een passantenhaven. De ingang werd enkele tientallen jaren geleden naar de zuidkant verplaatst, bij de huidige Scheepswerf. De gemeente Leidschendam-Voorburg wil de bestaande haven doortrekken als onderdeel van de Nieuwe Grachtengordel.
Oorlogsjaren
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben mensen van de Van Ravesteijnwerf menig Engelandvaarder geholpen om hun bootje zeewaardig te maken. Hiervoor gebruikten de gebroeders Jo (monteur) en Pier Meijer (bedrijfsleider) een grote schuur die voor winterstalling was bestemd. Vaak moest de kiel worden verzwaard, een motor worden geplaatst, een mast en een zeil worden gemaakt.
Als het bootje gereed was, verstopte Kees Koole uit Schipluiden het in het ruim van zijn 40-ton vrachtschip, de Nooit Volmaakt. Hij had vergunning om naar Zeeland te varen om aardappelen op te halen. Bij het Haringvliet werd het bootje dan gelost. De Engelandvaarders kwamen zelf naar het Haringvliet en namen het bootje daar in ontvangst.
Ten minste tien bootjes zijn op de Van Ravesteijnwerf voor de Engelandvaart klaar gemaakt. In totaal zijn waarschijnlijk 136 bootjes vanuit Nederland naar Engeland vertrokken waarvan er 31 hun bestemming bereikten. Het laatste bootje dat Engeland bereikte, kwam ook van deze werf.