Vrijpion

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
8 bd
7 nd kd pd
6 pd nl pd
5 pd pl pd pl
4 pl pl pl
3 pl kl
2 bl
1
a b c d e f g h
De witte g-pion is niet meer tegen te houden. Pa7 zou via c8 en e7 net op tijd kunnen komen om de promotie te verhinderen, maar dat wordt met Pd6xc8 verhinderd. Als Pa7 via c6 gaat, kan deze de promotie wel hinderen. Echter in beide gevallen kan wit de pion dekken door Lh5, Lg6 en Lh7 te spelen (niet Lh5 en Lf7 omdat dan Pxf7). Zwart kan de promotie in dat geval toch nog verhinderen (op g6) of ongedaan maken (op g8) maar moet dan wel zijn paard opofferen.

Een vrijpion is een pion uit het schaakspel die op zijn weg naar de achtste rij door geen vijandelijke pion tegengehouden kan worden. Aangekomen op de achterste rij promoveert de pion, meestal tot dame.

Van een verre vrijpion is sprake als de pion op enige afstand staat van de vijandelijke koning en andere verdedigende stukken, die elders op het bord aan taken gebonden zijn. De partij met de verre vrijpion is (bij overigens gelijke omstandigheden) in het voordeel, doordat de verdedigers enkele zetten moeten doen om zich naar de pion te begeven waarbij ze andere taken moeten loslaten.

Het vierkant is een eenvoudige regel om in een elementair pionneneindspel in een oogopslag te bepalen of de vijandelijke koning kan voorkomen dat een vrijpion promoveert dan wel het gepromoveerde stuk direct kan slaan.

Het nut van een vrijpion werd voor het eerst beschreven door de Fransman François Philidor.