Wikipedia:Humor en onzin/Aanvulverhaal/Hoofdstuk1

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Smurfin verrast Robotje[bewerken | brontekst bewerken]

Er leefde eens, diep in het hooi, een heel klein robotje, dat altijd graag eens naar buiten wilde. Op een dag kwam zijn kans en hij verliet het hooi: hij sloop zeer voorzichtig naar de keuken voor een glaasje melk maar wat hij daar zag raad je nooit: boven op de koelkast zat een smurf op een stoeltje een boek te lezen! Niet zomaar een smurf, maar de Beatrix onder hen, want hij had een hele lange naam en ook een hele lange neus, maar ook iets kleins: een heel klein zijden stropdasje. Ons robotje vond dit natuurlijk nogal onnozel en hij kon het niet laten om te schrijven met een paarse viltstift die hij altijd in zijn linkerhand had op de plaats waar zijn vader een vulpen had zitten. Dit was niet zomaar een vulpen, maar de overal bekende - alom geprezen - RoboParkerPen, waarmee zijn vader steeds de belastingbrieven mee invulde en de contracten met Gargamel over de verkoop van het kleine robotje had vervalst . Maar, hoewel niemand dat wist, verkocht hij er ook zijn medesmurfen mee. Om onverklaarbare redenen ging het robotje, dat anders altijd een hekel aan de smurfen had gehad, glimlachend op de smurfin af en bood haar een biertje aan. "Hee smurfin", begon hij je kan je niet voorstellen hoe lekker het bier is wanneer je rondzwerft onder de bruggen van Venetië als je daar weer terechtkomt na mee te hebben gevlogen met een behoorlijk dronken piloot van een jumbojet die net door een smurf was bijgetankt" . Het smurfinnetje antwoorde: Ik wil best wat van dat bier proeven, maar jij zal het met water moeten stellen! Want iedereen weet dat je net zoals Pinkeltje onzin gaat uitkramen als je drinkt. Vorige week nog in de kroeg van dat speelgoed konijn , dat was geen leuke opmerking over dat beest Robotje!. Gargamel zou er wel eens zo door gevleid kunnen raken dat hij je ontvoert en meeneemt naar zijn geheime grot waar iedereen van weet dat het er supergevaarlijk is, want hij speelt daar altijd met zijn grote dikke beer, die niets liever doet dan het openkrabben van smurfenogen. Plotseling kwam er rook uit het rechteroor van het robotje - niets om bang voor te zijn, dat gebeurde altijd als hij dronk, maar de smurf op de koelkast was al naar de telefoon gelopen en belde Grote smurf en gooide de stropdas naar robot. "Wel potjandriedubbeltjes!" zei de Grote Smurf, die met zijn stemgeluid de telefoon zowat aan stukken schreeuwde. "Waar zijn we nou helemaal mee bezig?" Ondertussen nam robot de stropdas op en knoopte hem Grote Smurf om zijn kleine teen. Piepend ging de deur achter hen open en keizer Wilhelm II marcheerde naar binnen . Robot werd boos en gooide de melk naar smurfin die onmiddelijk opzij sprong en in de armen van Grote smurf viel. "Verdammt!" riep Walter van Kalken, die intussen vanuit een spaceshuttle was komen aanvliegen. De robot en Grote Smurf stonden paf, maar keizer Wilhelm wist raad en liep richting de huistap en riep ontspannen "iemand nog een biertje?". "Graag", zei smurfin. "Ik ook", riep een groen marsmannetje vanuit de spaceshuttle, maar Gargamel gaf hem een mep omdat er een ernome mug op zijn gewei de polka danste met de beer uit de grot. Robot had genoeg gezien en wilde terug naar Hong Kong, waar hij ooit een keer met keizer Wilhelm de keizer van Japan ontmoette. Zo! Wat kon die trouwens praten over de dag dat hij een blauwe smurf had gezien. Alsof ze daar in Hong Kong meer alcohol dan rijst naar binnen krijgen. Robotje gaf de voorkeur aan een glaasje olie: bier kon hij zelf wel uit zijn zij tappen. Jammer dat smurfin dat niet wilde bij hem maar daarvoor had hij nog altijd het marsmannetje van Walter, zodat hij ondanks de tot astronomische hoogte gestegen olieprijs toch samen met zijn vrienden naar de maatstaven van tegenwoordig van een glaasje "Heinoilken" kon genieten. Wilhelm II sloeg dit alles gade en besloot écht bier door de wc te spoelen. Heinoilken bier is heel erg lekker maar dan niet om te drinken. Jupiler daarentegen wordt door iedereen massaal gedronken , ondanks dat het toch echt uit dat rare landje België komt en bij benadering lijkt op zware stookolie. Ondertussen sprong de smurf van het boek maar terug op de kast, stel je toch eens voor dat er geen kast was, en danste vrolijk naar de kroeg, die geblokkeerd bleek, want er was weer eens een akkefietje aan de gang ... Hij zag alles dubbel! Was hij nu al dronken, of lag het eerder aan de geslikte pillen die hij van een hardcore fee had gekregen? Hij besloot het te vragen aan de Dhe-ve-lopprs, wezens die op alles wel altijd een antwoord hadden, maar zelden iets zinnigs kunnen uitbrengen. Ondertussen verliet iedereen op Robotje en smurfin na de keuken, waarop Robotje naar smurfin knipoogde. Hij dacht: " Mijn kans om haar te verleiden is aangebroken!" Maar hij had dat nog niet gedacht, of smurfin greep naar haar vlindermes en kerfde twee hartjes in de deurpost: Robotje kreeg het warm, waren die hartjes voor hem bedoeld? Smurfin glimlachte geheimzinnig en zei toen: " Al jaren zie ik je dagelijks uit het hooi naar buiten lopen, in mijn dromen... Al jaren hoop ik dat iemand me weghaalt van de koelkast en me een vriendelijk kusje op mijn blauwe wangetje geeft. Vandaag kwam dan eindelijk Walter langs, en die is, zoals iedereen weet, al jaren verliefd op mij. Dat groene marsmannetje van hem is ook zo ontzettend gespierd en sexy." Het valt echter allemaal in het niet bij jouw ijzeren borst, je houten hart en je fantastische zangstem, die me doet denken aan de operasmurf, als hij onder de douche staat te zingen. Robotjes mechanische ledematen vertoonden toch nog onverwacht opmerkelijke gelijkenissen met wat Peter R. de Vries die ochtend bemerkte in de spiegel, namelijk dat ene Magos op het punt stond van het weghalen van etensresten tussen zijn tanden met een voorhamer. Wat Robotje betreft kon je in zo'n geval maar beter met je armen tot aan je ellebogen in beton zijn gegoten, omdat anders de neiging om zulke dingen met geweld op te lossen vrijwel niet tegen te gaan is. Terwijl Robotje dit alles stond te bedenken pakte smurfin een snoepje uit de snoeppot die Robotje gekregen had van het groene marsmannetje toen hij voor de zoveelste keer misselijk was geworden van de niet al te rustige vliegstijl van Walter. "Ben jij zo'n snoepkont?" vroeg Robotje. "Ik verwittig onmiddellijk de tandarts, die wel raad weet met zo'n geval".

Kermits korsten[bewerken | brontekst bewerken]

Maar nu werd smurfin link. Zij beraamde een stoutmoedig plan om van Robotje af te komen, waarin ze grof geweld niet zou schuwen. Eerst moest ze zien te voorkomen dat Robotje greep naar zijn ingebouwd machinegeweer (een Hotchkiss). Daarom opende ze vliegensvlug de koelkast en haalde daar een pak dubbelvla uit. Zonder aarzelen gooide ze het in Robotje's richting. Robotje wist hem nog te ontwijken maar viel met machinegeweer en al pardoes in de armen van Wilhelm de keizer van Japan die daar plots stond alsof er helemaal geen zuiveloorlog ophanden was, en gaf hem een aai over zijn gevaarlijk uitziende doberman pincher. Deze hond bleek echter helemaal niet zo gevaarlijk als hij van dubbelvla kon smullen, en dus probeerde de keizer zich een houding te geven door zijn lievelingskikker op het puntje van zijn neus te laten balanceren. Robotje pakte groene Kermit en gooide het beestje naar smurfin . Wat er toen gebeurde oversteeg ieders verwachting : Kermit begon warempel te vliegen, ontweek smurfin, en deed alsof hij een libel was uit het Perm, met vleugels van papier-maché. Plotseling flitste een rare gedachte door zijn hoofd : hij beet de hond in zijn linker neusvleugel. Daarvan werd de doberman zo vervuld van groene kikkerstroom dat hij zich direct ook in de lucht verhief en de achtervolging op Kermit inzette. Intussen deed keizer Wilhelm een poging ze met Walters shuttle achterna te vliegen en nam smurfin nog een greep in de snoeppot. Robotje weigerde ook maar een seconde aandacht te besteden aan de vliegende krokodil die achter Walter, de hond en de kikker aanvloog. Wel maakte hij zich zorgen over Peter R., die die morgen nog over Kermit wist te vertellen dat zijn vliegstijl "truttig" was, en Peter R. zijn excuses moest aanbieden, ook omdat hij woordenschat als "kleinburgerlijk" had gebruikt . Toen zag hij de met snoep gevulde mond van smurfin , en hij dacht "is ze niet al dik genoeg?" Maar smurfin lachte slechts en zei: "Ik hou van snoep, en smurfen maar bovenal van vliegende kikkers!" Toen vloog haar tong door de lucht, en Kermit nam Walters shuttle af van keizer Wilhelm en kroop er zelf in. Daardoor bleef hij niet kleven aan haar kameleonachtige tong, en was er sprake van een omgekeerde space-shuttle, want Kermit's vliegstijl was een typisch voorbeeld van aerobatics. Smurfin's kleverige tong knalde tegen de shuttle aan, waardoor de airbag in werking trad. Kermit was blij dat hij niets mankeerde. Zijn zorgverzekeraar had namelijk schriftelijk bevestigd dat kikkers niet in aanmerking kwamen voor het nieuwe zorgstelsel, dat per 1 januari van kracht wordt. De shuttle schoot los en kleinburgerlijk of niet, Kermit trapte onmiddellijk in de hondenpoep, die op het gaspedaal lag. Zijn voet begon direct zweren en korsten te vertonen, alsof een dermatoloog had besloten voor de categorisatie van oorlogsmisdadigers en steden een troll in te huren, zodat de treinen voortaan op tijd zouden rijden. Helaas het ging hier om de NS. Wat trouwens niet automatisch zeggen wil, dat er laattijdig dient gereageerd te worden op vriendelijk gehannes van conducteurs, die er ook om bekend stonden om zo nu en dan een kameel in de container te gooien. Walter van Kalken pakte een badmintonracket en sloeg zijn shuttle aan flarden, waardoor smurfin's kleverige tong bedekt werd met veren en daardoor smurfin bijna liet stikken. Ze werd afgevoerd door de schuldbewuste en immer zorgzame Walter in de traumaheli, waarbij Robotje in zijn wiek geschoten was omdat hij door dit alles te weinig aandacht kreeg. Daar kwam echter verandering in toen hem opeens iets heel prettigs uit zijn vroege jeugd te binnen schoot! De helicopter uit de vierde aflevering van The A-Team! Robotje, zelf uitgerust met een niet onverdienstelijke schaakmodule, dacht onderwijl liever aan een tweestrijd tegen Loek van Wely die hij op zeker zeventien gebruikerspagina's gezien had met daarbij de opvallende opmerking: Verboden te voederen. Hierover mijmerend bemerkte hij niet dat het keukenplafond instortte. Dit kwam doordat Walter bij het starten van het antieke draaiorgel, dat nog van Piet Paulusma was geweest, een veer van de krullevaar liet vallen, Prrr-ta-li-loe klonkt het, waarna het met een luide dzzzinggggg de geest gaf. Over geesten gesproken; er was een luid gejammer en gerommel met kettingen en een akelig, door merg en been snijdend gehuil. En Robotje zou zweren dat Kermits korsten steeds groter werden. Onderwijl begon hij zich af te vragen waarvan dat groene marsmannetje zo'n groen draaiend pottenbakkersschijfje gehaald had. "Hmmm, dat moet ik eens uitzoeken op Mars", dacht Robotje met een sardonische glimlach, terwijl hij de stukgeslagen shuttle terug vliegvaardig trachtte te maken.

Patty en Emile[bewerken | brontekst bewerken]

De traumahelikopter met Smurfin kwam ondertussen aan bij Patty Brard, die die morgen nog juist had overwogen om haar kerstvrouwpakje maar weer eens binnenstebuiten in geschenkpapier te verpakken en aan Frank Deboosere te geven. Omdat het pakje na de laatste sherrykuur-reünie helaas niet helemaal spontaan ontbrandde dacht Patty eraan om een Molotov-cocktail te nuttigen. Zij was inmiddels wel wat gewend. Toch deed de explosieve smaak van de cocktail haar hunkeren naar vurige avonturen. Waar had ze het telefoonnummer van die Belgische weerman nu toch gelaten? Ach, was ze maar niet altijd zo... Kedoek-kedoek, daar kwam de grote, grijze traumahelikopter met Walter en Smurfin aan. Walter zette het toestel snel en behendig op het dak van Patty's buurman, die zichzelf net op dat moment genoodzaakt zag het dak met paarse smeerkaas te besmeren. De deur van de helicopter zwaaide open. Door haar verrekijker zag Brard tot haar schrik Walter met Robert Jensen samen de laatste twee jaargangen van de Privé ritueel verbranden. Hun kleding begon dan ook zwarte plekken te vertonen en een ranzige lucht bereikte Brards neus. Door de geur krulden haar neusharen spontaan, waardoor ze even moest niezen. Robert Jensen had ondertussen diep nagedacht. Hij kwam tot de conclusie dat er niet alleen moed, maar ook een flinke dosis gebrek aan zelfkennis aan te pas was gekomen toen hij bij Walter gesolliciteerd had naar een baan als kamikaze-helikopterpiloot. Toch zag hij ook wel in dat dit een buitenkans was geweest. Hij, die niet kon vliegen, werd desondanks niet geblokkeerd om redenen die werkelijk niemand hardop durfde te zeggen. Patty legde haar verrekijker op haar lievelingshangbuikzwijn, dat aangetrokken werd door de indringende geur van de paarse smeerkaas. Van paarse smeerkaas worden zwijnen namelijk erg filosofisch. Smurfin vroeg zich ondertussen af wanneer ze verlost ging worden van die veren in haar mond. Maar ze waren niet voor niets bij Patty's buurman geland. Emile -Tsjakka!- Ratelband was immers zojuist door Wilhelm II in de gracht gegooid en had zich in het huis van Patty's buurman verschanst. Dat Ratelband vooraf een flinke factuur overhandigde was voor smurfin voldoende reden zijn executie te eisen, aangezien Walter smurfin had ingefluisterd dat Emile eigenlijk een trol was. Smurfin stapte uit de helikopter, en onmiddellijk werd zij aangevallen door een agressieve muis die overigens in de veronderstelling was een stuk blauwschimmelkaas te zijn. De kreet die Smurfin toen slaakte was voor de agressieve muis aanleiding om direct de krant te bellen, waar men gretig inging op zijn klachten over geluidsoverlast en discriminatie door smurfin. Sterker nog, er werd overwogen campagne te voeren tegen Lijst Ratelband.nl, die het zojuist nodig gevonden had een nationale blauwschimmelkaasmuizenverdelgingsactie (ook wel BSKMVA genoemd) te organiseren. Bij de BSKMVA werden namelijk zogenaamde 'Tsjakka-muizenvallen' ingezet die rijk versierd waren met Korinthische ornamenten. Evengoed kwamen er Mayahiërogliefen aan te pas omdat, zoals bekend, blauwschimmelkaasmuizen na zorgvuldig intern beraad zich unaniem op het standpunt gesteld hadden dat alleen dergelijke vallen als serieus kunnen worden bevonden. Intussen galmde Peter Koelewijn's Kom van dat dak af uit Wilhelms keel, terwijl Walter uit volle borst meezong, zich onbewust van het feit dat op datzelfde moment Emile, met zijn BSKMVA-pet op, aanbelde bij de familie Brard. De voordeur ging open. Emile keek Patty aan en zei: "Houd je nog van me schatje?" Nog voor Patty kon antwoorden, kwamen Robotje en smurfin, gewapend met Max-Havelaarchocoladerepen van het dak van de buurman gegleden. Met een plof landden ze op de grond, gevolgd door de muis, die nu echt wel naar Azerbeidzjan op vakantie wou, omdat volgens Vanessa zomers in Bakoe echt warmer zijn dan in Stavanger, waar de muis en smurfin vorig jaar al hadden willen zonnebaden. Dat was echter niet doorgegaan, want de verscherpte plaatselijke douane-richtlijnen betreffende invoer van blauwschimmelkaas deden de muis de das om. Intussen stond iedereen achter Emile met rotte appels en tomaten in de aanslag (behalve Robert Jensen, want die had ondertussen Charm het medium gevraagd contact te leggen met zijn overleden hond Pluto). Emile wachtte geduldig op Patty's reactie, terwijl zijn BSKMVA-pet langzaam naar koemest begon te ruiken. Dat kwam doordat Samir A. alle kunstmest al had opgebruikt in zijn volkstuintje, waar hij samen met de oma van Patty zeldzame tapirs kweekte. Patty begon nu zodanig te schaterlachen dat Loempia, haar hangbuikzwijn zich zwaar geërgerd in de modder begon in te graven, waarbij hij spontaan een pond truffels vond, die een treffende gelijkenis vertoonden met wat Viola Holt recentelijk aantrof in haar keuken toen zij daar geheel onverwachts door jonge zeehondjes belaagd werd: een pond verse truffels. Het koude weer had namelijk de truffels gevriesdroogd. Zoals iedereen weet zijn gevriesdroogde truffels bijzonder broos waardoor ze uiterst geschikt zijn om te frituren. Vergeet alleen niet de mayonaise en de ketchup. Patty was uitgelachen en stopte zonder erbij na te denken een truffel in haar grasmaaier. Robotje besloot deze rare figuur maar alleen te laten en de wijde wereld in te trekken op zoek naar nieuwe avonturen.

De kauwgombal[bewerken | brontekst bewerken]

Zo kwam hij na vijf weken reizen aan in Kauwgombellenblaas-land, waar het altijd vruchten regent, de zogenaamde harakiwi. Robotje was er meteen dol op. Meestal liep hij met open seriële interfaces de omgeving te scannen, op zoek naar virusvrije kippen die hij zonder gevaar kon eten, maar nu had hij zijn ultieme lievelingsgerecht ontdekt: gebraden harakiwi's met gefrituurde truffels. Terwijl hij de frituurpan pakte zag hij uit zijn ooghoek een typische kauwgombal, gehuld in heerlijk zachte melkchocolade, met een krokante vulling van kroepoek uit de lucht vallen. Nog voor de bal zijn hoed af kon zetten had Robotje hem al in zijn mond gestopt, en tsjakka!, hij zette zijn tanden erin. Ai! Hoe moest hij zijn blikken gebit er ooit weer presenteerbaar uit laten zien? De bekaktheid van de bal zorgde voor hete aardappels in Robotjes keel. "Auw," zei de kauwgombal, "wil je me vermeurden, Reubatje?" en hoewel hij er niets van verstond spoog hij de bal richting de ballenbak, want nu hij wist dat de kauwgombal Zweeds Nederlands sprak en daar ook een aantal uitgeweken Zweden zag, sloeg hij ietwat in paniek. Hij rende toen razendsnel over de gigantische gletsjer naar de van Ikea afkomstige bank aan de overkant, die daar stond om alle Zweedse ballen en andere tuinmeubelen er van een prachtig uitzicht te laten genieten. Robotje ging zitten en pakte uit zijn rugtas een verboden vrucht, die hij had meegesmokkeld in zijn haast om te ontsnappen aan de enorme sprekende slang, die vraatzuchtig in de appelboom bij de rododendron zat. Hij nam een hap en gooide hem met een grote boog naar de fontein waar een enorme grote dinosaurus met hele kleine voeten er op trapte. "Ik heb Ötzi nog gekend", zei de dinosaurus, terwijl hij pirouettes draaide op zijn linker kleine teen. "Waarom ga je niet met me mee naar het Cadibarrawirracannameer?" vroeg de kauwgombal, terwijl hij uit het ballenbad klom, in puur bladgoud gehuld. "Ik heb mijn terreinwagen al klaarstaan", vervolgde hij. De dinosaurus aarzelde. Hij werd vaak wagenziek, en vond het een riskante onderneming. Maar Robotje haalde hem over om toch maar in de auto te stappen en ging zelf op het dak zitten. De kauwgombal kroop achter het stuur. Omdat Robotje op de kauwgombal gekauwd had, kon de bal niet goed bij de versnellingspook. Gelukkig was de auto bereid af en toe naar aanwijzingen te luisteren. Het was immers een Landcruiser met een ingebouwd hoogtechnologisch spraakherkenningssysteem. En natuurlijk was Hans er ook nog (want zo heette de pratende slang uit de appelboom), die - hoewel hij slang was - uitstekend de versnellingspook kon bedienen. Hans was eigenlijk de oppersjamaan van Kauwgombellenblaas-land, maar was verdreven nadat hij gediagnostiseerd was met Editcountitis. Ze reden in eerste versnelling de gletsjer af. Eenmaal beneden bleek dat de wagenziekte van Woefdram, de dinosaurus, toch niet meeviel, maar desalniettemin zette hij zijn stekels niet rechtop. Vanop het dak scande Robotje de horizon, en schrok ontzettend van de enorme stofwolk die vanuit de verte in duizelingwekkende vaart op hen leek af te komen, en toen plotseling van richting veranderde en opnieuw achter de horizon verdween. Om daarna weer even plotseling achter hen langs Robotje zijn linkerzijde te razen. Maar nu zag Robotje wat het was: Emile (nog steeds met zijn BSKMVA-pet op). Patty's afwijzing had Emile niet razend maar razendsnel gemaakt. Echter hij was nu een verlegen type geworden. Zijn vreemde manoeuvres stopten snel toen hij in een groot gat viel zonder dat hij daarbij overigens zijn pet verloor. Hans besloot achter Emile aan te springen, waarna nooit meer van de oppersjamaan gezegd werd dat zijn wijsheid ooit nog gehoord werd, trouwens van Emile ook niet.

Rond het gat[bewerken | brontekst bewerken]

Ondertussen was het Cadibarrawirracannameer nog steeds ver weg. Woefdram gaf de terreinwagen het bevel: "Volle kracht vooruit!". De auto gaf echter geen sjoege en het gehele carnaval bleef gewoon staan, totdat al hikkend (de auto had de hik) een paard voorbijkwam (het paard had ook de hik). Woefdram werd bleek om de neus. Want dit was geen gewoon paard en smurfin zat op de rug en schreeuwde "Aanvallen!" Het Trojaans paard -want dat was het- opende zich en 1111 agressieve muizen stormden met micro-uzi's in de aanslag op Woefdram af. Maar de anders zo zachtzinnige Woefdram had een geheim wapen: zijn gewicht, zijn afmetingen en zijn dikke huid; maar bovenal zijn lichaamsgeur, waardoor alle muizen zich, zonder enige uitzondering, onweerstaanbaar tot hem aangetrokken voelden. Ze gooiden hun wapens neer en gooiden het Trojaans paard en smurfin in het grote gat, Emile en Hans achterna. Ook van hen hoorde men nooit meer. Woefdram echter was even gaan zitten (aldus 23 muizen uitschakelend). Een aantal van de muizen besloot toen op zoek te gaan naar Emile's BSKMVA-pet teneinde deze ritueel op te eten. De kauwgombal en Robotje vonden dat ze genoeg tijd hadden verspild. Het Cadibarrawirracannameer wachtte! De auto vloog haast weg en Woefdram kon hem nog net bijbenen. Robotje stak z'n hand uit en greep Woefdram bij zijn lange lurven. Het was net alsof alles nu vliegensvlug gebeurde: Woefdram landde op het dak, de auto raakte in een slip, en Robotje werd als een overrijpe vleestomaat gekatapulteerd richting Erica Terpstra die op dat moment nietsvermoedend langskwam, en werd via haar buik teruggekaatst, richting de inmiddels laveloze kauwgombal. "Oeps," zei Erica, "ik wist niet dat ook hier het klootschieten met levend aas werd beoefend. Bij ons in Emmer-Compascuum daar..." - toen werd ze ruw onderbroken door de dronken kauwgombal. "Zàg kaerel, bin jeij ut?" Woefdram, die geheelonthouder was, gaf de kauwgombal een glaasje tomatensap. En hij vroeg aan Erica wat zij hier kwam doen, zo vlak bij het Cadibarrawirracannameer en de Ikeabank. "Ik kom uit dát gat gekropen," wees zij, wijzend naar een piepklein olifantenhol dat verstopt was onder een wolkenkrabber van pure melkchocolade. "Goh," zei Woefdram, "ga dan zeker een eindje zwemmen in het Cadibarrawirracannameer!" Dat liet Erica zich geen twee keer zeggen, dus zij nam een enorme aanloop om toen in een enorme slippartij te belanden, waarbij allebei haar benen achter haar nek vastraakten alsof ze een Indiase sadhoe was. Robotje schoot haar te hulp en duwde haar -volgens zijn eigen zeggen per ongeluk- richting de uit het laboratorium ontsnapte gekloonde buidelwolf die Woefdram uit zijn gebitsprothese had gepeuterd. Plotseling verscheen een neus met daaraan vast een afzichtelijk monster uit de buidel van de kloon, zijn bek schoot een angel die Woefdram op een haar na miste. Erica liet zich door dit alles uit het veld slaan en verdween onder de rok van Smurfin, die inmiddels ongemerkt uit het gat probeerde te klimmen, maar niet onopgemerkt bleef voor Robotjes spiedende ogen. De kauwgombal had intussen maar weer eens een fles vodka achterover geslagen. Als een balletje ging hij kopje-onder in de ballenbak, bij de Zweedse ballen. Volkomen apelazarus duwde hij smurfin terug het gat in, en sprak daarbij de later nog vaak herhaalde woorden: "Tschü-hüß!". Smurfin wist zich nog net vast te klampen aan Emile, die echter nog verder naar beneden rolde in de smurrie die onderin het gat lag. "Auw," zei Hans, terwijl hij Emile's elleboog in zijn snuit kreeg. Voor Hans werd het een nijpende situatie; zijn staart zat klem in de mond van Walter, die Hans gebruikte als levende snoerloos elektrische tandenstoker met intervalfunctie, zodat het niet zou opvallen dat hij stiekem zich in het grote gat had gevestigd, en zich voornamelijk met triviale zaken als het leiden van een zelfmoordmuizenopleidingsinstituut bezig hield. Emile adviseerde Hans om voorlopig even in het gat te blijven. Smurfin wist intussen met Erica onder haar rok toch weer kopje onder te duiken in de smurrie, waardoor Erica van schrik Hans een flinke uppercut verkocht in zijn onderbuik. De ex-oppersjamaan kon daar niet zo goed tegen en gooide zijn ontbijt (cruesli met joghurt) spontaan weer naar buiten. De muizen waren op dat moment aan het tijgeren over de pet van Emile. De cruesli zorgde voor een glijpartij, recht het gat in. Slechts enkele muizen konden ontsnappen. Toen begon het gat te spreken: "Landgenoten! De vunzigheid die zich hier afspeelt is buitenproportioneel. Om jullie te beschermen, gooi ik nu mezelf dicht!" Vrij snel herkende Erica de stem van de ex-oppersjamaan, en probeerde hem als touw te gebruiken om uit het gat te klauteren - maar helaas! Het gat ging onherroepelijk dicht. Woefdram en Robotje keken elkaar aan. "Nou, dan gaan we nu echt naar het Cadibarrawirracannameer!" zei Patty, die inmiddels per helikopter gearriveerd was. Robotje gaf Patty een duw, zodat ze nog net in het hazelnoottaartje viel dat ze voor de gezelligheid had meegenomen. Ze rolde toen richting het net gesloten gat. Patty veegde de hazelnootmousse af en stapte in de auto.

Het Cadibarrawirracannameer[bewerken | brontekst bewerken]

De kauwgombal, Woefdram en Robotje vertrokken samen met Patty naar het Cadibarrawirracannameer. "Getver, wat stinkt het hier," zei de Grote Wolf, ondertussen een harakiwi etend, tegen Robotje. "Dat is waarschijnlijk mijn klysmakuur," zei Patty, terwijl ze achteloos tegen de Grote Wolf aanleunde. Dit bracht de Grote Wolf in verlegenheid, en hij vertrok met de noorderzon naar het Cadibarrawirracannameer. Woefdram en Robotje volgden zijn spoor tot aan de rand van het meer, waar een van de muizen met de Grote Wolf zat te klaverjassen om centen. De buidelwolfkloon had intussen een oogje laten vallen op de Grote Wolf en probeerde krampachtig diens horoscoop te trekken. De Grote Wolf vond dat de kloon, die beweerde dat ze Zulma heette, zich beter met iets anders bezig kon houden en stuurde haar naar de maan om Zwitserse strooikaas te halen. Zulma weigerde pertinent: ze was principieel tegen het strooien van kaas. Woefdram kon Zulma's gezeur niet meer aanhoren en gaf haar een loeier van een oorveeg met zijn staart. Hierdoor schoten de drukknoopjes van Zulma's buidel los en verdween Zulma zonder buidel richting de maan. De buidel werd onmiddellijk opgepakt door Patty, die juist behoefte had aan een verse klysmakuur. Haar vergietje ging er met grote sprongen vandoor. Woefdram gaf Patty een dikke pakkerd op het voorhoofd. "Geen probleem hoor, dat gelebber," zei de neus, die uit de buidel kwam gekropen net toen Patty haar nieuwe bikini uit vissenleer wou aantrekken. Op dat moment kwam er een hete aardappel aangelopen. "Kijk, " zei hij, "zo kan je vlug afkoelen." Met een plons liet hij zijn aardappelschil achter bij Patty en verdween in het koude water van het meer. Achteraf bleek dat Robotje en Woefdram stilletjes waren gaan tongzoenen achter een struikje. De aardappel en de neus (niezend ook het water ingedoken) verschenen weer aan de oppervlakte met tussen hen in iets dat leek op het Loch Ness-monster, maar dan op kleinere schaal. De Grote Wolf, inmiddels terug, besloot Patty op te eten maar hield het bij nader inzien bij een harakiwi. "Zeg ken jij de mosselman, de mosselman?" zei de Grote Wolf tegen het Loch Ness-monster. Hautain antwoordde de neus met nasale stem: " Loch Ness-monster? Dat is het overbekende Cadibarrawirracannameermonster, jij geplastifieerde apekop!" "Verràk," zei de bal, "je habt gelèk kaerel" en hij besloot de neus te adopteren. Het monster en Woefdram keken toe hoe de aardappel langzaam weer heet werd. De watervlakte rondom de aardappel siste toen de temperatuur tot ongekende hoogte opliep, en daalde daarna razendsnel tot onder het nulpunt. Woefdram ontdekte dat de temperatuurgradiënt tussen de aardappel en het water onwaarschijnlijk was en barstte in huilen uit. Niet weer, niet weer zo'n onverklaarbaar natuurverschijnsel! Patty toverde een scheikundedoos uit haar rechterachterrugzak en liet de boel ontploffen. Het veroorzaakte een grote drang. Een zwemdrang, zwemmen in het Cadibarrawirracannameer meer bepaald. Ware het niet dat het nog bevroren was, en een koude kermis een koude kermis blijft tot de kachel hoog wordt opgestookt.