Ynglinge

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Alrek en Eirík

Het huis Ynglinge is het oudste koninklijke geslacht in Noorwegen en Zweden. Volgens de Heimskringla van Snorri Sturluson lag zijn oorsprong bij de goden, meer bepaald Freyr die ook Ingvi wordt genoemd. De geschiedenis van dit geslacht is te vinden in de eerste saga in de Heimskringla, de Ynglingesaga.

In deze saga is de geschiedenis vastgelegd, vanaf Odin via de koningen van het geslacht Ynglinge tot Halfdan de Zwarte en de koningen afkomstig van Harald Veelhaar tot aan het eind van de regering van Magnus V Erlingsson.

Volgens Snorri had dit geslacht zijn basis in de huidige Noorse provincie Vestfold, nader bepaald de plaats Borre.

Naderhand namen de lokale koningen uit dit geslacht de rijken van andere koningen over, dit deed hun macht toenemen. Een voorbeeld hiervan is het district Romerike. Halvdan Kvitbein nam het bestuur van dit gebied over in zijn regeringstijd (ca. 730-770).

Noorse koningen[bewerken | brontekst bewerken]

Het geslacht Haarfagre[bewerken | brontekst bewerken]

ca. 880-931 Harald I Veelhaar/Mooihaar (Hårfagre)
931-933 Erik I (Eirik Haraldsson) Bloedbijl (Blodøks)
933-961 Haakon I de Goede (Haraldsson) Adalsteinsfostre
961-974 Harald II (Eriksson) Grijshuid (als in schaapshuid) (Gråfell)
995-999 Olaf I (Olav Tryggvason)
1015-1028 Olaf II (Haraldsson) de Heilige
1035-1046 Magnus I (Olafsson) de Goede
1045-1066 Harald III (Sigurdsson) Harderegent (Hardråde)
1066-1069 Magnus II Haraldsson
1066-1093 Olaf III (Haraldsson) Kyrre (de zwijgzame)
1093-1094 Haakon Magnusson Toresfostre
1093-1103 Magnus III (Olafsson) Barrevoets (Berrføtt)
1103-1115 Olaf Magnusson
1103-1123 Øystein I Magnusson
1103-1130 Sigurd I (Magnusson) de Jeruzalemganger (Jorsalfar)
1130-1134 Magnus IV (Sigurdsson) de Blinde
1130-1136 Harald IV Gille
1136-1155 Sigurd Mond (Munn)
1136-1161 Inge I (Haraldsson) Kromrug (Krokrygg)
1142-1157 Øystein II Haraldsson
1157-1162 Haakon II (Sigurdsson) Breedschouder (Herdebrei)
1161-1184 Magnus V Erlingsson

Het geslacht Sverre[bewerken | brontekst bewerken]

1177-1202 Sverre Sigurdsson
1202-1204 Haakon III Sverreson
1204-1217 Inge II Baardsson
1204-1204 Guttorm Sigurdsson
1207-1217 Filippus Simonsson
1217-1263 Haakon IV Haakonsson
1263-1280 Magnus VI (Haakonsson) Wetverbeteraar (Lagabøte)
1280-1299 Erik II Magnusson
1299-1319 Haakon V Magnusson (de oudere)