Zoutbeton

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Zoutbeton (Duits: salzbeton) is een materiaal dat wordt gebruikt om de instroom van water in mijnbouwschachten tegen te gaan. Het is samengesteld uit 16% cement, 39% haliet, 16% kalksteenpoeder, 14% water en 15% zand[1].

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Zoutbeton werd in 1984 voor het eerst gebruikt in de kalimijnen in Rocanville, Canada[2]. In 1995 werd een zoutbetonverzegeling in de mijn Asse II in Nedersaksen geplaatst[3].

Tunnelvulling[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds het sluiten van de opslagplaats voor radioactief afval Morsleben in 1998 is de stabiliteit van de zoutkoepels verslechterd tot een staat waarin ze kunnen instorten. Sinds 2003 is 480.000 m³ aan zoutbeton verwerkt om de bovenste niveaus tijdelijk te stabiliseren; 4.000.000 m³ zoutbeton wordt de komende jaren in de tunnels gepompt om de lagere niveaus tijdelijk te stabiliseren[4].