Leeskaart

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een leeskaart of (Engels) rutter is een term uit de zeevaart waarmee vaarinstructies worden aangeduid. De eerste leeskaarten of routeboeken verschenen in Europa eind vijftiende eeuw.

In de zestiende eeuw hadden Portugal en Spanje een duopolie op de handel met de gebieden in Amerika en Azië. Deze positie kwam mede voort uit het verdrag van Tordesillas. In gedetailleerde instructies, routeboeken, werd alles beschreven wat van belang was voor de scheepvaartroute: kusten, havens, stromen, getijdetabellen, dieptepeilingen, bodemkenmerken, bakens en opvallende herkenningspunten. Ze waren voorzien van kaarten, schetsen en afbeeldingen. Gezien het economisch belang wilden zeemachten deze kennis geheimhouden. Leeskaarten vielen dan ook vaak onder het staatsgeheim. Zeelui kregen strikte instructies waarin de omgang met deze documenten beschreven stond, bijvoorbeeld bij een kaping of schipbreuk. Zo wilde men per se voorkomen dat deze informatie in handen viel van zeerovers of concurrerende staten. Zelden werd dan ook na een zeeslag een leeskaart aangetroffen op een veroverd schip. Concurrerende staten probeerden vaak de informatie van routeboeken te bemachtigen door het inzetten van spionnen.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]