Communicatie bij honden: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Absintalsem (overleg | bijdragen)
Gemaakt door het vertalen van de pagina "Dog communication"
(geen verschil)

Versie van 2 jul 2017 21:13

Honden die vertrouwd zijn met elkaar likken soms elkaars gezicht bij wijze van begroeting, om daarna aan elkaars geurklieren te ruiken.:124

Communicatie is de overdracht van informatie tussen twee honden, en ook de overdracht van informatie tussen een hond en een mens. Het gedrag dat hiermee in verband staat omvat o.a.: de blik, de gezichtsuitdrukking, vocalisatie, lichaamshouding en gustatorische communicatie (lichaamsgeur, feromonen en smaak). Mensen communiceren met honden via vocalisatie, handgebaren, lichaamshouding en aanrakingen.

Communicatie tussen hond en mens

Honden geeuwen, net als mensen, wanneer ze moe zijn, maar ook wanneer ze last hebben van stress.:120–122
Een illustratie van Konrad Lorenz die verschillende gezichtsuitdrukkingen van de hond toont.

Zowel mensen als honden worden gekenmerkt door complexe sociale levens met rijke communicatiesystemen, maar het is ook mogelijk dat honden, op grond van hun afhankelijkheid van mensen voor voedsel, gespecialiseerde vaardigheden hebben ontwikkeld voor het herkennen en interpreteren van menselijke maatschappelijke communicatieve signalen. Er zijn vier basishypotheses voorgesteld om dit te ondersteunen:

  1. Honden leren door middel van hun interacties met mensen te reageren op menselijke sociale aanwijzingen door middel van simpele proces van conditionering.
  2. Door domesticatie hebben honden niet enkel geleerd om niet bang te zijn van mensen, maar hebben ze ook geleerd om hun vaardigheid om problemen op te lossen toe te passen op interacties met mensen. Hun talent om mensen te kunnen lezen onbedoeld, maar wel handig bijproduct van hun domesticatie.
  3. Deco-evolutie van honden en mensen heeft ervoor gezorgd dat honden de cognitieve vaardigheden niet alleen hebben ontwikkeld om te reageren op mensen, maar ook om onze mentale toestand te begrijpen; de zogenaamde theory of mind.
  4. Honden zijn als het ware 'voorgeprogrammeerd' om menselijke communicatie te begrijpen. In essentie worden ze geboren met een ingebouwde 'voorsprong' dat hun helpt met het leren begrijpen van menselijke gebaren op dezelfde manier als hoe een witkruingors de zang van zijn soort leert en hoe eendenkuikens inprenten op hun eigen soort.

Met de vinger naar iets wijzen is een specifiek menselijk gebaar dat referentieel is in zijn natuur, en een fundamenteel bouwsteen is van de menselijke communicatie. Een baby verwerft deze vaardigheid weken voordat hij of zij een eerste woordje zegt. In 2009 was er een studie die reacties van honden en zuigelingen op verschillende aanwijzende gebaren vergelijk. Uit deze studie bleek dat er weinig verschil was tussen de prestaties van tweejarige kinderen en honden, terwijl de prestaties van de driejarig kinderen opvallend beter waren dan die van de honden. De resultaten toonde ook aan dat alle honden en kinderen in staat waren hun vorige ervaringen te kunnen generaliseren om zo te kunnen reageren op relatief nieuwe aanwijzende gebaren. Deze bevindingen suggereren dat honden een gelijksoortig prestatieniveau hebben als twee jaar oude kinderen. Dit kan toegeschreven worden aan hun gezamenlijke uitkomst in hun evolutionaire geschiedenis, alsook aan hun socialisatie in een menselijke omgeving. 

Een andere studie heeft aangetoond dat honden kunnen weten hoe groot een andere hond is enkel door te luisteren naar het grommen van deze hond. Een specifieke grom wordt door honden gebruikt om hun eten te beschermen. Het onderzoekt toont ook dat honden hun lichaamsgrootte niet willen, of niet kunnen, vervormen, en daarmee is het de eerste keer dat onderzoek heeft kunnen uitwijzen dat dieren elkaars grootte kunnen vaststellen d.m.v. het geluid dat ze voortbrengen. De test maakte gebruik van een heel aantal afbeeldingen van verschillende honden die werden afgebeeld in combinatie met een geluidsopname van een grommende hond. De resultaten toonde dat 20 van de 24 honden het eerst en het langst naar de afbeelding keken die overeenstemde met het gegrom. [1]

Afhankelijk van de context kan de blaf van een hond variëren in timing, toonhoogte en amplitude. Het is mogelijk dat deze verschillende betekenissen hebben. [2]

Bovendien kunnen de meeste mensen afleiden uit het geblaf van een hond of deze alleen is, benaderd wordt door een vreemdeling, aan het spelen is, of agressief is,[3] en zijn de meeste mensen ook instaat om te zeggen hoe groot een hond is gebaseerd op zijn gegrom. Dit wordt beschouwd als bewijs van co-evolutie tussen hond en mens.[4]

Visueel

Honden die emotie's communiceren via lichaamstaal werden geïllustreerd in Charles Darwin zijn boek, The Expression of the Emotions in Man and Animals, gepubliceerd in 1872.

In haar boek, On Talking Terms with Dogs, identificeert Turid Rugaas ongeveer 30 signalen dat zij "kalmerende signalen" noemt. Over het begrip van dominantie en onderdanigheid wordt veel gedebatteerd.[5][6]

221/5000 In haar boek gebruikt ze deze termen niet om gedrag te differentiëren. Ze beschrijft kalmerende signalen als een manier voor honden om zichzelf of andere honden en mensen te kalmeren.

Dit zijn enkele van de signalen die zij beschrijft:

  • Likken/flikken met de tong.
  • De grond snuffelen.
  • Wegdraaien/het hoofd wegdraaien.
  • Play bow
  • Traag wandelen.
  • Verstijven
  • Zitten.
  • In een bocht wandelen.
  • Geeuwen.
  • "Lachen".
  • Kwispelen.
  • Plassen.
  • Zachte gezichtsuitdrukking.
  • Prutsen.
  • Liggen.
Een hond met opstaande oren is alert,:130 en in combinatie met ontblote tanden is het een waarschuwingssignaal.:116
Likken kan verschillende betekenissen hebben afhankelijk van de context.:124

Mond: De mond is relax en lichtjes geopend: de tong is eventueel lichtjes zichtbaar of rust op de onderste tanden — dit is een teken dat de hond content en relax is.:114 De mond is gesloten, de tanden en de tong zijn niet zichtbaar. Meestal wordt dit geassocieerd met een hond die in één richting kijkt. De oren en het hoofd leunen een beetje naar voor — dit toont aan dat de hond aandachtig en geïnteresseerd is. Mogelijks is hij of zij de situatie aan het inschatten.:115 Het krullen of optrekken van de lippen om de tanden te laten zien, en eventueel ook het tandvlees — is een waarschuwingssignaal waarmee de hond zijn wapens (de tanden) laat zien. De 'tegenstander' heeft op dit moment nog de tijd om zich over te geven, weg te gaan, of om een kalmerend tegensignaal te geven.:116 Het verlengen van de mond door middel van het terugtrekken van de lippen waardoor de achterste tanden zichtbaar worden — een onderdanige hond die zich overgeeft aan de dominante hond.:119 "Lachen" wordt ook gezien als een kalmerend signaal.[7]

Hoofd: Een dominante of dreigende hond dat een ander individu direct aankijkt — dit is een dreigement, de hond is zijn of haar wapens (mond/tanden) aan het richten.:120 Een dominante hond die zijn of haar hoofd wegdraait van een onderdanige hond — dit is een kalmerend signaal dat wil zeggen dat hij of zij niet gaat aanvallen.:120 Een minder dominante hond benaderd een dominante hond met zijn of haar hoofd omlaag. Af en toe wijst deze zijn snuit naar de dominantere hond — Toont aan dat de onderdanige hond niet wil vechten.:120 In een alternatieve interpretatie dat dominantie niet in betrekking neemt, is het wegdraaien van het hoofd een kalmerend signaal.

Geeuwen: Net zoals bij mensen zal een hond geeuwen wanneer deze moe is. Dit helpt hem of haar om wakker te blijven. Een hond geeuwt ook wanneer deze last heeft van stress, of wanneer hij of zij agressieve signalen ontvangt van een andere hond. Het kan gebruikt worden als een pacificerend signaal maar niet als een onderdanig signaal. Zowel honden als mensen kunnen een agressieve situatie ontwapenen door hun hoofd weg te draaien en te geeuwen.:120–122 Geeuwen wordt ook erkend als een kalmerend signaal.

Likken en snuffelen: Likken kan verschillende dingen betekenen gebaseerd op de context en mag niet simpelweg geïnterpreteerd worden als het geven van affectie. Honden dat vertrouwd zijn met elkaar likken soms elkaars gezichten alvorens ze gaan ruiken aan geurklieren en andere lichaamsdelen waar er een sterke lichaamsgeur is zoals bijvoorbeeld de mond, neus, anus en de geslachtsdelen. Dit gesnuffel om elkaar te begroeten en te identificeren kan ook omslaan tot likken. In de context van een paring wordt er veel enthousiaster en intenser gesnuffeld en gelikt dan bij een simpele begroeting. :124 Likken kan ook informatie communiceren in verband met dominantie, intenties en gemoedstoestand, en net zoals het geeuwen is dit voornamelijk pacificerend gedrag. Alle pacificerende gedragingen bevatten elementen van puppy-gedrag, inclusief likken. Puppy's likken zichzelf en hun nestgenoten voor hygiëne maar ook om een band op te bouwen. Later in hun leven wordt likken niet meer gedaan om zichzelf of een ander schoon te maken, het heeft dan enkel nog de functie als een ritueel gebaar om vriendelijkheid aan te tonen.:124–125 Als een hond gestresseerd is kan het zijn dat deze de lucht begint te likken, begint te likkebaarden, of gaat liggen en zijn of haar poten en lichaam begint te likken.:126 Likkebaarden en snuffelen worden ook gezien als kalmerende signalen.

Oren: Opstaande oren of oren die lichtjes naar voor wijzen – aandachtig of alert.:130 Oren die plat naar achteren tegen het hoofd liggen, tanden zichtbaar – angstige hond dat zichzelf zal verdedigen.:131 Oren die plat naar achteren tegen het hoofd liggen, tanden niet zichtbaar – onderdanigheid.:131 Oren lichtjes naar achteren getrokken en lichtjes gespreid – besluiteloosheid: ongemakkelijke achterdocht, kan snel omslaan naar agressie.:131 Oren slaan in het rond, eerst lichtjes naar voren, dan lichtjes naar achteren of naar beneden – besluiteloosheid: eerder onderdanig en angstig.:131 Oren die dicht tegen het hoofd getrokken worden om een ronder hoofd te creëren wordt gezien als een kalmerend signaal.

De staart wordt iets lager gedragen dan horizontaal, eventueel in combinatie met wat gekwispel — een  onbekommerde en relaxte hond.:166

Ogen: Direct oogcontact – een bedreiging, expressie van dominantie, een waarschuwing dat de hond zometeen gaat aanvallen.:146 direct oogcontact met een mens aan de eettafel gevolgd door staren naar eten – de hond wilt het eten.:146 Ogen die wegkijken om oogcontact te vermijden – het afbreken van oogcontact signaleert onderdanigheid;:147 het wordt ook gezien als een kalmerend signaal. Het knipperen met de ogen wordt ook gezien als een kalmerend signaal.

Staart tussen de poten, al liggend, oren naar achteren, stijf lichaam — een onderdanige hond die bezorgd of angstig is.:167:131:188:188

Staart: Staart is horizontaal, wijst weg van de hond maar is niet stijf — aandachtig.:162 Staart is horizontaal en kaarsrecht, stijf, en wijst weg van de hond — initiële uitdaging, kan leiden tot agressie.:162 De staart is omhoog, tussen de horizontale en verticale positie — dominante hond.:162 De staart staat omhoog en is lichtjes gekruld over de rug — zelfzekere, dominante hond, dat voelt dat hij of zij de controle heeft.:163 Staart wordt lager gedragen dan horizontaal maar is toch nog enige afstand verwijderd van de poten, eventueel in combinatie met lichtes gekwispel. — onbezorgd en relax.:166 Staart naar beneden in de buurt van de achterpoten, poten zijn recht, traag kwispelend — de hond voelt zich niet goed, lichtjes depressief of heeft een beetje pijn.:166 Staart naar beneden bij de achterpoten, buigt inwaarts en de poten zijn gebogen waardoor het lichaam lager is — timide, onzeker.:166 Start tussen de benen – angst, kan ook een ritueel pacificerend signaal zijn om zich af te schermen tegen agressief gedrag van een andere hond.:167 Snel kwispelen – opwinding.:171 Lichtjes kwispelen, met kleine slagen – begroeting.:171 Weid kwispelen – vriendelijk.:172 Weid kwispelen, met slagen dat de heupen raken – speciale begroeting voor iemand speciaal.:172 Traag kwispelen met een lage staart – niet zeker over wat te doen, onzeker.:173 Kwispelen wordt gezien als een kalmerend signaal.

Een hond rolt op zijn rug en wrijft zijn schouders tegen de grond en toont zo blijdschap.:199

Er wordt gezegd dat honden een links-rechts assymmetrie van de staart vertonen wanneer ze in interactie gaan met vreemden, en het tegenovergestelde wanneer ze omgaan met mensen die ze kennen.[8]

Lichaam: Stijve poten, opgericht lichaam, stijve voorwaartse beweging– dominante hond.:184 Lichaam leunt lichtjes naar voren, voeten zijn stijf – uitdaging naar een dominante hond, een conflict kan volgen.:187 Rechtstaande graat – waarschijnlijk agressie, kan ook angst en onzekerheid betekenen.:187 Laag lichaam in combinatie met toegenepen gezichtsuitdrukking – onderdanigheid.:188

Een hond dat huilt geeft aan dat hij of zij aanwezig is, al dan niet in zijn of haar territorium.:86

References

  1. FaragóFaragó, T (2010). Giurfa, Martin (red.). Dogs' Expectation about Signalers' Body Size by Virtue of Their Growls. PLoS ONE 5 (12): e15175. PMID 21179521. PMC 3002277. DOI: 10.1371/journal.pone.0015175.
  2. Kan Sjabloon:Citeer web niet gebruiken, vanwege ontbrekende parameters url en/of titel[1].
  3. Brian Hare; Vanessa Woods (8 February 2013), "What Are Dogs Saying When They Bark? [Excerpt]", Scientific America, bezocht 17 March 2015
  4. Katherine Sanderson (23 May 2008), "Humans can judge a dog by its growl", Nature, doi:10.1038/news.2008.852, bezocht 17 March 2015 research available here
  5. , .
  6. Kan Sjabloon:Citeer web niet gebruiken, vanwege ontbrekende parameters url en/of titel[2].
  7. , . ISBN 1929242360.
  8. "Asymmetric tail-wagging responses by dogs to different emotive stimuli", Current Biology, 17(6), 20 March 2007, pp R199-R201

Citefout: Het label <ref> met de naam "butterworth2003" gedefinieerd in <references> wordt niet eerder in de tekst gebruikt.
Citefout: Het label <ref> met de naam "lakatos2009" gedefinieerd in <references> wordt niet eerder in de tekst gebruikt.
Citefout: Het label <ref> met de naam "udell2008" gedefinieerd in <references> wordt niet eerder in de tekst gebruikt.
Citefout: Het label <ref> met de naam "hare2007" gedefinieerd in <references> wordt niet eerder in de tekst gebruikt.
Citefout: Het label <ref> met de naam "hare2005" gedefinieerd in <references> wordt niet eerder in de tekst gebruikt.
Citefout: Het label <ref> met de naam "miklosi2000" gedefinieerd in <references> wordt niet eerder in de tekst gebruikt.
Citefout: Het label <ref> met de naam "miklosi2004" gedefinieerd in <references> wordt niet eerder in de tekst gebruikt.
Citefout: Het label <ref> met de naam "marler1970" gedefinieerd in <references> wordt niet eerder in de tekst gebruikt.
Citefout: Het label <ref> met de naam "lorenz1965" gedefinieerd in <references> wordt niet eerder in de tekst gebruikt.

Citefout: Het label <ref> met de naam "coren2000" gedefinieerd in <references> wordt niet eerder in de tekst gebruikt.