AMX-40

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
AMX-40
De AMX-40 in het Musée des Blindés in Saumur
Soort
Type Main battle tank (MBT)
Herkomst Vlag van Frankrijk Frankrijk
Gebruik Prototype
Aantal gebouwd 4
Periode 1983-1990
Bemanning 4
Lengte 6,8 m (10,05 m incl. kanon)
Breedte 3,28 m
Hoogte 2,38 m
Gewicht 43,7 ton
Pantser en bewapening
Pantser samengesteld pantser
Hoofdbewapening 120 mm GIAT kanon
Secundaire bewapening 1x 20 mm F2 kanon en 1x 7,62 mm machinegeweer
Motor Poyand V12X diesel, turbo, 1100 pk
Kracht/gewicht ratio 25,7 pk per ton
Snelheid (op wegen) 70 km/h
Rijbereik 600 km (850 km met extra brandstoftanks)
Vering Torsievering

De AMX-40 was een Franse main battle tank (gevechtstank) waarvan vier prototypes zijn geproduceerd. Het was een privaat project van het Franse bedrijf GIAT (nu Nexter) en enkel bedoeld voor de exportmarkt. GIAT had al eerder een poging ondernomen om het exportsucces van de AMX-30 te verlengen met de AMX-32, maar hier werden geen kopers voor gevonden. Ook voor de AMX-40 kon geen afzetmarkt worden gevonden en het project werd in 1990 definitief stopgezet.

Voorgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Na het succes van de AMX-30 tank, die zowel aan het Franse leger als aan het buitenland werd verkocht, ontwikkelde GIAT een verbeterde variant van de AMX-30, namelijk de AMX-32. Deze tank werd echter door geen enkel land aangeschaft. Om toch een speler te blijven op de internationale markt werd de ontwikkeling gestart van de AMX-40. Het was niet de bedoeling om deze aan het Franse leger te verkopen, maar was enkel gericht op de buitenlandse afzetmarkt. Het eerste prototype was gereed in 1983, hierop volgend werden nog twee prototypes gebouwd. In 1985 werd het allerlaatste studiemodel gebouwd.[1] Verscheidene componenten werden wel gebruikt in het ontwerp van de Leclerc.[2]

Ontwerp[bewerken | brontekst bewerken]

Het belangrijkste verschil van de AMX-40, in verhouding met de AMX-32, was de verdikking van het pantser. Het pantser was gelast en maakte gebruik van armourcomposiettechnologie (pantser dat is samengesteld uit meerdere materialen). De bepantsering was dik genoeg om een granaat van 100 mm te weerstaan. Ook was het voertuig uitgerust met NBC (nucleaire, biologische, chemische) bescherming en had een automatisch brandblussysteem.[3] Qua ontwerp waren de tanks redelijk aan elkaar gelijk. De AMX-40 werd aangedreven door een Poyaud V12X dieselmotor met een turbocompressor en een kracht van 1100 pk en een krachtratio van 25 pk (18,6 kW) per ton. De motor was gekoppeld aan een Duitse ZF automatische transmissie. De bemanning bestond uit vier personen; commandant; bestuurder; schutter en lader.[3]

De bewapening bestond uit een GIAT 120 mm gladloopskanon, deze was volledig gestabiliseerd en kon zowel Franse als NAVO granaten vuren. De munitievoorraad bestond uit veertig granaten en deze waren opgeslagen in de achterzijde van de toren. De opslagplaats was van het bemanningscompartiment gescheiden met pantserplaten. Hierdoor zou de kracht van een eventuele ontploffing naar boven worden gericht en niet op de bemanning.[4] Het COTAC FCS vuurleidingssysteem met een laser afstandsmeter was vergelijkbaar met dat van de AMX-32. Volgens de fabriekseigenschappen had de tank een raakkans van 90 procent op een voertuig op 2000 meter afstand. Coaxiaal aan het hoofdkanon was een 20 mm F2 automatisch kanon gemonteerd, deze was bedoeld als afweer tegen infanterie en licht bepantserde voertuigen. Ook kon dit kanon afzonderlijk van het hoofdkanon bewegen. Op de commandantskoepel was een 7,62 mm machinegeweer gemonteerd, deze kon vanuit de tank bediend worden.[2]

De tank kon eventueel worden uitgerust met extra brandstoftanks of een schuifblad. Na speciale voorbereidingen kon de tank ook door water rijden tot vier meter diepte. Zonder voorbereidingen was dit 1,3 meter. De tank had zes wielen aan elke zijde, dit was er één meer dan bij de AMX-32.[5] Hierdoor nam de gronddruk af en het effectieve gebruik van de motorkracht toe. De wielen werden gedeeltelijk beschermd door meerdere rechhoekige pantserplaten. Aan beide zijden van de toren waren drie rookgranaatlanceerders gemonteerd.[4][6]

Verkoop[bewerken | brontekst bewerken]

Het eerste prototype werd op een Franse legerbeurs in Satory (in de buurt van Parijs) gepresenteerd.[7] De AMX-40 werd aan het buitenland aangeboden, maar geen enkel land heeft de tank aangeschaft. Wel werd de tank door Saoedi-Arabië overwogen als eventuele opvolger van de AMX-30 tanks. Er werden tests uitgevoerd en de tank moest het opnemen tegen de Britse Challenger, de Amerikaanse M1 Abrams en de Braziliaanse EE-T2 Osório. Tijdens de tests gingen twee motoren van de AMX defect en ook het kanon vertoonde snelle slijtage. Mede hierdoor werd de AMX niet verkozen door Saoedi-Arabië, maar werd er gekozen voor de M1 Abrams.[8]

In 1990 werden de verkooppogingen gestaakt, omdat de AMX-56 (Leclerc) in ontwikkeling was. Eén AMX-40 bevindt zich in het Musée des Blindés in Saumur.[6]

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • Niet te verwarren met de AMX 40, een Frans ontwerp voor een lichte tank uit maart 1940.[9]