Zoals de meeste medewerkers van een gevestigd kunstenaar of van een atelier, werkte zij niet onder haar eigen naam, maar onder de naam van haar vader. Kunst was in die tijd heel vaak een gezinsonderneming en er is dus geen werk dat met zekerheid aan haar kan worden toegeschreven. Maar haar activiteit werd wel bevestigd in een document van 1358 waarin genoteerd staat dat Jean Le Noir uit dienst trad van Yolande van Dampierre en samen met zijn dochter Bourgot, enlumineresse, in dienst trad van de regent en dauphin Karel. In hetzelfde document wordt de schenking van een huis aan de rue Trousevache aan Jean Le Noir en zijn dochter Bourjot genoteerd.[4][5]
↑La collaboration dans la production de l'écrit médiéval: actes du XIIIe colloque. du Comité international de paléographie latine (Weingarten, 22-25 septembre 2000, réunis par Herrad Spilling, p. 461, p. 473.