Gebruiker:Arakrys/ZandbakAdHominem

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Ad hominem is een begrip uit het Latijn en betekent "op de man".

In een ad hominem argument noemt een spreker een niet ter zake doende negatieve persoonlijke eigenschap van zijn tegenstander. De bedoeling van zo'n aanval op de persoon is om de geloofwaardigheid van de tegenstander in het debat in twijfel te trekken, en daardoor indirect ook diens standpunt.

De algemene vorm van een ad-hominem redenering is:

  1. Persoon A doet bewering 'X'.
  2. Er is iets mis met persoon A.
  3. Dus bewering 'X' is onwaar.

Dergelijke argumenten worden als oneigenlijk beschouwd.

Als het argument wel ter zake doet is er geen sprake van aan ad hominem argument.

In Nederland en Vlaanderen wordt ook de uitdrukking op de man spelen wel gebruikt. Deze term is afkomstig uit het voetbal, als een voetballer geen tackle uitvoert op de bal, maar op de tegenspeler.


Vormen van ad-hominemredeneringen[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende hoofdgroepen maken onderscheid over wat er precies over de persoon gezegd wordt.

Het karakter van de spreker aanvallen[bewerken | brontekst bewerken]

Soms wel genoemd: argumentum ad personam. De tegenstander in het debat beledigen of kleineren, maar ook wel het wijzen op feitelijke of ogenschijnlijke karakterfouten of activiteiten die niet relevant zijn voor de argumenten van de tegenstander. Dit is een argumentatiefout omdat beledigingen en irrelevante negatieve eigenschappen van de tegenstander niets te maken hebben met de logische waarde van diens beweringen. Ook als de bewering waar is.

De algemene vorm van dit type ad-hominem redenering is:

  1. A doet bewering 'X'.
  2. A is slecht.
  3. Dus bewering 'X' is onwaar.

Voorbeelden:

  • "A zegt nou wel dat gras groen is maar hij heeft niet eens een baan."
  • "A is een pathologische leugenaar."
  • "A's voorstel om wijn te drinken bij de picknick is belachelijk. Ze heeft in 2003 de belasting ontdoken."

Het gedrag van de spreker bekritiseren[bewerken | brontekst bewerken]

Voorbeelden:

  • "A is een dronkenlap dus haar mening over de bedrijvenfusie is niet waar."
  • "A heeft een affaire met B dus wat hij zegt is niet waar."

De spreker verwijten bij een bepaalde groep te horen[bewerken | brontekst bewerken]

Insinueren dat het standpunt van iemand niet goed is omdat die voor een bepaalde groep kiest.

Voorbeelden:

  • "A kiest altijd de kant van X (dus dat ze zegt dat X het niet heeft gedaan is niet waar)."
  • "A komt immers ook uit Limburg dus daarom vindt hij dat daar meer treinen moeten rijden. Dat is dus onzin."

Ook kan geprobeerd worden de tegenstander verdacht te maken door hem te associëren met een negatief bekendstaande groep volgens het schema:

  1. A zegt 'X'.
  2. Groep B zegt ook X.
  3. A behoort dus tot groep B.

Voorbeelden:

  • "Je zegt dat de kloof tussen arm en rijk onacceptabel is, net als de communisten. Je bent dus een communist."
  • "Je gelooft niet in God. Je bent dus net zo slecht als de atheïst Stalin."
  • "Al-Qaeda bestaat uit fundamentalistische Moslims. Al-Qaeda is een terroristische groepering. Alle fundamentalistische moslims zijn dus terroristen."

Het feit dat een groep slecht is of ongeloofwaardig hoeft niet altijd expliciet uitgesproken te worden, als de toehoorders er al van uit gaan dat bijvoorbeeld communisten slecht zijn.

De onschuld van de spreker betwisten[bewerken | brontekst bewerken]

Door de spreker te beschuldigen van onvolmaakt gedrag wordt gepoogd diens argumentatie onderuit te halen. Het kan volgen op kritiek van de ene spreker op gedrag van de andere. Het is een drogreden omdat het weliswaar zo kan zijn dat een debater hypocriet gedrag vertoont, maar dat betekent niet dat hij niet gelijk heeft. Het kan zelfs zo zijn dat hij hierdoor vanuit zijn persoonlijke ervaring kan aangeven dat bepaald gedrag negatieve gevolgen heeft.

Deze vorm heet ook wel tu quoque en is een soort jij-bak.

Voorbeelden:

  • "Jij deed zelf ook mee."
  • "U verwijt mij zus-of-zo te doen maar U heeft toen-en-toen ook zus-of-zo gedaan, nu moet u mij dat niet verwijten."
  • "U stelt voor om de maximumsnelheid te verlagen, maar u bent zelf beboet wegens te hard rijden."
  • "Je pleit voor vegetarisme, maar je draagt zelf leren schoenen!"

Ook kan de oprechtheid van een spreker in twijfel getrokken worden. Misschien heeft die wel bepaalde beweegredenen om iets te zeggen. Voorbeeld:

  • "Klimaatwetenschappers zeggen dat de mens het broeikaseffect veroorzaakt omdat ze anders hun baan verliezen."

De spreker in twijfel trekken wegens verkeerde argumentatie op andere onderwerpen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. A beweert X.
  2. Maar A beweert ook Y, en we weten dat Y niet waar is.
  3. Dus zal X ook wel niet waar zijn.


Omgekeerd 'ad hominem'[bewerken | brontekst bewerken]

In plaats van kritiek te geven op een persoon kan iemand ook 'het graf in geprezen worden'.

  • "Mijn tegenspreker is vandaag heel goed gekleed en erg charmant; ik zou maar op hem stemmen!"

Een omgekeerde 'ad hominem' hoeft niet inhoudelijk onjuist te zijn:

  • "Anna heeft nog nooit een leugen verteld, en ze zegt dat ze hem de GSM zag pakken. Dat moet dus wel waar zijn."

Als met "Dat moet dus wel waar zijn" wordt bedoeld dat Anna een betrouwbare getuige is, is het een valide argument; het feit dat ze altijd eerlijk is, is relevant voor de geloofwaardigheid van haar bewering dat een bepaald persoon de GSM pakte. Maar ook al is het waar dat ze nog nooit gelogen heeft, dan is dat geen bewijs dat ze nu niet liegt.

De drogredenen beroep op autoriteit is een voorbeeld van een omgekeerde ad hominem.


Niet altijd een drogreden[bewerken | brontekst bewerken]

Een ad hominem wordt vaak als schoolvoorbeeld van een drogreden genoemd. Het is echter een misverstand te denken dat alle persoonlijke aanvallen drogredenen zijn.

Als een negatieve uitlating over een persoon niet expliciet als onderdeel van de argumentatie gebruikt wordt, is het geen drogreden of ad hominem argument.

Voorbeelden:

  • "U bent gek."

De negatieve uitspraak wordt opzichzelfstaand gebruikt, en niet als argument. Dit is geen argument maar een belediging.

  • "Het argument van A is ongeldig omdat de gebruikte analogie niet klopt; een democratie is anders dan een republiek. Maar we weten allemaal dat A achterlijk is."

Hier wordt de beschuldiging dat A achterlijk is niet gebruikt als ondersteuning voor de argumentatie. Het wordt niet als reden gebruikt dus is het ook geen drogreden.

  • A: "Alle knaagdieren zijn zoogdieren, maar een wezel is geen knaagdier dus kan het ook geen zoogdier zijn."

B: "Dat is geen logisch juiste redenering. Je weet duidelijk niets over logica."

De stelling dat A niets weet over logica is relevant in de discussie, dus is ook dit geen ad-hominem argument.

Oorspronkelijke betekenis[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn verschillen van inzicht over de precieze definitie van het ad hominem argument, en de onderverdeling ervan.

Oorspronkelijk was de betekenis van ad hominem beperkter dan de manier waarop het in de praktijk wordt gebruikt. Er werd op geldige argument gedoeld, namelijk argumenten waarmee men aantoont dat een bewering niet in overeenstemming is met andere beweringen van dezelfde spreker. Argumenten die de bewering op zich aanvallen werden ad rem genoemd. De betekenis van beide begrippen is echter verwaterd.

[[Categorie:Latijn in de filosofie]] [[Categorie:Drogreden]]