Gebruiker:Barbra 1984/Gaited baroque horse

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Gaited Baroque Horse is geen apart ras, maar een register waarin een aantal specifieke kruisingen geregistreerd kunnen worden, mits zij aan bepaalde eisen voldoen. Er worden eisen gesteld aan de bouw, gang en het karakter van het paard.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De geschiedenis van de Gaited Baroque Horse begint bij de Spaanse Jennet. Dit waren kleine, Spaanse paarden, ontstaan uit een combinatie van Iberische- en Berberinvloeden. De Spaanse Jennet was een Barok type paard dat over een extra viertakt gang beschikte: de Andadura. De oudste bekende stamboomdocumenten van deze paarden stammen uit begin 13e eeuw, bijgehouden door de Kartuizer monniken. Eind 15e eeuw werden door hen de grootste stoeterijen gesticht in Jerez, Sevilla en Cazalla. In die tijd was de populatie paarden al ontwikkeld tot een heus ras, welke inmiddels door meer Berber invloeden iets groter was dan de paarden waarmee ze begonnen waren. Deze paarden stonden bekend als uitmuntende cavaleriepaarden.

In de 16e en 17e eeuw won de Jennet meer en meer populariteit bij koninklijke families door heel Europa. Vele exemplaren werden geëxporteerd en als geschenken gegeven aan koninklijke families. Een aantal van deze paarden kwam op deze manier in Oostenrijk terecht, waar het samen met de Napolitaner, Deense en Arabische paarden aan de wieg stond van de hedendaagse Lipizzaner. Ook naar Italië, Frankrijk en Duitsland verspreidde de Spaanse Jennets zich en toen in de 15e eeuw 'de Nieuwe Wereld' ontdekt werd, was ook het pad naar het Amerikaanse continent voor de Spaanse Jennet geopend. Tot en met de 16e eeuw kwamen vele Spaanse paarden op die manier in Zuid-Amerika terecht, waar het ras aan de wieg stond van de vele (gangen-)paardenrassen welke nu Amerika tot hun bakermat noemen. Denk hierbij onder andere aan de Paso Peruano, de Paso Fino en de Criollo, en later ook de Appaloosa en Quarter Horse in Noord-Amerika.

In Europa ontwikkelde de Spaanse Jennet zich ook steeds verder. Omdat op het Europese continent paarden steeds meer gebruikt werden voor het trekken van een kar of koets, werden de comfortabele extra gangen overbodig. Deze zijn bij veel rassen dan ook jammerlijk verloren gegaan. In 1960 kreeg de Spaanse Jennet haar nieuwe naam: de Andalusiër. in 1967 werd echter besloten het ras te splitsen in twee afzonderlijke rassen: De PRE ofwel de Pura Raza Española (welke heden ten dagen nog wel eens foutief 'Andalusiër' genoemd wordt) en de PSL ofwel de Puro Sangue Lusitano.

In november 2000 werd in de Verenigde Staten de Gaited Baroque Horse Association opgericht, Waarbij het doel was om het barokke gangenpaard van rond de 15e en 16e eeuw terug te fokken door Barokke paarden te kruisen met Gangenpaarden van Iberische afkomst. In 2009 ging het Nederlandse dochterregister van start.

Exterieur[bewerken | brontekst bewerken]

Het Gaited Baroque Horse register is onderverdeeld in 3 registratieboeken: A, B en C waarbij de paarden in het A-register zowel qua afstamming als qua bouw, gangen en karakter de ideaal het dichtst benaderen.

De algehele verschijning van het paard is barok, met korte, ronde lijnen. De algehele bovenlijn is bol en de rug kort tot middellang met een lage staartaanzet. Het paard heeft een goede, bergopwaartse bouw en staat goed in het vierkantsmodel. De manen en staart zijn vol en weelderig. De borst is breed en de achterhand compact. Het hoofd is niet te klein en fijntjes en heeft een recht of bol profiel, ook wel ramshoofd genoemd. Er zijn door het register vooralsnog geen eisen gesteld aan de schofthoogte en vacht- of oogkleur.

De meest ideale Gaited Baroque Horse is een paard dat er barok uit ziet en beschikt over een extra viertakt gang naast de stap.

Gangen[bewerken | brontekst bewerken]

De Gaited Baroque Horse beschikt over een soepele, vloeiende stap en een ritmische, schommelende galop. Draf is niet vereisd, maar indien aanwezig moet ook deze soepel en vloeiend zijn. Er moet naast de standaard gangen ten minste één extra viertakt gang (tölt of een töltvariant) getoond worden om een paard in het Gaited Baroque Horse register te kunnen inschrijven. Deze gang mag een zuivere viertakt zijn, maar ook gebroken draf (zoals de gang 'Marcha Batida') of gebroken telgang (zoals de gang 'Paso Sobreandando') worden goedgekeurd. De belangrijkste eis bij de viertakt gang, is dat deze voortkomt uit natuurlijke aanleg en niet is aangeleerd of versterkt met behulp van kunstmatige training en hulpmiddelen.

Karakter[bewerken | brontekst bewerken]

Het paard moet volgens de rasstandaard een vriendelijk en werkwillig karakter hebben. Ernstige karakterfouten kunnen ertoe leiden dat een paard niet wordt opgenomen in het register.

Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Deze paarden zijn veelzijdig inzetbaar. Ze hebben over het algemeen veel aanleg voor de (hogere) dressuur, maar ook als recreatiepaard of als rijdier voor ruiters met rug- en/ of gewrichtsklachten zijn Gaited Baroque Horses heel erg geschikt. De eisen met betrekking tot karakter maken deze paarden zeer geschikte gezinspaarden

Bronnen, referenties en/of voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]

Categorie:Paardenras