Gebruiker:DerekvG/Zandbak/Antwerps/Antwerpse uitspraak

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dit Artikel is overgebracht naar Fandom Brabantia Antwerpse uitspraak

Gebruiker:DerekvG/Zandbak/Antwerps/IPA symbols

Dit artikel is in het Algemeen Nederlands geschreven

De uitspraak van Antwerpse woorden komt voor meer dan 85% overeen met het algemeen nederlands Klankinventaris_van_het_Nederlands, er zijn echter een aantal klanken die anders zijn :

  • soms zal in dit hoofdstuk gebruik gemaakt worden van spelling die ontleent werd aan F. Camermans boek "Antwerps schrijven".[1] Camerman maakt gebruik van nieuwe grafemen om bepaalde klanken aan te duiden, bij de keuze daarvan heeft deze auteur het AN als vertrekpunt gebruikt. Het enige effect hiervan op dit artikel is dus dat een nieuw grafeem wordt "verzonnen" waar de AN-spelling er een te weinig heeft;
  • soms zal gebruik worden gemaakt van een fonetische weergave
  • er zal ook gebruik worden gemaakt van het Internationaal Fonetisch Alfabet

Medeklinkers[bewerken | brontekst bewerken]

  • De uitspraak van de medeklinkers is meestal dezelfde als die van het Nederlands.
  • de:auslautverschärfung : Het Antwerps kent ook een soort auslautverschärfung aan het einde van een woord; net als in het Nederlands is er geen verschil te horen tussen 't'/'d', 'p'/'b'; 's'/'z', 'f'/'v', 'ch'/'g'; en [g]/'k' [ʃ]/[ʒ] aan het eind van een woord. Meestal worden ze inderdaad stemloos uitgesproken, met uitzondering van wanneer het volgende woord met een 'b' of 'd' begint - maar: 's'/'z', 'f'/'v', 'ch'/'g' worden ook stemhebbend uitgesproken als het volgende woord met een klinker begint.[2]
  • De 'n' wordt regelmatig gevelariseerd tot [ŋ] ('ng') wanneer ze in hetzelfde lid van een samenstelling/woord wordt voorafgegaan door een beklemtoonde korte 'e' leŋze(lenzen), korte 'i' kiŋd, korte 'o' koŋt, korte 'u' muŋt, korte 'eu' [œ] möŋd(maand) of korte 'oe' [ʊ] doen. Verder vindt men ze vaak gevelariseerd in woorden waar een stamklankverkorting is opgetreden, bijvoorbeeld in de korte vorm van schùng [sçʊŋ] (schoen). Net als in het Nederlands klinkt de n door assimilatie als [ŋ] voor een 'g' of 'k'.[3]
  • De 'h' wordt niet aangeblazen (dus eigenlijk niet uitgesproken). "Holland" klinkt dus als Ollant en "hond" als ongt. In sommige gevallen meestal in het midden van een woord wordt ze wel uitgesproken, maar minder hard aangeblazen dan in het Nederlands zoals in geheuge.
Met het voorbeeld van het werkwoord "behangen" en het begrip "behangpapier", kan men daarin overigens ook een tijdsevolutie vaststellen : de oude garde zou het werkwoord "behangen" uitspreken als bangen en gebruikt daarbij bangsel(papier) en bangselkol ofte pap, de jonge generatie zou de uitspraak be'angen, be'ang of behangpapier en '´ behangsellijm gebruiken , waarbij de apostrofe een nauwelijks hoorbare "h" of pause voorstelt, er is dan ook sprake van een Algemeen-Nederlandse of tussentaalse invloed.[4]
  • De 'sh', medeklinker uit het Engels, is equivalent aan de sj in het Nederlands en wordt in het Algemeen Nederlands gebruikt in woorden die in het Antwerps vrijwel onbekend zijn. Maar in het Antwerps wordt de medelinker wel gebruikt zoals in verkleinwoorden zoalskindshe of stiêntshe en in Engelse leenwoorden zoals Tie-shirt, shit, short of shotte(voetballen).
  • De 'zj', medeklinker uit het Frans, komt vooral voor in leenwoorden uit het Frans zoals zjendaerm(gendarme), zjust(juist) of zjaloes(jaloers). het is de stemhebbende vorm van 'sh' en wordt in dezelfde gevallen als andere stemhebbende medeklinkers verstemloosd.[5]

Klinkers[bewerken | brontekst bewerken]

Vooraan Bijna-vooraan Midden Bijna-achteraan Achteraan
Gesloten
i • y
ɨ • ʉ
ɯ • u
ɪ • ʏ
e • ø
ɘ • ɵ
ɤ • o
ɛ • œ
ɜ • ɞ
ʌ • ɔ
a • ɶ
ɑ • ɒ
Bijna-gesloten
Gesloten-midden
Midden
Open-midden
Bijna-open
Open

Door op de tekens van de IPA klinkers in het bovenstaande schema te klikken kan u de uitspraak horen.

De klinkers zullen hier gemakshalve worden beschreven met hun tegenhangers van het Algemeen Nederlands als vertrekpunt. Iets wat opvalt aan het Antwerpse klinkerstelsel is dat de korte klinkers vaak helder zijn en de lange dikwijls dof - in het Algemeen Nederlands is namelijk het tegenovergestelde waar te nemen. Bijvoorbeeld klinkt 'ziel' in het Nederlands als [ziˑl], terwijl het in het Antwerps als [zɪ:l] kan klinken of het woord 'mis' (als in kerkviering) in het Nederlands als [mIs], terwijl het in het Antwerps als [mis] met scherpe i zal klinken .

In het algemeen zijn korte en lange klinkers dezelfde klank, alleen duren ze langer

a[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn 4 Antwerpse uitspraken van de klinker 'a', die overeenkomen met de geschreven 'a'/'aa' in het Standaard Nederlands : 2 lange en 2 korte , de vijfde uitspraak die overeenkomt met de uitspraak van "aa" in het SN is in het Antwerps een tweeklank.

De korte 'platte a' of 'Antwerpse a' [bewerken | brontekst bewerken]

wordt gebruikt als de SN korte "a" maar ze klinkt scherper - zoals het Franse woord (Fr:)'à';

Voorbeelden: kat, zak, pas


De 'platte gerekte a' [bewerken | brontekst bewerken]

  • Wanneer de korte 'a' gerekt is klinkt ze zoals in het Franse woord "gare" [æ], wat vooral is gebeurd voor 'r' ('-er/ar-') of 'n' ('-an-'), hiervoor gebruiken we het grafeem "æ" of "ae".
Voorbeelden: waerəm(warm), staerək(sterk), laend(land), baenk(bank), waerəke(n)(werken)[6]


De korte, zachte tong-a [a][bewerken | brontekst bewerken]

uitgesproken in het midden van de tong van het standaard Nederlands (zoals in bad, val, das) wordt in het Antwerps enkel gebruikt voor de 'L' ('-al') :

Voorbeelden: stal, bal, knal, lallen


De lange a[bewerken | brontekst bewerken]

klinkt als [ɒ:] zoals in de Scandinavische talen of in het Engelse 'board'

Voorbeelden: maan [mɒ:n], baard [bɒ:rt], traag [trɒ:x], baan [bɒ:n],
Nota ivm het veelvuldig voorkomende woord : 'straat' uitspraak "[strɒ:t]" wordt soms lang uitgesproken zoals in "ik gɒ:n nor den bakker in de körte gastesstrɒ:t"(ik ga naar de bakker in de Korte Gasthuisstraat) maar soms ook kort zoals in "den buro in d'Oemmegaenckstrot" [strɞt] (het kantoor in de Ommeganckstraat) of 'naar' [nor] in de vorige zin (uitgesproken zoals de [o] in hok of stok) wanneer en waarom die verkorting gebeurt is niet met zekerheid in regels te vatten en is dikwijls zelfs uitwisselbaar.



De Standaard Nederlandse lange aa klank [ɑ:] wordt in het Antwerps ook gebruikt maar dan wel voor hetgeen in het Standaard Nederlands een tweeklank is au/auw of ouw zoals in vrouw uitgesproken [vrɑ:] en geschreven als "vrau" , of blauw [blɑ:].

e[bewerken | brontekst bewerken]

De doffe 'e' of sjwa[bewerken | brontekst bewerken]

klinkt hetzelfde als in het SN: [ə][7]. Daar waar in het Standaaard Nederlands 'e' (de sjwa [ə]) wordt geschreven wordt die ook in het Antwerps als korte doffe e uitgesproken. Bij werkwoorden en meervouden die eindigen op '-en' wordt de -n meestal niet uitgesproken en eindigt het woord dus op "eu"[ə] ("we wille nog een biêtsje biêr" [wə wIllə noχ ən bitsjə bI:r] (we willen nog een beetje bier), behalve wanneer het volgende woord met een klinker begint, zie ook de korte eu.

Voorbeelden: wille(n) [willə(n)], de [də], een [ən],ne/nen [nə of nən]


De korte e[bewerken | brontekst bewerken]

klinkt als [ɛ] (de korte e van het AN) of [ɪ] (de korte i van het AN)[7]. Maar vóór 'L' klinkt ze echter als [.] (het eerste deel van de tweeklank <ei> in het AN)

    • Voorbeelden: bed [bɪt], zes [zɛs], bel [b.l]
  • Nota: een -er- combinatie in een woord wordt uitgesproken als de de gerekte a [ae]
    • bijvoorbeeld in 'werken' uitgesproken als waereke; of 'baereg'(berg), 'gaerst'(gerst), 'kaerek'(kerk),
    • een uitzondering is hert
  • maar een er- aan het begin van een woord kan wel op diverse manieren worden uitgesproken aereg(erg), aertsoep(erwtensoep), aergeren(ergeren) en aeregerlek(ergerlijk) vs ergens (sommige Antwerpenaars zeggen wel "aeregens" maar het hoort 'ergens' te zijn of "ieveraens")


[bewerken | brontekst bewerken]

  • De lange e van het Nederlands beantwoordt aan drie Antwerpse fonemen.
    • Als ze ontstaan is uit een vroeg gerekte korte e, ä of i, klinkt ze als [ei] [ɛ:] [e:] of [ɛi].
      • Voorbeelden: beet [bɛˑt], zeve(n) [zɛˑvə(n)][7]
    • Net als in de oude Nederlandse schrijftaal, hebben enkelvoudsvormen in de verleden tijd bij de sterke werkwoorden zich qua klinkerkwaliteit aan de meervoudsvormen aagepast
      • Voorbeeld: rijden, riêd, reden, gereden > rije(n), ree, reeë(n), gereeë(n) [8]
    • In sommige gevallen is ze een tweeklank [eə].[9]
      • Voorbeelden: keêl [keəl], geêl [ʝeəl][10]
    • Als ze ontstaan is uit een Germaanse <ai>[11] is ze een tweeklank [iə].
      • Voorbeelden: liêren [liərə(n)], miêr [miər], kliêre[12]
  • Tot <iê> horen ook de leenwoorden met een Romaanse tweeklank beantwordende aan Latijnse e vóór -st.[13]
    • Voorbeelden: biêst, fiêst, miêster[13]
  • De <iê> bedraagt ook sommige woorden waarin het AN een ee vertoont, ontstaan na syncope van een mediane d, en waarin die syncope niet meer aangevoeld wordt.[13]
    • Voorbeelden: gedwiê, kwiêle(n)[13]
  • Zelfstandige naamwoorden waar het AN een beklemtoond -eel heeft, hebben ook de <iê>.[14]
    • Voorbeelden: barriêl, kastiêl, kamîel, pensiêl, ...
  • Andere gevallen met <iê>: viêrting (veertien), fiêrtig (veertig), viê, liêg (laag),[13], iêmer (emmer) [15], ...
  • Het onderscheid tussen <ee> en <eê> is aan het verdwijnen.[16]

i[bewerken | brontekst bewerken]

  • In het AN verschilt <i> en <ie> vooral qua klinkerkwaliteit: [ɪ] en [i], ook al kan de <ie> soms, met name vóór r, lang worden uitgesproken. In het Antwerps worden de fonemen vooral onderscheiden door de klinkerlengte, ook al klinkt de lange ook hier niet qua kwaliteit hetzelfde als de korte.
  • De korte i klinkt als [i] (de <ie> van het AN maar altijd kort).
    • Voorbeelden: vis [vis],
  • De lange i (meestal <ie>) klinkt als [ɪ:] (de korte i van het AN maar lang).
    • Voorbeelden: bier [bɪ:r], gieter [gɪˑtər]
  • De verdeling tussen de korte en de lange i is niet altijd dezelfde.
    • Voorbeelden: friet = frit [frIt], vriend = vrind [vrIŋt] maar ook kind [kIŋt][17]

o[bewerken | brontekst bewerken]

  • De korte o klinkt precies zoals in het Belgisch AN als [ɔ] of [o].
    • Voorbeelden: kot [kot], mor [mɔr].
  • Dikwijls heeft het Antwerps een korte oe waar het AN een korte o heeft.

  • De lange o van het AN is in het Antwerps nog duidelijk verdeeld in twee klanken.[11]
  • Indien ze afkomstig is van een Germaanse <au>, klinkt ze als [uə], d.w.z. dezelfde klank als de Afrikaanse <oo>.[18]
    • Voorbeelden: groôt [ʝruət], noôt [nuət] = nooit, oôg [uəx][12]
  • Franse leenwoorden met -oi- krijgen <oô>: ivoôr, komfoôr[19], framboôs, kantoôr
  • Het voorvoegsel oor- is oôr- geworden, behalve in het woord oorlog.[20]
  • Andere gevallen met oô: poôrt, lantoôr, pastoôr, persoôn, doôs, droôg, wône(n), gewoôn, kroôn, matroôs, patroôn, Rôme(n), roôs, smôre(n) (en smoôr), stôre(n), troôn, verôvere(n), woôstag,[19], voôrt [21], bôre(n)[22], koôr(d)[23], koôr[24], poôs[25], moôrd[26], troôn[27], bekôre(n)[28].
  • In de meeste andere gevallen klinkt ze ongeveer hetzelfde als in het AN, maar ongerond: [ɤ:] - eventueel met diftongering tot [ɤu]
    • Voorbeelden: school, riool [29]
  • Net als in de oude Nederlandse schrijftaal, hebben enkelvoudsvormen in de verleden tijd bij de sterke werkwoorden zich qua klinkerkwaliteit aan de meervoudsvormen aagepast
    • Voorbeeld: kruipen, kroôp, kropen, gekropen > kruipe(n), kroop, krope(n), gekrope(n) [30]


De vuistregel om het onderscheid tussen de oo [ɤu] en oô [uə] te kunnen maken is teruggrijpen naar de oude spelling van sommige woorden: bvb ko[ɤu]len en ko[uə]len.

(oude spelling)kolen (bet. verkort van steenkool) wordt uitgeproken met de [ɤu] als koolen, zoals in koolen van de koolenboer
(oude spelling)koolen (bet. groente zoals bloemkool of groene kool) wordt uitgeproken met de [ɤu] als koôlen zoals in bloemkoôl, bloemkoôle van de gruntenboer

oe[bewerken | brontekst bewerken]

  • In het Algemeen Nederlands wordt <oe> meestal kort uitgesproken, maar soms ook lang, met name vóór <r>. In het Antwerps aan de andere kant is het verschil zeker niet in alle gevallen te verklaren uit de fonetische context.[31] De lange oe bedraagt ongeveer dezelfde woorden als in het AN, maar ze wordt altijd lang uitgesproken. De korte oe bevat sommige woorden die in het AN een <oe> of <oo> hebben, dikwijls als resultaat van stamklankverkorting van de lange oe of van de oô.[32] Ze bevat ook veel woorden die in het AN een korte <o> hebben.[33] Dat is vooral het geval voor een nasaal (n, m, ŋ).[34]
  • De lange oe klinkt als als iets tussen de <oe> en de <oo> van het AN: [ʊ:]. Ze is vaak gediftongeerd tot [ʊu].
    • Voorbeelden: roep [rʊˑp], boer [bʊ:r], snoep [snʊˑp]
  • De korte oe klinkt zoals haar tegenhanger in het Duits: [ʊ] of [u].
    • Voorbeelden: (gij) rùpt [rʊpt] , lùmp [lʊmp] = lump, ùnger `[ʊŋər] = honger[35]

u[bewerken | brontekst bewerken]

  • De korte u klinkt zoals in het Franse woord "perdu", of als een verkorte <uu> van het AN.
    • Voorbeelden: bus [bys], mus [mys]
  • De lange u klinkt als de Nederlandse korte maar lang, maar neigt vaak naar de Nederlandse eu.
    • Voorbeelden: muur [mY:r], vruug [vrYˑç] = vroeg, duvel [dYˑvəl] = duivel[29]
  • Soms heeft het Antwerps een vorm met <uu> waar het Nederlands een met <oe> (broer = bruur) of <ui> (duivel = duvel) heeft. In het eerste geval is er sprake van een umlaut, in het tweede is het een restant van de toestand voordat uu diftongeerd werd tot ui.

eu[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het Antwerps kent net als het Duits twee eu's/ö's: een lange en een korte.
  • De lange eu klinkt ongeveer zoals in het AN, maar lijkt meer op de tussentaalse uitspraak van <ui>: [œ:]. Ze komt vaker voor dan in het AN; dikwijls is er sprake van een umlaut. Ze kan ook gediftongeerd worden tot [œY]
    • Voorbeelden: neus [nœYs], keuning [kœˑniŋ] = koning, veul [vœ:l] = veel, veur [vœ:r] = voor[36]
  • De korte eu is gelijk aan de sjwa (ook bekend als de doffe e), maar verschilt er wezenlijk van omdat ze in beklemtoonde lettergrepen kan optreden.[37] Vaak treedt de korte eu op waar in het AN een korte o gevolgd wordt door een r, of waar een stamklankverkorting is gebeurd van <ui> of <eu>.[32]
    • Voorbeelden: wörm [wørm] = worm, plöts [pløts] = plaats, löstere [løstere(n)] = luisteren, vör [vør] = onbeklemtoond voor(zoals in vördeur) .[36]

Echte tweeklanken[bewerken | brontekst bewerken]

De Nederlandse tweeklanken komen overeen met deze Antwerpse klanken:

ei/ij[bewerken | brontekst bewerken]

  • De ei/ij klinkt net als in het Duits en het Engels als een tweeklank met een a als aanvangsklinker: [ai]/[αi].
    • Voorbeelden: mijn [main],


laweit [lɑwait] (lawaai)[10][38]

ui[bewerken | brontekst bewerken]

  • De ui klinkt ongeveer als in het Duits als [ɔə].
    • Voorbeelden: kruis [krɔəs], ruit [rɔət], buite(n) [bɔətə(n)][10]

au/ouw/auw[bewerken | brontekst bewerken]

  • De <au>, <ouw> en <auw> van het AN klinken als [a:] (de lange a van het AN)[39], maar voor een medeklinker net als in het AN [ɑu].
    • Voorbeelden: vrouw [vraˑ], zout [zɑut]
  • In het AN zijn deze drie schrijftekens allemaal samengevallen tot [ɑu], dwz de vroegere uitspraak van <au>. Eerst vielen <au> en <aauw> samen tot <au(w)>, een taalverandering die tot uiting kwam in de spelling De Vries-Te Winkel in het schrappen van één a in bijvoorbeeld raauw.[40] Later zijn ook <ou> en <au> samengevallen, maar dat heeft geen spellingwijziging met zich meegebracht. In het Antwerps is de samenval anders gebeurd: <au> en <aauw> zijn samengevallen in <aauw> waarvan het laatste deel van de tweeklank is weggevallen; <ou> is gedeeltelijk samengevallen met de nieuwe [aˑ], behalve vóór medeklinkers.[41]
    • Er zijn echter een paar restantvormen te vinden waar de uitspraak [ɑu] soms wordt gehandhaafd ook al volgt er geen klinker op, bijvoorbeeld: zou [zɑu], wou [wɑu][42]

Onechte tweeklanken[bewerken | brontekst bewerken]

  • <oei> [ʊj] klinkt hetzelfde als in het Nederlands
  • <ooi> in princiep ook, maar meestal gaat het om een oo ontstaan uit Germaans <au>[43] en dan is ze (behalve in bijvoorbeeld (h)oôi en koôi [44][45]) verkort van [uəj] naar [ʊj] - en klinkt dus gelijk aan <oei>
  • <ieuw> klinkt net als in het Nederlands als een opeenvolging van <ie> en <w>, in het Antwerps dus als [ɪ:w].
** behalve voor het woord nieuw dat wordt vervormd tot nief(waarbij er gelijktijdig een korte en lange variant van de ie wordt gebruikt vb eenn[i:]f kostum, de lange of keurte n[i]fstrot
  • <eeuw> klinkt ongeacht de herkomst van de <ee> als [iəw][13][46], ook al kan de w soms wegvallen.[47]
  • <aai> klinkt als [ɑ:j] of [ɔ:j], en is door die tweede, authentiekere uitspraak moeilijk tot onmogelijk te onderscheiden van <ui>
    • Voorbeelden: waaien [wɔ:jə(n)]
  1. Antwerps schrijven, Filip Camerman, C.Devries-Brouwers Antwerpen, 2007
  2. Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven: Spelling en grammatica van het 21e-eeuwse Antwerps, blz. 178-181. ISBN 978-90-5927-175-3.
  3. Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 38-39.
  4. Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 35-36.
  5. Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 175.
  6. Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 17-19.
  7. a b c Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 19.
  8. [http://www.aentwaerps.be/woord/1347 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  9. waarom?
  10. a b c Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 24.
  11. a b Men zie hiervoor onder andere
  12. a b Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 25-26.
  13. a b c d e f Smout, H. (1905). Het Antwerps dialect, blz. 17.
  14. Eigen waarneming. http://www.aentwaerps.be/forum/topic/87/last
  15. Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  16. Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 24-25.
  17. Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 19-20.
  18. Camerman noteert <oê> naar analogie van zijn andere gekozen grafemen; wij echter niet om het leesbaarder te houden
  19. a b Smout, H. (1905). Het Antwerps dialect, blz. 23.
  20. Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse woordeschat - oor- oêr- oer
  21. Antwerps.be - Woordenboek Antwerps - Nederlands
  22. Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  23. Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  24. Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  25. Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  26. Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  27. Antwerps.be - Katastroof - E góe kakske - tekst
  28. http://www.aentwaerps.be/tekst/403/katastroof-aentwaerpe/beko%EArd
  29. a b Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 20.
  30. Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  31. Camerman blz. 22: schroef, slùf; roem, blùm; preuts, plöts; keus, kös; poep, pùp
  32. a b Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 187.
  33. soms ook korte u?
  34. Gaat de ù rechtstreeks terug op de Germaanse <u> of is ze secundair ontstaan uit <o> vóór nasaal?
  35. Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 21-22.
  36. a b Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 21.
  37. Het is niet altijd gemakkelijk om uit te maken of er sprake is van een doffe e of een ö, wat blijkt uit waarschijnlijk dat vertaalt als wörschijnlijk (indien stamklankverkorting met umlaut) of werschijnlijk (indien stamklankverkorting en verdoffing tot sjwa)
  38. De juiste schrijfwijze is laweit, aldus het WNT
  39. Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 23.
  40. te Winkel, L. A., M. de Vries (1914). Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche taal, met aanwijzing van de geslachten der naamwoorden en de vervoeging der werkwoorden, Zoek op "7. Aau of au".
  41. Deze lijst bevestigt de regel. Smout wijst in dezelfde richting §35 (p. 14) §56 (p. 26).
  42. Tàànder Aàntwààreps: Naslag, halfklinkers en tussenklanken
  43. Philippa, M., e.a. (red.) (2004-2006). Etymologisch Woordenboek van het Nederlands [A-K], Het lemma “gooien”; te bereiken via hetzelfde lemma in het WNT.
  44. Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse spelling en grammatica - tussen-j
  45. Soms ook bewaard in toernoôi
  46. Camerman, F. (2007). Antwerps schrijven, blz. 26.
  47. Bijvoorbeeld in de verbogen vormen van schriêwe(n)