Gebruiker:Meergem/kladblok/mediawet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Mediawet 2008 is een Nederlandse wet die in 2008 is vastgesteld (en op enkele artikelen na op 1 januari 2009 in werking getreden. De wet regelt de toelating tot het omroepbestel en stelt eisen aan de publieke omroepen o.a. om te zorgen voor mediapluriformiteit).

Er zijn twee wijzigingen van de Mediawet 2008 voorzien.

  • De Multimediawet zorgt ervoor dat de publieke omroep volop multimediaal kan opereren. De wet verruimt ook de regels voor reclame en sponsoring bij de commerciële omroep. De wet aangenomen door de Eerste kamer maar is niet werking getreden.
  • De Erkenningswet schept de kaders voor de nieuwe concessieperiode 2010-2015 van de publieke omroep en maakt duidelijk welke eisen gesteld worden aan de erkenning van omroepverenigingen. De peildatum voor de ledentelling is 1 april 2009. Het ledental blijft bepalend voor het vaste budget van omroepverenigingen, maar de A- en B-statussen maken plaats voor een glijdende schaal. Omroepen mogen geen negatief vermogen hebben. De wet aangenomen door de Eerste kamer maar is niet werking getreden.


Uitvoering door de minister OCW en het commissariaat van de media[bewerken | brontekst bewerken]

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan eens in de vijf jaar aan omroepverenigingen erkenningen en voorlopige erkenningen verlenen. De huidige erkenningperiode is van 1 september 2005 tot 1 september 2010, de volgende van 1 september 2010 tot 1 september 2015. De huidige concessieperiode is van 1 september 2000 tot 1 september 2010, de volgende van 1 september 2010 tot 1 september 2020.

Een omroepvereniging moet een vereniging zijn die een bepaalde maatschappelijke, culturele, godsdienstige of geestelijke stroming vertegenwoordigt en waarvan de leden op democratische wijze invloed hebben op het beleid; ook moet een jaarlijkse contributie van ten minste € 5,72 worden geheven waarin de verstrekking van een programmablad niet is begrepen.

Voor een erkenning als publieke omroep komen slechts in aanmerking omroepverenigingen die in de voorafgaande erkenningperiode een erkenning of voorlopige erkenning hadden en ten minste 150.000 leden hebben. Om te mogen blijven uitzenden moeten daarom ook LLiNK en MAX op 1 april 2009 150.000 leden hebben.

Voor een voorlopige erkenning komen slechts in aanmerking omroepverenigingen die in de voorafgaande erkenningperiode geen erkenning of voorlopige erkenning hadden, ten minste 50.000 leden hebben, en een voorgenomen media-aanbod hebben dat een vernieuwende bijdrage levert aan de publieke omroep. Leden tellen mee als ze in Nederland wonen, 16 jaar of ouder zijn, en minstens € 5,72 hebben betaald.

De Tijdelijke regeling van het Commissariaat voor de Media van 13 januari 2009 houdende beleidsregels omtrent toepasselijkheid van de beleidsregels van het Commissariaat voor de Media in verband met de inwerkingtreding van de Mediawet 2008 (Regeling toepasselijkheid beleid onder de Mediawet 2008) is een tijdelijke voorziening, nodig omdat de wet zeer kort na aanvaarding is ingegaan waardoor het Commissariaat voor de Media de beleidsregels niet in deze tussentijd kon aanpassen.

Uitvoering door gemeenten[bewerken | brontekst bewerken]

Per gemeente wordt door het Commissariaat voor de Media aan slechts één instelling voor lokale omroep zendtijd toegewezen. Een door het Commissariaat erkende lokale omroep krijgt voor de duur van vijf jaar zendtijd, waarna verlenging moet worden aangevraagd . De wet bepaalt dat toewijzing pas plaatsvindt nadat de gemeente, op verzoek van het Commissariaat, binnen 18 weken heeft geadviseerd over de vraag of de instelling (nog) aan de eisen voldoet.

De Erkenningswet, als die in werking treedt, heeft belangrijke gevolgen voor lokale publieke omroepen in Nederland. Gemeenten zijn door de wet verplicht de basiskosten van deze omroepen voor hun rekening te nemen. De VNG raadt aan om in de gemeentebegroting als uitgangspunt € 1,30 per woonruimte (plus index) te hanteren maar gemeenten zijn hierin vrij.

Uitvoering door omroepverenigingen[bewerken | brontekst bewerken]

De omroepverenigingen worden onderscheiden in (zie ook omroepstatus):

  • Aspirant-omroep heeft minimaal 50.000 leden, en probeert de C-status te bereiken
  • C-status omroep met 100.000-150.000 leden
  • B-status omroep met 150.000-300.000 leden
  • A-status omroep met meer dan 300.000 leden
  1. omroepen moeten verschillende soorten programma`s uit te zenden:
    • 25% informatieve programma`s
    • 25% culturele programma`s
    • 5% educatieve programma`s
    • 25% amusement
    • 20% vrij in te vullen
  2. naar mate een omroep meer leden heeft krijgt deze meer zendtijd
  3. lokale omroepen moeten minimaal 50% van hun zendtijd besteden aan ICE-programma's, dat wil zeggen Informatie, Cultuur en Educatie.
  4. de publieke omroep mag jaarlijks niet meer dan 10% en dagelijks niet meer dan 15% van de zendtijd aan reclame besteden.

Voor de periode van 1 september 2005 tot 1 september 2010 zijn dit LLiNK en MAX. Omroepverenigingen die een voorlopige erkenning voor de periode van 1 september 2010 tot 1 september 2015 hopen te verkrijgen zijn Populistische Omroep Nederland (PopNed), Publieke Omroep Weldenkend Nederland En Dergelijke (PowNed), Zenit, Wakker Nederland, Piep[1], RTV Oranje, Omroep voor Kunst en Cultuur (Omroep C), ZiCo TV[2], de Vrije Omroep[3], en Samenwerking Media Entertainment (SME)[4], en mogelijk ook de Reformatorische Omroep. Daarvoor moeten ze op 1 april 2009 minstens 50.000 leden hebben. Alleen PowNED en Wakker Nederland hebben de grens van 50.000 leden ook daadwerkeliijk gehaald. Het is nog maar de vraag of deze omroepen echt mogen uitzenden. Het Commissariaat van de Media moet de toetreding eerst nog goedkeuren.

Kosten en middelen[bewerken | brontekst bewerken]

Het ministerie OCW subsidieert de landelijke publieke omroep in 2010 met € 688,64 miljoen. De sterinkomsten worden in 2010 begroot op € 209 miljoen en de algemene mediareserve lever € 2 miljoen rente op. Het commissariaat van de media kost in 2010 ruim € 4 miljoen De VNG raadt gemeenten aan voor 2010 in de gemeentebegroting als uitgangspunt € 1,30 per woonruimte (plus index) te hanteren.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

[[Categorie:Nederlandse wet]] [[Categorie:Omroep]]