Gebruiker:UsagiM/Genseiryu nieuw

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Genseiryu (玄制流) is een karatestijl met wortels in het Shuri-Te, één van de drie oorpronkelijke karatestijlen op Okinawa (een Japans eiland). Het is ontwikkeld door Seiken Shukumine (1925-2001) die klassieke technieken combineerde met zijn eigen technieken en zo de speciale karakteristieken van het Genseiryu creëerde. Sensei Shukumine had in zijn leven twee leraren, Sadoyama and Kishimoto. De naam Genseiryu werd voor eerst gebruikt in 1953. In het Japans bestaat de naam uit drie verschillende karakters of ideogrammen (Kanji):玄制流. He eerste karakter is Gen (玄) en heeft betekenissen als 'mysterieus', 'universum' maar ook 'een subtiele en diepe waarheid'. Het tweede is Sei (制) en laat zich vertalen in 'controle', 'systeem', 'wet' of 'regel', maar ook in 'vormgeving'. Het laatst teken is Ryu (流) en betekent simpelweg 'stijl' of 'school'. De combinatie Gensei (玄制) zou kunnen worden vertaald als 'controle over het universum', maar het uitleggen van Japanse Kanji is niet zo simpel. In deze combinatie wordt de betekenis zoiets als "het najagen van de diepe waarheid en het verduidelijken ervan door de vorm". Dit kan zowel fysiek als spiritueel worden opgevat.


Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Genseiryu heeft zijn wortels in een oude karatestijl genaamd Shuri-Te. Sommige bronnen spreken van Tomari-Te als de wortel ervan, maar de verschillen waren minimaal. Beide stijlen waren afgeleid van Shorin-Ryu. In de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw waren er drie grote karatestijlen op Okinawa. Ze waren alledrie vernoemd naar de stad waar ze waren ontwikkeld: Naha, Tomari en Shuri. Deze drie stijlen (Naha-Te, Tomari-Te en Shuri-Te) worden soms ook wel aangeduid met de algemene term Okinawa-Te.

Sokon "Bushi" Matsumura (1809-1898) was één van de meesters van Shuri-Te. Hij gaf les aan beroemde mensen als Gichin Funakoshi ('vader' van het Shotokan Karate) en Yasutsune (Anko) Itosu (Itosu-kai). Een minder bekende leerling was Bushi Takemura. Hij ontwikkelde een versie van de kata (型) Kushanku dat vandaag de dag nog in Genseiryu wordt getraind. Eén van sensei Takemura's leerlingen was Soko Kishimoto (1862-1945, sommige bronnen spreken van 1868 als geboortejaar). Hij werd later de leraar van Seiken Shukumine.

De jonge Seiken Shukumine, geboren op 9 december 1925 in Nago-shi op het Japanse eiland Okinawa, begon op 8-jarige leeftijd met karate lessen van Anko Sadoyama, een grootmeester in Koryu Karate ("Oude stijl/school"). Hij trainde hem voor vier jaar. Toen Shukumine een jaar of 14 was, werd hij geaccepteerd door sensei Soko Kishimoto. Kishimoto was zeer selectief, hij heeft in zijn leven slechts negen kōhai (=leerlingen) geaccepteerd en ook Seiken Shukumine moest enige tijd aandringen alvorens Kishimoto besloot om de jonge man les te geven. De laatste twee leerlingen van Kishimoto waren Seiken Shukumine and Seitoku Higa (geboren in 1920).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de 18-jarige Shukumine opgeroepen voor de marine en gestationeerd bij het Japanse Kamikaze Corps waar hij werd opgeleid tot "kaiten"-piloot, een éémansduikboot of meer een bemande torpedo, gebruikt als kamikaze (zelfmoordaanval) tegen Amerikaanse oorlogsschepen. Seiken Shukumine was getraind om zijn smalle vaartuigje tussen een stalen netwerk door te sluizen dat in het water was aangelegd rond de schepen om te verhinderen dat ze werden aangevallen door deze kaiten. Hij dacht op een martial art-manier na over hoe hij het beste kon manoeuvreren tussen deze stalen netten en hij trachtte technieken te bedenken om vijandelijke torpedo's te ontwijken. Hij leerde dat hij hard moest werken om door de vijandelijke defensie door te kunnen dringen en de fantasie van de oosterse krijger in hem zag hoe hij deze manier van aanpak kon toepassen op het traditionele karate en zo dit te verbeteren tot een soepeler en dynamischer vorm van krijgskunst.

Gelukkig werd Shukumine nooit aangewezen voor zo'n zelfmoordaanval en hij overleefde de oorlog. Maar toen hij terugkwam op Okinawa, vond hij zijn stad platgebombardeerd en zijn meester Sensei Soko Kishomoto was gedood tijdens de Slag om Okinawa in 1945. Shukumine trok zich terug in alle eenzaamheid voor een aantal jaren en begon met de ontwikkeling van zijn karatestijl, met in zijn achterhoofd zijn training als kaiten-piloot. Hij combineerde zijn nieuwe technieken met de klassieke technieken die hij had geleerd van zijn leraren Sadoyama en Kishimoto, en zo ontwikkelden zich de speciale karakteristieken van Genseiryu.

In 1949 demonstreerde Seiken Shukumine voor het eerst zijn karate voor het publiek, in de stad Ito (Shizuoka prefecture, Japan). In oktober 1950 nam Seiken Shukumine deel aan een karate-demonstratie gearrangeerd door Nippon TV. Aan deze demonstratie namen ook andere grootmeesters deel, zoals Hidetaka Nishiyama (van de Japan Karate Association, JKA), Yasuhiro Konishi (Ryobu-kai) Ryusho Sakagami (Itosu-kai), H. Kenjo (Kenshu-kai), Kanki Izumikawa and Shikan Akamine (beide van Goju-ryu). Shukumine demonstreerde o.a. de kata Koshokun dai, Tameshiwari (=breektechniek, in dit geval brak hij 34 dakpannen met shuto, the snijkant van de open hand) en Hachidan-tobi-geri (springende trap met 8 trappen in één sprong). In hetzelfde jaar creëerde Shukumine Sansai no kata, een meesterwerk van het Genseiryu Karate.

In 1953 begon Sensei Shukumine met lesgeven aan de Zelfverdedigingseenheden van de militaire basis van Tachikawa en voor de daarop volgende tien jaar gaf hij les in vele dojo's (zoals op universiteiten en instituties) in en rond Tokio. Eén van zijn eerste leerlingen was Kunihiko Tosa (geboren in 1932). Kunihiko Tosa ontmoette Sensei Shukumine het jaar ervoor, in 1952, bij de Zelfverdedigingseenheden, net na een hoogspringwedstrijd. In het jaar 1953 kondigde Sensei Shukumine officieel aan dat hij zijn stijl Genseiryu noemde, maar het jaar 1950 wordt gezien als het begin van Genseiryu.

Vanaf 1953 formuleerde Sensei Shukumine de basis-principes die nodig zijn voor een nieuwe vechtkunst. Deze nieuwe vechtkunst werd geïntroduceerd in 1962. Het is een verdere ontwikkeling van Genseiryu en hij gaf het de naam Taido. Taido wordt niet beschouwd als Karate, maar als een nieuwe vechtkunst. Vanaf dat moment was Sensei Shukumine hoofdzakelijk bezig met Taido en nam veel van zijn leerlingen hierin mee. Echter, de Taido-beoefenaars hebben altijd een goede relatie onderhouden met Genseiryu-beoefenaars en sensei Shukumine was incidenteel nog bezig met Genseiryu Karate. Zo schreef hij bijvoorbeeld boeken over Genseiryu (1964 en halverwege de jaren '70) en ook gaf hij incidenteel nog les aan hoge Genseiryu instructeurs. Maar zijn belangrijkste activiteit tot aan zijn dood was Taido.

In 1964 publiceerde hij zijn boek Shin Karatedo Kyohan, waarin hij de technieken beschrijft die in het Genseiryu Karate worden gebruikt. In het boek beschrijft hij ook de Genseiryu kata. Sommige hiervan worden uitvoerig beschreven, samen met foto's. Dit zijn:

  • Ten-i no Kata
  • Chi-i no Kata
  • Jin-i no Kata
  • Sansai
  • Naihanchi (Naifanchi)
  • Bassai-Dai
  • Koshokun-Dai

Er zijn nog veel meer kata genoemd in dit boek, echter zonder foto's, in totaal zo'n 44 kata waaronder Taikyoku-Shodan, Tensho-no-Kata, Wankan, etc. In het boek noemt hij de naam Genseiryu ook enkele keer, maar hij gebruikt vaker het woord Koryu (古流), dat zich laat vertalen in 'oude stijl/school'.

Vanaf de jaren '60 begon Genseiryu zich te verspreiden buiten Japan, naar landen als de USA, Spanje, Finland, Nederland, Denemarken, Australië, Brazilië, India, etc.

Halverwege de jaren '70 schreef hij nog een boek, dat veel minder bekend is in de karate-wereld dan zijn eerste boek. De titel van dit boek is (vertaald in Engels) "The Karate training by complete drawing" en omvat zo'n 200 pagina's die de Genseiryu karate-technieken beschrijven, maar ook haalt hij de verschillen aan tussen Karate en Judo, Karate en Aikido, Karate en Taido, etc.

In 1988 publiceerde Sensei Shukumine nog een boek, ditmaal over Taido. In dit boek "Taido gairon" beschrijft hij de basisprincipes en technieken van Taido. Ook merkt hij hierin op dat zijn eerste boek "Shin Karatedo Kyohan" geschreven is voor mensen die Genseiryu wilden blijven trainen.

Op 26 november 2001 overlijdt Sensei Seiken Shukumine aan een hartstilstand na een lang ziekbed. Hij werd 75 jaar oud.

Karakteristieken van Genseiryu[bewerken | brontekst bewerken]

Sensei Shukumine was filosofisch ingesteld en tijdens de oorlog leerde hij dat het geheim van een overwinning ligt in het doen van datgene wat men niet verwacht, zelfs in een oorlog tussen twee naties, maar ook in een persoonlijk conflict. Met andere woorden: de basis-filosofie achter Genseiryu volgt het idee van "het doen van het onverwachte".

Shukumine studeerde lang op dit idee en paste het niet alleen op zijn leven toe maar ook op het Genseiryu Karate en de erbij behorende kata. Uiteindelijk creëerde hij de basis-theorie van "Se, Un, Hen, Nen and Ten". Dit zijn de basis-principes dat van Genseiryu een drie-dimensionale karatestijl maakt:

  • Se (wervelwind): het roteren (draaien) van het lichaam rond de verticale as;
  • Un (golven): het gebruiken van de gracieuze op-en-neer-beweging van het lichaam;
  • Hen (wolken): vallende beweging naar voren of naar achteren, links of rechts. Een val uit vrije wil;
  • Nen (maalstroom): draaiende hand en armtechnieken, gewoonlijk uitgevoerd op de plaats;
  • Ten (lichtgevend): een techniek in een onverwachte situatie, uitgevoerd als draaiing naar voren, achteren of opzij.

De "Sansai no Kata" is alom bekend als een typische kata van het Genseiryu met veel van deze technieken. Andere typische technieken voor het Genseiryu zijn bijvoorbeeld de trappen Ebi-geri (achterwaartse trap met beide handen op de grond en het gezicht dicht bij de grond) en Manji-geri (zijwaartse trap (mawashi-geri) met het hoofd dicht bij de grond en beide handen op de grond). Beide trappen horen tot de groep van de Shajo-geri (buigend lichaam) en worden ook geoefend in Taido. Behalve kata, beoefent Genseiryu ook Shihō (sommige andere stijlen doen dat ook, maar niet allemaal). Shihō (四方) betekent 'vier richtingen' en omvat een oefening waarbij een combinatie van technieken enkele malen wordt herhaald in vier verschillende richtingen (voor, achter, rechts en links).

Opsplitsing van Genseiryu-stijlen[bewerken | brontekst bewerken]

Door de jaren heen hebben enkele meesters die Genseiryu hebben geleerd aanpassingen gedaan aan de stijl. Sommigen gingen hierin wat verder dan anderen, zo nieuwe scholen creërend met namen als Butokukai, Genwakai, Ryounkai, Keneikai en Seidokai. Dit waren in feite allemaal scholen die Genseiryu Karate trainen. In het begin waren dit nog geen grote organisaties, maar gewoon een paar scholen die Genseiryu trainden en de naam van hun school gebruikten als additionele term, dus zo kreeg je: Genseiryu Ryounkai, Genseiryu Seidokai, Genseiryu Butokukai, etc. Maar iedere organisatie ging haar eigen weg en sommigen zijn uitgegroeid tot vrij grote organisaties en sommigen hebben de naam van hun vroegere school gebruikt voor de naam van de stijl en organisatie, zoals Ryounkai en Genwakai. Zij hebben allen in bepaalde mate de technieken en/of kata aangepast. De stijl Genwakai heeft dit in een ruimere mate gedaan dan de andere stijlen. Maar als overeenkomst hebben alle genoemde stijlen, m.u.v. Butokukai, dat ze de kata Ten-I, Chi-I en Jin-I-no-kata als basis-kata trainen, om zich voor te bereiden voor de kata Sansai. De stijl Butokukai heeft deze drie kata verworpen en vervangen door de vijf basis-kata uit het Shotokan Karate (de zogenoemde Heians)

Al langere tijd zijn er twee organisaties die de naam Genseiryu claimen, beide met hun eigen verhaal en redenen waarom zij het alleenrecht van het dragen van deze stijlnaam zouden hebben.

Genseiryu volgens het boek "Shin Karatedo Kyohan"[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Gebruiker:Mario_Roering/WGKF voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Toen Genseiryu zich over Japan en al gauw ook over de wereld begon te verspreiden, werd er een hoofdkwartier (Honbu Dojo) opgezet in Ito, de thuisstad van Sensei Shukumine. Omdat Sensei Shukumine zelf druk bezig was met Taido, had hij te weinig tijd om de Wereld Genseiryu organisatie zelf te leiden. Hij wees een Hoofdinstructeur aan. De eerste was sensei Yamada. Toen deze ziek werd en stierf, wees Sensei Shukumine een andere leraar aan tot Hoofinstructeur: sensei Saito. Toen ook hij er niet meer was, nam sensei Yasunori Kanai deze functie over. De Japanse tak van de Wereld Genseiryu organisatie is lid van de Japanse overkoepelende organisatie "Nippon Karatedo Rengoukai". Zij zijn lid van de Japan Karatedo Federation (JKF) en daarmee alle leden van deze organisatie automatisch ook. Vandaag de dag zijn de meeste Genseiryu verenigingen die sensei Shukumine eren door zijn stijl te volgen zoals hij het had ontwikkeld, vertegenwoordigd in een federatie, genaamd de World Genseiryu Karatedo Federation (W.G.K.F.). Ook de Japanse tak van Genseiryu maakt er deel van uit. Leden van deze organisatie hebben een overeenkomst ondertekend waarin ze o.a. verklaren dat ze altijd het eerste boek van Sensei Shukumine, "Shin Karatedo Kyohan", zullen gebruiken als leidraad voor hun stijl. Dat betekent ook dat ze de basis-kata Ten-i, Chi-i en Jin-i no kata, als voorbereiding voor de kata Sansai, moeten trainen. De internationale overeenkomst werd ondertekend door leraren uit Japan, Nederland, Spanje, Finland en Denemarken. Sensei Shukumine's betrokkenheid bij het Genseiryu en zijn mening dat de basis-kata Ten-Chi-Jin (zoals het vaak wordt afgekort) wordt ondersteept door een brief uit 2001 die hij kort voor zijn dood schreef. Deze brief was oorspronkelijk in het Japans.

Sensei Tosa's organisatie: Genseiryu Butokukai[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Genseiryu Karate-do International Federation voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Eén van de eerste leerlingen van sensei Shukumine, Kunihiko Tosa, volgde op een gegeven ogenblik zijn eigen pad. In 1962 richtte hij zijn eigen dojo op en noemde dit Genseiryu Butokukai. De organisatie die hieruit voortvloeide werd Nippon Karatedo Butokukai genoemd. Buiten Japan gebruiken ze de meer internationale naam Genseiryu Karate-do International Federation (G.K.I.F.). Sensei Tosa werd hoofd van deze organisatie in 1971. Leden van deze organisatie volgen het boek dat Sensei Tosa schreef, "Genseiryu Karatedo Kyohan 2" en zij trainen in plaats van de basis-kata Ten-i, Chi-i en Jin-i no kata de basis-kata (Heihans) uit het Shotokan Karate.