Heimolen (Keerbergen)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Heimolen of Oude Molen
Heimolen
Basisgegevens
Plaats Molenstraat 35 (hoek met Achilles Cleyneslaan) Keerbergen
Bouwjaar voor 1700 (op oude locatie), verplaatst in 1722
Type Staakmolen
Kenmerken Brabants-Kempische bouwstijl, moerstijl, kapeldak, zeer origineel bewaard gebleven
Vlucht 24m
Functie korenmolen
Monumentstatus Beschermd monument sinds 1955
Externe link(s)
Belgische Molendatabase
Portaal  Portaalicoon   Molens

De Heimolen (ook bekend als de Oude Molen) is een windmolen in de Vlaams-Brabantse plaats Keerbergen, gelegen op de hoek van de Molenstraat en de Achiel Cleynhenslaan. Deze staak of standerdmolen heeft een open voet en is opgetrokken in Brabants-Kempische stijl. de molen functioneert als korenmolen

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De Heimolen is voor 1700 opgericht op de "Groote Heijde" (vermoedelijk 900m in oostelijke richting van waar hij nu staat, ter hoogte van het Pommelsven & de Le Grand Veneur).

18de eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

[1]Omstreeks 1700 bezat gravin Marie Anne d'Oyenbrugge de Duras de windmolen op de Grote Heide in Keerbergen. Zij was weduwe van Ernst de Berlo, graaf van Hozemont en de 25ste heer van Keerbergen. Na zijn overlijden werd Marie Anne d'Oyenbrugge de Duras vrouwe van de heerlijkheid Keerbergen, van het feodaal hof Cruys en van de laathoven Bollo en Roosendael, die Ernst de Berlo in hun huwelijk had ingebracht.

Op 10 maart 1704 sloot zij een contract af met Maalder Guillam de Grove voor de Mechelse Notaris Swiggers voor de huur van haar windmolen. De Grove was een 'bejaert jongman' en inwoner van Keerbergen. Zijn pachtermijn bedroeg negen opeenvolgende jaren die zou ingaan vanaf half maart 1706 voor 400 gulden per jaar 'in munte ten vervaldaege cours hebbende'. Hij moest ook jaarlijks 10 gulden betalen 'voor slete van steenen' (de molenstenen) en daarbij constant 'hondert pattacons voor spellegelt', wat een soort molenaarstaks was. De andere huurvoorwaarden zouden dezelfde zijn als deze opgenomen in het huurcontract dat Marie Anne d'Oyenbrugge de Duras had afgesloten voor notaris Hullet met maalder Jan Smekens. deze pachtovereenkomst toont dus aan dat de molen reeds voor 1700 was opgetrokken.

Fragment (fotokopie) uit een kaart op perkament van 1705 in het archief van de Abdij van Grimbergen. De windmolen op de Keerbergse heide stond ten zuiden van het omgrachte 'Hof van Bleijenberg', op het plan aangeduid als 'schrans'.[2]

Eind 1704 mandateerde Marie Anne d'Oyenbrugge de Duras, Charles de l'Escaille, heer van Mares en advocaat in de Grote Raad, om in haar naam voor de Mechelse notaris Neeffs een reeks eigendommen te verkopen waarbij ook de heerlijkheden Keerbergen, Cruys, Bollo en Roosendael, de windmolen, én tolrechten op de Dijle in Mechelen te koop werden gezet. De eerste zitdag van de openbare verkoop werd in Mechelen gehouden op 28 februari 1705. Jacques Hullet, drossaard van Putte, was hierbij getuigen.

De windmolen was de vijfde koop en was leenroerig onder het Koninklijk Leenhof van het Land van Mechelen. Maalder Norbert Smekens (de broer van Jan Smekens) huurde dan nog de molen tot half maart 1706 voor 310 gulden per jaar. voor de volgende negen jaren zou hij 410 gulden molenhuur per jaar moeten betalen, m.a.w. de koper zou gedurende 10 jaar de huur aan Norbert Smekens moeten gedogen. De windmolen was belast met een jaargetijde op 11 mei waarvoor jaarlijks 5 gulden en een veertel koren moesten sorden betaald.

Op 14 maart 1705 werd in Mechelen de windmolen toegewezen (na het uitdoven van een brandende waskaars) aan Franciscus Piettre, een procureur postulerende voor de Grote Raad. De prijs van de windmolen bedroeg 5500 guldens en 500 'gulden verdieren', een aanzienlijk bedrag.[3] Deze procureur is wellicht te identificeren als 'Franciscus Ludovicus Piettre, Namuranus' (afkomstig van Namur), die als student op 3 februari 1666 werd ingeschreven aan de Leuvense universiteit.[4]

De handtekeningen onder de verkoopsvoorwaarden d.d. 28 maart 1705 van advocaat Charles de l'Escaille en procureur Franciscus Piettre.[5]

Omdat in de koopakte van de windmolen duidelijk werd gesteld dat Norbert Smekens vanaf half maart 1706 de huur gedurende negen opeenvolgende jaren kon verder zetten kan geconcludeerd worden dat het huurcontract met Guilliam de Grove was verbroken. Heden (2023) is nog in het voorste tandrad van de molen het jaartal 1706 zichtbaar. Is het ondenkbaar dat het Norbert Smekens is geweest die de cijfers in het hout heeft gebeiteld?

Op 4 april 1705 verkocht Marie Anne d'Oyenbrugge de Duras aan Maria de Gortter (weduwe in tweede huwelijk van Cornelis Persoons) de Heerlijkheid Keerbergen, het feodaal hof Cruys en de laathoven Bollo en Roosendael. Maria de Gortter liet zicht hiervoor vertegenwoordigen door Ferdinand Hullet, drossaard van Keerbergen.[6]

Vier jaar later, op 7 oktober 1709, werd de windmolen op de Grote Heide openbaar in Mechelen verkocht voor notaris Pierre Hullet. Het was opnieuw Maria de Gortter die het goed aankocht. Maalder Norbert smekens had in haar naam de koop bedongen. De prijs van de windmolen bedroeg 4200 gulden en 399 gulden 'verdienen'. Op 11 januari 1710 deed haar zoon Cornelis persoons het verhef.[7]

Maria de Gorrter droeg op 12 juni 1716 de heerlijkheden Keerbergen, Cruys, Bollo, Roosendael én de windolen in Keerbergen over aan haar zoon Cornelis Persoons en zijn echtgenote Petronilla de Gortter. Hierdoor werd hij de volgende heer van Keerbergen. Bij deze overdracht verklaarde Marie de Gortter dat zij de windmolen had gekocht van 'madame Sancta de Lopez Héritière de la comtesse de Berlo' (d.i. gravin Marie Anne d'Oyenbrugge de Duras). Had procureur Franciscus Piettre in 1705 in werkelijkheid voor de gravin gehandeld?[8]

In 1722 werd de windmolen overgebracht naar zijn huidige locatie aan de Molenstraat. Hij stond tot dan midden de Grote Heide naast het latere vliegveld (van 1932 tot 1962), op een plaats waar hij (volgens de literatuur althans) onvoldoende wind kon vangen en moeilijk bereikbaar was vanuit het dorp. Bij de verplaatsing werd de steenbalk vernieuwd, de massieve dwarsbalk waar de hele molenkast op rust.[9]

De notitie over de windmolen in Keerbergen in de weeskamerakte van 11 augustus 1761[10]

Joannes Cornelius Persoons, de oudste zoon van Cornelis en Petronilla de Gortter, deed op 29 juli 1725 verhef van de heerlijkheid Keerbergen en van de windmolen. Hij werd ook heer van Cruys, Bollo en Roosendael, Hijzelf woonde in Keerbergen.[11] Zijn dochter en enig kind Maria Anna Francisca Persoons was 13 jaar toen haar moeder Anna Barbara van Kiel overleed. De inventaris van haar sterfhuis werd aan de weeskamer in Mechelen ter goedkeuring voorgelegd op 11 augustus 1761. In deze akte van 25 folio's is de windmolen opgenomen als kavel nr. 69. Hij behoorde tot het patrimonium van Joannes Cornelius Persoons. Maalder Adriaen van Camp huurde toen de molen sinds Kerstmis 1757 voor 400 gulden per jaar. In januari 1761 was hij nog 900 gulden achterstallige huur verschuldigd.[12]

Op 13 januari 1764 deed Jan Baptist Athanasius Scheppers, griffier van de stad Mechelen en voogd over de minderjarige, in haar naam het verhef zowel van de heerlijkheid Keerbergen als van de windmolen.[13] Het jaar nadien huwde Maria Anna Francisca Persoons met Egidius Josephus Antonius de Jongh, heer van Daelput, licentiaat in de rechten en advocaat in de Grote Raad.[14] De windmolen op de Grote Heide in Keerbergen kwam hierdoor in het bezit van de familie de Jongh.

Uitsnede uit de Ferrariskaart – Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden en het Prinsbisdom Luik (1771-1778) waarop de windmolen op de Grote Heide staat weergegeven.[15]

Bij haar huwelijk had Maria Anna Francisca Persoons de windmolen op de Grote Heide ingebracht. Haar oudste zoon Jean Baptiste Antoine de Jongh huwde in Brussel Victoire Louise Helman de Termeeren. Na het overlijden van zijn moeder Maria Anna Francisca Persoons werd hij bij verhef op 31 maart 1787 de laatste heer van Keerbergen. De windmolen kwam in zijn bezit.

19de eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Uitsnede uit de Poppkaart (1842-1879) met de aanduiding van de 'Oude Molen' op de percelen gekend in het kadaster gekend onder Sectie G, nrs. 1 en 2.[16]

In 1811 verpachtte de Jongh de molen aan maalder Petrus (Johannes) Wuydts. De Jongh had zijn intrek genomen in het 'Hof ten Eiken' in Rumst waar hij bleef wonen tot zijn overlijden in 1826. Zijn weduwe Victoire Louise Helman de Termeeren en hun twee kinderen erfden de windmolen, die maalder Josephus van Zeir in 1836 pachtte.[17] Jean Baptiste Antoine de Jongh en zijn echtgenote Helman de Termeeren hadden een dochter en een zoon: Marie Louise de Jongh de Keerbergen (1803-1830) en Edmond Marie Louise Gonzague de Jongh de Keerbergen (°1811).

Marie Louise had uit haar huwelijk met Nepomucène Jean Du Bois (1803-1871) een dochter: Marie Stephanie Du Bois de Bianco (°1830). Na het overlijden in 1830 van Marie Louise, waren haar erfgenamen haar echtgenoot Du Bois en hun dochter Marie Stephanie, die zal huwen met graaf Adhémar Du Val de Beaulieu (1823-1905). Edmond bleef ongehuwd.

De handtekeningen onder de akte van 13 februari 1851 van de weduwe, zoon Edmond, van kleindochter Marie Stephanie, die de naam van haar echtgenoot gebruikte en van graaf Du Val de Beaulieu. Onderaan de namen van beide getuigen en van notaris Slavon.
In 1940 werd tijdens de Achttiendaagse veldtocht 1 van de opleggers afgeschoten door een Belgische shell. Achter de molen stond 'Steppmans huisje' wat compleet werd vernield door het door hekwerk gevlogen projectiel.

In 1851 zullen hij en Marie Stephanie voor de Mechelse notaris Slavon overgaan tot de verdeling van de nalatenschap van wijlen zijn vader, respectievelijk van wijlen haar grootvader Jean Baptiste Antoine de Jongh. Het patrimonium van de erfenis was indrukwekkend. De 'naakte eigendom' werd in twee loten (A en B) verdeeld en telde 139 kavels. Edmond kreeg lot B werd toegewezen. Hiertoe behoorde de 'Oude Molen' (onder nr. 109). Weduwe Victoire Louise Helman de Termeeren verkreeg het vruchtgebruik van de hele nalatenschap.[18] Uit de akte van 13 februari 1851 van notaris Slavon vernemen we dat toen maalder Henricus Janssens de 'Oude Molen' pachtte.[19]

De Heimolen omstreeks 1940

Hoewel de 'Oude Molen' in 1851 was toegewezen aan Edmond Marie Louise Gonzague de Jongh de Keerbergen, moet hij later in bezit gekomen zijn van zijn schoonbroer Nepomucène Jean Du Bois. Na het overlijden van Du Bois in 1871 werd de 'Oude Molen' vererfd aan zijn dochter gravin Marie Stephanie Du Bois de Bianco en haar echtgenoot graaf Adhémar Du Val de Beaulieu. Zij waren in 1850 in Antwerpen gehuwd. Hun gezin zal vijf kinderen tellen. Adhémar overleed in 1905. Marie Stephanie overleefde hem nog tien jaar.

20ste eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Al sinds 1910 was Désiré Louis Van Herck (°Heist-op-den-Berg, 1892) de maalder van de 'Oude Molen' of 'Heimolen'. Volgens H. Verelst in zijn 'De Heerlijkheid van Keerbergen' uit 1936, waren zijn voorgangers de maalders Verhoeven, Van Uytven[20] en Van Craen.[21] Van Herck zal in 1923 de windmolen kopen van de erfgenamen van gravin Maria Stephania Du Bois de Bianco die in 1915 in Folkestone in Engeland was overleden, op 84 jarige leeftijd.[22] Na zeker 223 jaar ging hierdoor de windmolen op de Grote Heide van Keerbergen uit handen van de heren en vrouwen van Keerbergen en hun verwante adellijke families.

Tot viermaal toe, in 1920, 1926, 1950 en 1955 werd de molen door de bliksem getroffen. De molen had ook te lijden van de twee wereldoorlogen. Tijdens de 2de wereldoorlog leed de molen 2x, In 1940 werd tijdens de Achttiendaagse veldtocht 1 van de opleggers afgeschoten door een Belgische shell en in 1944 werd de molen beschadigt door een V2 die op 200m van de molen neerkwam. Hij werd in 1955 beschermd monument, volledig hersteld. De molen onderging in 1959,1963 en in 1981 een grondige restauratie door de firma Caers uit Retie.

21ste eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

In 2002-2003 werd de molen maalvaardig hersteld door molenbouwer Eric Vanleene uit Pollinkhove. Onderhoudswerken bleven echter achterwege, met als gevolg dat in de zomer van 2015 Monumentenwacht Vlaams-Brabant bij een inspectie van bepaalde onderdelen (onder meer trap, balkon en voet van de molen) ernstige houtaantasting vaststelde. De molen onderging in 2017-2019 onderhoudswerken: eerst werd de kast gestut, vervolgens werden de voet, de trap, het balkon en het hekwerk van de wieken aangepakt. Later volgden molen technische herstellingen in functie van de draai- en maalvaardigheid. sinds 2021 draait en maalt de molen weer regelmatig onder molenaar Alexander Malomgré (21), hij kan vrijwel elke zaterdag bij voldoende wind worden bewonderd en bezocht.

in 2022 werd begonnen met het onderzoeken van de geschiedenis van de Heimolen. tot toen werd aangenomen dat de molen zou dateren van 1706 (omdat dit in het voorste kamwiel staat). door intensief zoekwerk van Anke Van der Vorst en schrijfwerk van François Van der Jeught kreeg de geschiedenis een frisse wind en komt er telkens nieuwe data en informatie tevoorschijn die de molen een oudere leeftijd geven dan tot nu toe werd gedacht. Ook de familie van Herck blijft niet stil zitten. zo zijn de kleinzonen/zonen van Désiré en Frans van Herck, Chris en Paul van Herck ijverig bezig met het schrijven van een boek over de Heimolen. Dat men anno 2023 nog zoveel tijd en liefde steekt in dit prachtige monument spreekt boekdelen. 

Technische gegevens[bewerken | brontekst bewerken]

De molen is uitgerust met:

  • 24m lange geklinknagelde 'Verhaeghe' roeden uit 1963 en 2002
  • Twee koppels kunstmaalstenen (flint)
  • Bollenregulator op achtermolen
  • ijzeren bandvang
  • Gietijzeren assekop van vermoedelijk Wauters Koekckx

Molenaars en eigenaars[bewerken | brontekst bewerken]

Frans van Herck aan de maalbak. Door vader Dèsiré van Herck kende Frans de kneepjes van het vak. Zo nam hij na de dood van zijn vader de molen over. in 1975 verkoopt hij de molen aan de gemeente Keerbergen en wordt vrijwillige molenaar tot aan zijn dood in 2000.
  • 1871 - 1915: Maria Stephania Du Bois de Bianco, eigenaar
  • 1915 - 1923: erfgenamen Maria Stephania Du Bois de Bianco, eigenaar
  • 1910 - 1923: Dèsiré van Herck, maaldersgast
  • 1923 -1958: Dèsiré van Herck, molenaar en eigenaar
  • 1958 - 1975: Frans van Herck, molenaar en eigenaar
  • 1975 - heden: Gemeente Keerbergen, eigenaar
  • 1975 - 2000: Frans van Herck, vrijwillige molenaar
  • 2003 - 2008: Walter van Aelst, vrijwillige molenaar
  • 2003 - 2008: Wilfried Nijs, vrijwillige molenaar
  • 2008 - 2015: Luk Kegeleers, vrijwillige molenaar
  • 2021 - heden: Alexander Malomgré, vrijwillige molenaar

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 TEKST EN ARCHIEFONDERZOEK : François Van der Jeught & Anke Van der Vorst
  2. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 (Classics III, nr. 244)
  3. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 ARAB, Notaris J. Swiggers, nr. 2892, s.f°, 10 maart 1704: huurcontract. Stadsarchief Mechelen (SAM), Notaris J. Neeffs, nr. 1310 (1704-1707), s.f°, 14 maart 1705. J. Th. De Raadt, Les seigneuries du pays de Malines: Keerbergen et ses seigneurs, Gent, 1889, p. 158-160 en p. 169-173. Marie Anne d'Oyenbrugge de Duras was dochter van ridder Guillaume, baron van Meldert en Guillelmine du Pin. Haar huwelijkscontract met Ernst de Berlo werd in Brussel afgesloten op 22 mei 1640. Na het overlijden van zijn moeder Agathe de Merode (†1641), dan weduwe van Charles de Berlo, graaf van Hozemont, liet zij aan hem en Marie Anne les biens de Keerbergen na. Wellicht behoorde hierbij de windmolen op de Grote Heide? Maalder Jan Smekens huwde Marie van der Vorst. Maalder Norbert Smekens x Keerbergen, 6 mei 1698 met Catharina van Camp. Hij † Keerbergen, 3 juni 1739, (uit de parochieregisters van Keerbergen en de Schepengriffie Nederokkerzeel, reg. 5917, 9 mei 1695 – met dank aan Erik Heymans, Heemkring Campenholt).
  4. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 A. Schillings, Matricule de l'Université de Louvain, vol. 6, Brussel, p. 242 (onder nr. 274). Hij werd ingeschreven in de logici Liliensis (de Pedagogie De Lelie).
  5. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst (SAM, Notaris J. Neeffs, nr. 1310, s.f°)
  6. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 SAM, Notaris J. Neeffs, nr. 1310 (1704-1707), s.f°, 14 maart 1705. Maria de Gortter x in St.-Rombouts, 1668 met Antoine Marcelis, van wie een dochter gedoopt in Mechelen in 1672 en xx in O.L.Vrouw-over-de-Dijle, 1676, met Cornelis Persoons († St.-Rombouts, 1702), van wie zeven kinderen gedoopt in Mechelen tussen 1678 en 1690. Het gezin woonde aan de Melaan in Mechelen. Maria de Gortter († St.-Rombouts, 1730), woonde bij haar overlijden aan de Hauten Brugh (Kraanbrug). Zij werd begraven met een kerklijk uitvaart en begraven in de Minderbroederskerk. De genealogische informatie werd dankbaar geput uit: De Ware Vrienden van het Archief, bewerking Parochieregisters Mechelen 1303-1796, http://www.dewarevriendenvanhetarchief.be, 2007-2022.
  7. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 J. Th. De Raadt, o.c., p. 172 en 173. H. Verelst, o.c., p. 6. Cornelis Persoons (° O.L.Vrouw-over-de-Dijle, 1678), x O.L.Vrouw-over-de-Dijle, 1701, met Petronella de Gortter, (° O.L.Vrouw-over-de-Dijle, 1675), dochter van Ferdinand en Maria van den Hove. Hun gezin telde vier kinderen gedoopt tussen 1704 en 1709.
  8. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 J. Th. De Raadt, o.c., p. 174.
  9. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 De huidige locatie (2022) is Molenstraat 35, hoek met de Achiel Cleynhenslaan, op ca. 900 m van de kerk van Keerbergen. Zie: https://www.molenechos.org/molen.php?nummer=184 (geraadpleegd op 15 mei 2022). H. Verelst, o.c., p. 20.
  10. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 (SAM, Weeskamer, nr. 168, fol. 127r).
  11. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 J. Th. De Raadt, o.c., p. 175. Joannes Cornelius (° O.L.Vrouw-over-de-Dijle, 1704), x St.-Jan, 1739 met Anna Barbara van Kiel (1707-1757), van wie drie kinderen waarvan enkel hun dochter Maria Anna Francisca Persoons (° O.L.Vrouw-over-de-Dijle, 1744), opgroeide. Hij xx O.L.Vrouw-over-de-Dijle, 1760, met Marie Gertrude Dekens (zonder kinderen na te laten). Joannes Cornelius († O.L.Vrouw-over-de-Dijle, 1763), heer van Keerbergen, woonde bij zijn overlijden Op de Dijle en werd begraven met een kerklijke uitvaart.
  12. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 SAM, Weeskamer, nr. 168, fol. 116r-141r, 11 augustus 1761. Het erfgoed betrof o.a. huizen, herbergen, bossen, beemden, hoeven, renten e.d.m. in o.a. Berlaar, Blaasveld, Boom, Heist-op-den-Berg, Hombeek, Keerbergen, Leest, Liezele, Londerzeel, Mechelen, Muizen, Sint-Katelijne-Waver, Onze-Lieve-Vrouw-Waver, Puurs, Tisselt en Wolvertem. In Mechelen bezat Joannes Cornelius Persoons o.a. de Refuge van Villers met pakhuis aan de Melaan (nr. 34), de brouwerij De Wereld aan de Dijle (nr. 53), de herberg met scheepswerf De Nieuw Heu aan de Sluisbrug die hij verhuurde aan scheepstimmerman Franciscus van Nimmen (nr. 54), De Witte Hoeve in Keerbergen (nr. 62) en een wintmolen slaende smout in Vilvoorde (nr. 81). De inventaris sloot met een batig saldo van 11 567 gulden. Voor de notitie over de achterstallige huur, zie id., fol. 137r. Maalder Adriaen van Camp x Keerbergen, 26 februari 1740 met Petronella Smekens (° Keerbergen, 17 oktober 1715), dochter van Norbert en Catherina van Camp. Hij † Keerbergen, 22 december 1786, (uit de parochieregisters van Keerbergen).
  13. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 J. Th. De Raadt, o.c., p. 176.
  14. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 J. Th. De Raadt, o.c., p. 176. H. Verelst, o.c., p. 6. Maria Anna Francisca Persoons (° O.L.Vrouw-over-de-Dijle, 1744), x St.-Rombouts, 1765, met Egidius Josephus Antonius de Jongh (° St. Pieter en Paulus, 1737 - † 1799), zoon van Jacobus Robertus en Anna Margareta Estrix. Hun gezin telde drie zonen, gedoopt tussen 1765 en 1769. Maria Anna Francisca Persoons († Hanswijk, 1787) met een koorlijke uitvaart; zij werd in Keerbergen begraven.
  15. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 Ferraris Kaart (1771-1778)
  16. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 Poppkaart (1842-1879).
  17. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 J. Th. De Raadt, o.c., p. 178. H. Verelst, o.c., p. 7. Jean Baptiste Antoine de Jongh (° Hanswijk, 1765), x St.-Michiel en St.-Goedele, Brussel, 1802, met Victoire Louise Helman de Termeeren (Brussel, 1776 - Rumst, 1857). Hij overleed in Rumst in 1826. Vandaag (2022) is een straat in Rumst naar het 'Hof ten Eiken' genoemd; van het landgoed rest enkel een visvijver. Josephus van Zeir, ° Tielen, 14 Ventôse XI (5 maart 1803).
  18. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 SAM, Notaris E. N. J. Slavon, nr. 2250, s.f°, akte nr. 33, 13 februari 1851. De eigendommen, zoals huizen, hoeven, weiden, bossen en renten waren gelegen in Berg, Berlaar, Blaasveld, Duffel, Elewijt, Eppegem, Heffen, Heist-op-den-Berg, Hever, Hombeek, Humbeek, Kampenhout, Kapelle-op-den-Bos, Keerbergen (bossen en de windmolen), Leest, Londerzeel, Mechelen (o.a. vijftien huizen en ook gronden op Nekkerspoel), Muizen, Onze-Lieve-Vrouw-Waver (hoeve), Putte (hoeve), Rotselaar, Rumst (het Hof ten Eiken), Sint-Katelijne-Waver (hoeve), Steenhuffel, Steenokkerzeel, Veerle, Walem, Weerde, Wezemaal, Willebroek en Wilsele.
  19. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 Henricus Janssens, ° Keerbergen, 16 messidor VII (4 juli 1799), x Werchter, 10 augustus 1821 met Anna Maria van den Broeck. Hij woonde in Keerbergen, Cassestraat, 35. Hij † Tremelo, 13 september s1857. (Uit de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters van Keerbergen en Tremelo).
  20. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 Maalder Verhoeven kon niet ondubbelzinnig geïdentificeerd worden. Maalder van Uytven betrof Petrus Josephus van Uytven, ° Keerbergen, 9 augustus 1835, x Keerbergen, 21 september 1871 met Maria Josepha Buedts. Hij woonde aan de Kassestraat, (uit de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters van Keerbergen).
  21. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 H. Verelst, o.c., p. 21. Maalder Van Craen betrof Joannes Victor van Craen, ° Duffel, 19 augustus 1827, x Sint-Katelijne-Waver, 5 september 1858 met Maria Elisabeth van der Auwera; hij xx Keerbergen, 1862 met Melanie Mollekens. Hij woonde Kassestraat, 517 in Keerbergen, (uit de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters van Keerbergen).
  22. info uit De geschiedenis van de 'Oude Molen' of 'Heimolen' van Keerbergen herbekeken van François Van der Jeught & Anke Van der Vorst uit HOGT uitgave 38 van Maart 2023 Akte van notaris Scheyven te Brussel d.d. 28 december 1923 inzake de openbare verkoping van de onroerende goederen van de erven Du Val de Beaulieu gelegen in Keerbergen. De erfgenamen behoorden tot de adellijke families de Kerckhove de Denterghem, Outryve d'Ydewalle, de Schietere de Lophem, de la Croix d'Ogimont, de Meester de Heyndonck, de Meester de Ravestein, de Meester de Betzenbrouck, de Bonneval de la Fare, de Borchgrave d'Altena en de Kerckhove d'Exaerde. De 'Heimolen' was koop 21; de prijs ervan bedroeg 10 000 fr. Bij de windmolen behoorden de percelen in het kadaster gekend onder Sectie G, nrs. 1, 2 en 3, met een totale oppervlakte van 97 a 18 ca.
Zie de categorie Heimolen (Keerbergen) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.