Hymenalia rufipes
Hymenalia rufipes | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Hymenalia rufipes Fabricius, 1792 | |||||||||||||||||||
zijaanzicht | |||||||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||||||
Allecula morio | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Hymenalia rufipes op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
Hymenalia rufipes is een kever behorend tot de familie van de zwartlijven. Hij geeft de voorkeur aan droge, warme steppehabitats, vooral dennenheide.
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
De kevers zijn 8 tot 9 millimeter lang. Haar bruine lichaam is langwerpig ovaal. Het kan soms ook zwart gekleurd zijn. Het heeft geel haar.[1] De dekschilden worden alleen naar binnen en aan het einde doorkruist met vage groeven, de interpunctie is niet in rijen gerangschikt. Antennes en poten zijn rood.
Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]
De kevers vliegen tussen juni en augustus. Ze zijn extreem nachtdieren en worden vaak aangetrokken door kunstmatige lichtbronnen. De larven ontwikkelen zich in rotte takken van loofbomen.
Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]
De soort komt voor in delen van Europa. Het is wijdverbreid in Midden-Europa, maar niet erg gebruikelijk. In het zuiden strekt het verspreidingsgebied zich uit tot Zuid-Frankrijk, Italië en Sardinië, in het noorden tot de Baltische staten (Letland) en Denemarken tot Zuid-Zweden en Zuid-Noorwegen.