Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De parlementsverkiezingen van IJsland werden op 29 oktober 2016 gehouden en gewonnen door de Onafhankelijkheidspartij .
De regerende onahankelijkheidspartij won met 29 procent van de stemmen en kreeg daarmee 21 van de 63 zetels. Tegen de verwachting in werd de Piratenpartij niet de grootste.[1] De premier van IJsland Sigurður Ingi Jóhannsson nam na de tegenvallende uitslag voor zijn Progressieve Partij zijn ontslag.[2]
Kleur
Partij
Partijleider
Stemmen
%
Zetels
Onafhankelijkheidspartij (Sjálfstæðisflokkurinn )
Bjarni Benediktsson
54.990
29,0 (+2,3%)
21 (+2)
Links-Groen (Vinstrihreyfingin - grænt framboð )
Katrín Jakobsdóttir
30.166
15,9 (+5,0%)
10 (+3)
Piratenpartij (Píratar )
Birgitta Jónsdóttir
27.449
14,5 (+9,4%)
10 (+7)
Progressieve Partij (Framsóknarflokkurinn )
Sigurður Ingi Jóhannsson
21.791
11,5 (-12,9%)
8 (-11)
Hervorm (Viðreisn )
Benedikt Jóhannesson
19.870
10,5 (+10,5%)
7 (+7)
Heldere Toekomst (Björt framtíð )
Óttarr Proppé
13.578
7.2 (-1,0%)
4 (-2)
Sociaaldemocratische Alliantie (Samfylkingin )
Oddný G. Harðardóttir
10.893
5.7 (-7,2%)
3 (-6)
Burgerbeweging (Borgarahreyfingin )
Herbert Sveinbjörnsson
6.707
3.5 (+3,5%)
0 (0)
Dageraad (Dögun )
Helga Þórðardóttir
3.275
1,7 (-1,4%)
0 (0)
Volksfront van IJsland (Alþýðufylkingin )
Þorvaldur Þorvaldsson
575
0.3 (+0,2%)
0 (0)
IJsland Nationaal Front (Íslenska þjóðfylkingin
Helgi Helgason
303
0.2 (+0,2%)
0 (0)
Humanistische Partij (Húmanistaflokkurinn )
Júlíus Valdimarsson
33
0.0 (-0,1%)
0 (0)
blanco en ongeldige stemmen
5.574
0
0
Totaal
195.204
100
63
2016
Kiesgerechtigde
246.515
Opkomst
195.200 (79,2%)
Niet verschenen
51.315 (20,8%)
Geldige stemmen
195.204
Ongeldige stemmen
700
Blanco stemmen
4.874
Bronnen, noten en/of referenties