Jean Astruc

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jean Astruc

Jean Astruc (Sauve, 19 maart 1684Parijs, 5 mei 1766) was een bekende Franse arts, de zoon van een bekeerde protestantse dominee. Hij studeerde in Montpellier en werd achtereenvolgens hoogleraar in Toulouse, in Montpellier en in Parijs. De koning van Polen trok hem in 1729 aan als eerste lijfarts, maar hij bleef nog geen jaar aan diens hof en ging in 1730 weer naar Parijs, waar koning Lodewijk XVI hem als hofarts aannam. Ook was hij de privéarts van de romanschrijfster Claudine Guérin de Tencin (1682-1749), en werd tevens haar geliefde.

Astruc volgde het mechanische systeem van Herman Boerhaave. Zijn belangrijkste werken zijn:

  • Mémoires sur la peste de Provence, 1722-1725
  • De morbis renereis (over nierziekten), 1736-1740
  • Traité des Tumeurs (over tumoren), 1759
  • Des Maladies des femmes, 1761- 1765

Ook hield hij zich bezig met de metafysica, en daarover publiceerde hij de volgende werken:

  • De Sensatione (over de waarneming), 1720
  • De Imaginatione (over de verbeelding), 1723
  • Sur l'immortalité, l'immatérialité et la liberté de l'âme, 1755.