Joris Vanhaelewyn

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Joris Maurits Vanhaelewyn (Brugge, 13 juni 1936 – aldaar, 4 februari 2022)[1] was een Belgisch pedagoog en ontwikkelingssamenwerker en een Vlaams dichter.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Hij volgde het secundair onderwijs aan het Koninklijk Atheneum van Brugge en ontving in de retorica 1955-56 de Prijs van de Regering. Hij promoveerde in 1960 aan de Rijksuniversiteit Gent tot licentiaat in de pedagogische wetenschappen.

Zijn beroepsloopbaan omvatte:

  • Rijksuniversiteit Gent, assistent aan het Seminarie en Laboratorium voor Psychologische en Experimentele Pedagogiek (1960-1965). Hij volgde er het postgraduaat specialisatiecyclus voor schoolorganisatie, -directie en -inspectie (1963-64 en 1964-65).
  • Lid van de Rijksexamencommissie voor het toekennen van het pedagogisch diploma aan technisch ingenieurs (1961 tot 1964).
  • In Burundi: inspecteur de psychopédagogie dans les écoles normales (1965-1975), in het kader van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
  • In Rwanda: professeur à l'Institut pédagogique national, in het kader van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (1975-1980).
  • Leraar psychopedagogie aan de Rijksnormaalschool Kortrijk (1980-1982).
  • Belgische ontwikkelingssamenwerking in Kinshasa (1982)
  • Ambtenaar bij het Ministerie van Onderwijs, Brussel (1983-2001).

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

Gedichten[bewerken | brontekst bewerken]

  • Variaties op nul en oneindig, 1962.
  • Gedichten, 1965.
  • Tempelduiven, 1966.
  • Gedichten, 1968.
  • Gedichten, 1972.
  • Tussen steen en beitel, 1975.
  • Lege Nissen, 2008.
  • Belegde Broodjes, 2010.
  • Heidens Huis, 2011
  • Zwaar Weer, 2015.
  • Kille Heuvels, 2018.

Pedagogische teksten[bewerken | brontekst bewerken]

  • Esthetische opvoeding in de tweede graad lager onderwijs, in: De Tekengids, 1961.
  • Literaire analyse van de hoofdgenres uit de kinderlectuur in verband met de psychologie van het kind, in: Jeugdboekengids, 1961.
  • Bezinning en problemen betreffende de esthetische opvoeding in de tweede graad van het lager onderwijs in België, in: Maandblad Nederlandse vereniging voor tekenonderwijs, Den Haag, 1962.
  • Het avonturenverhaal, in: Jeugdboekengids, 1962.
  • Het werkelijkheidsecht verhaal, in: Jeugdboekengids, 1963.
  • Een onderzoek naar de lectuurvoorkeur van de jongens in de derde graad van het lager onderwijs, in: Persoon en Gemeenschap, tijdschrift, 1963.
  • De waarde van het concrete in het onderwijs, in: Persoon en Gemeenschap, tijdschrift, 1966.
  • Beeldende expressie in de tweede graad van het lager onderwijs, in: De Tekengids, 1967.
  • Formele vorming van de expressievakken, in: De Tekengids, 1967.
  • De creativiteit, een inleidende studie, in: Intermensa, maandblad, 1968.
  • Creativiteit nu eens niet esthetisch beschouwd, in: De Tekengids, 1969.
  • Mogelijkheden van de menselijke ziel, in: Intermensa, maandblad, 1969.

Literaire onderscheiding[bewerken | brontekst bewerken]

  • Prijskamp voor de beste roman 1962 van de provincie West-Vlaanderen. Bijzondere onderscheiding voor de ingezonden roman Zonder logica.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Voetnota[bewerken | brontekst bewerken]