Keutelkaalkopje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Keutelkaalkopje
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Strophariaceae
Geslacht:Deconica
Soort
Deconica merdicola
(Huijsman) Noordel. (2009[1])
Synoniemen

Psilocybe merdicola

Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

Het keutelkaalkopje (Deconica merdicola) is een schimmel behorend tot de familie Strophariaceae. Het komt voor in graslanden en hooilanden. Het is een coprofiele saprotroof die op uitwerpselen groeit van paarden en koeien.[2] Vruchtlichamen komen met name voor tussen juni in oktober. Het zelden of nooit op konijnenkeutels.[3]

Determinatie[bewerken | brontekst bewerken]

Hoed

De hoed heeft een diameter tot 4,0 cm en is plakkerig. De hoed is geelbruin van kleur.[3]

Steel

Op de steel bevindt zich een vezelig ringetje.[3]

Sporenprint

De sporenprint is paarszwart.

Sporen

De basidiosporen zijn, ellipsoïde tot langwerpig, met een kiempore en meten 12,7–14,2 × 8,0–10,0.[2]

Gelijkende soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Het keutelkaalkopje lijkt op het geringd mestkaalkopje (Deconica moelleri) en is hiervan te onderscheiden door zijn smallere sporen.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Het keutelkaalkopje is een Europese soort.[4] In Nederland komt deze paddenstoel vrij zeldzaam voor. Het staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.[5]