Leopold Witte

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Leopold Witte
Leopold Witte tijdens de filmpremière van Ventoux (2015)
Algemene informatie
Volledige naam Leopold Witte
Geboren 28 mei 1959
Geboorteplaats Haarlem
Land Vlag van Nederland Nederland
Werk
Jaren actief 1982-heden
Beroep acteur
(en) IMDb-profiel
(mul) TMDb-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Leopold Witte (Haarlem, 28 mei 1959) is een Nederlands acteur. Hij werd vooral bekend door de rol van Evert Lodewijkx in de komische dramaserie Gooische Vrouwen. Witte is een tijd te zien geweest als acteur in het Human-improvisatieprogramma De vloer op. In de eerste jaren presenteerde hij de jongerenversie van dat programma: De vloer op jr.. Daarnaast heeft hij gastrollen in verschillende film- en televisieproducties.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Het grote publiek kent Leopold Witte waarschijnlijk van de komische dramaserie Gooische Vrouwen waarin hij sinds 2005 de rol van Evert Lodewijkx vertolkt, de man van Willemijn (Annet Malherbe). Verder was hij in talloze reclamefilmpjes van energiebedrijf Essent te zien als Meneer van Stee, de man die samen met zijn vrouw en dochters verantwoord met energie omgaat.

Sinds 2000 is hij verbonden aan toneelgezelschap Orkater waarvoor hij samen met acteur Geert Lageveen stukken schrijft. Hiertoe behoren onder meer Conijn van Olland, De Gouden Eeuw, IK en Bloedband, waarin beiden tevens meespelen. Witte en Lageveen reisden van 29 april tot 15 mei 2008 naar Uruzgan ter voorbereiding van hun toneelstuk Kamp Holland, dat vanaf 6 november 2008 werd opgevoerd.[1]

Hij speelt sinds 2012 in toneelgezelschap De verleiders dat zich richt op maatschappij kritische thema's. Ook speelde Witte mee in het Human-programma De vloer op. Hij presenteerde De vloer op jr. Zijn dochter is actrice Dorus Witte, die zijn dochter neerzette in Gooische Vrouwen.

Van november 2016 tot en met maart 2018 was Witte te zien als Carl Dijkma in de televisieserie Nieuwe buren.

Filmografie[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]