Overleg:Wapen van Limburg (België)

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 6 jaar geleden door Wthjmkuiper in het onderwerp Het oude wapen van Limburg

Kan iemand de titel veranderen naar analogie met het wapen van Nederlands-Limburg Wapen van Limburg (België) Vriendelijke groet,Vego (overleg) 26 jul 2011 16:11 (CEST)Reageren

Titelwijziging gebeurd Vego (overleg) 26 jul 2011 16:58 (CEST)Reageren

Het oude wapen van Limburg[brontekst bewerken]

In de prozaroman Een schoone historie van Margarieten van Limborch ende van Heyndric, haren broeder, die veel wonderlike aventuren ghehadt hebben, want Margrieta wert een coninghinne van Armenien, ende Heyndric door sijn grote vromicheyt wert een keyser van Griecken. Ende noch van veel ander kerstenen heeren die sijn mede hulpers waren. Ende van haerder groter victorien die si door Gods hulpe vercreghen teghen die Sarracenen, gedrukt te Antwerpen door Willem Vorsterman, wordt het oude wapen van Limburg als volgt beschreven: Heyndric sprac: “Vader, ic meen dat ic so doen sal datmen achter mi gheen schande spreken en sal noch blame den Lymborchschen lande. Den leeuwe van kele [rood] int velt van parlen [parels] sal ic so suver houwen dat m[en] in nae comende dagen daer af spreken sal.” (Capittel 37). Willem Kuiper (overleg) 5 jun 2017 11:00 (CEST)Reageren

In capittel 63 zegt Margrieta van Limborch tegen haar minnaar, de ridder Etsijtes: Doen seide Margrieta: “Op die voorwaerde dat ghi u beteren sult ende u stellen als een ridder, so ghelove ic u reyne, noyale minne. Op dat ghi u stellen wilt ter aventueren ende aventueren feyten van wapenen, so geef ic u daer die schonen schilt: den leeu van kele int velt van silvere, ghecroont, gheclaeut ende ghetonct van finen goude. Voert dien ter eeren van mi!”

In capittel 64 vraagt de vader van Etsijtes, de graaf van Athene, naar dit schild. Etsijtes beschrijft het als volgt: “Het is eenen rooden leeu, den stert ghespleyt, thooft ghecroont mit goude in een silveren velt.”

In de versroman (ca. 1300, handschrift ca. 1350), waarvan de prozaroman een vrije navertelling is, wordt het wapen van Limborch ook beschreven. Margrieta heeft het zelf voor Echites geborduurd (ed. CD-ROM Middelnederlands):

IV, 460 Ende van Limborch die cusche smale Seide: "jonchere nemt van mi Dese parure; ic wille dat ghi Soe u proeft soe ic an, Want selke draget die liefste man 465 Die ic nie sach op erterike, Van zilvere metten leeuwe rike Van kelen metten sterte ghesplet; Ic wille wel dat ghiit wet Dat ics u van herten an."

En even verderop krijgt de gravin van Athene dit als antwoord:

1900 Die gravinne seide ghereet: / "Wat tekene voert hi, wisti wat?" / "Ja ic vrouwe, ic seggu dat, / Na dien dat ghiit weten wilt; / Van witten zilvre was siin scilt, / 1905 Daer voert in die ridder wert / Van kelen eenen leeu gesplitstert, / Een jonc ridder ende een scone." /

In boek VI wil de keizer van Constantinople weten wie die twee ridders zijn.

275 Doe die keyser dat verstoet / Wert hi blide in sinen moet, / Ende vragede wie die riddren waren. / Die riddre seide: “here twaren / Inne weet niet wel wie si siin, / 280 Maer deen riep na die verstannesse miin, / Limborch! Limborch! dat wetic wale, / Maer niet en wetic welcs es die tale, / Dandre hi drouch sekerlike / Van silvere enen leeu rike / 285 Van kelen enen stert ghesplet; / Inne weet of ghi nu iet wet / Wie die vrome ridders siin.”

Ik laat het aan iemand anders over om deze informatie in het artikel te verwerken. Willem Kuiper (overleg) 5 jun 2017 16:08 (CEST)Reageren