Calabarboon

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Physostigma venenosum)
Calabarboon
Calabarboon
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Orde:Fabales
Familie:Fabaceae (Vlinderbloemenfamilie)
Onderfamilie:Faboideae
Geslacht:Physostigma
Soort
Physostigma venenosum
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Calabarboon op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De calabarboon, wetenschappelijke naam Physostigma venenosum, is het zaad van een peulplant die voorkomt in tropisch Afrika. De boon is zwaar giftig (dodelijk).

Groei[bewerken | brontekst bewerken]

Deze grote kruidachtige vaste plant heeft een stengel die aan de basis een diameter van 5 centimeter heeft. De plant kan tot 15 meter hoog worden. De bloemen, rustend op axillaire steeltjes, zijn groot. Ze hangen gegroepeerd in trossen en hebben een paarsroze kleur. De peulen, die twee of drie bonen bevatten, zijn tussen de 15 en 18 centimeter lang. De bonen, van lengte te vergelijken met de tuinboon maar dikker, hebben een diep chocolade-bruine kleur.

Toxicologisch[bewerken | brontekst bewerken]

De calabarboon is giftig voor de mens en allicht ook andere dieren. Deze bevat van nature fysostigmine. Deze alkaloïde beïnvloedt de communicatie tussen de zenuwen en spieren. Het resulteert in een overvloedige speekselvloed. Controle over de blaas en darmen valt weg alsook over de luchtwegen waardoor de dood kan volgen omwille van verstikking.[1] In Afrika zijn wellicht velen gestorven door het eten van de calabarboon die er nogal onschuldig uitziet. Deze heeft verder geen noemenswaardige vreemde smaak of geur en ziet er eetbaar uit.

De bonen werden voor het eerst geïntroduceerd in Groot-Brittannië in het jaar 1840. In 1863 beschreef Thomas Richard Fraser, een Brits farmacoloog, de fysiologische effecten. Rond 1890 bewees hij dat het antidotum atropine bij snelle toediening een kans op overleving biedt zolang men niet meer dan 3,50 keer de dodelijke hoeveelheid fysostigmine in het lichaam heeft.[2][3]

Historisch gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

De inheemse Afrikaanse bevolking gebruikte de calabarboon om iemands onschuld bij twijfel te bewijzen. Mensen die beschuldigd werden van hekserij of diefstal werden verplicht zulke bonen te eten. Zij die overleefden, werden vrijgesproken.[4]

Externe artikels[bewerken | brontekst bewerken]