Portaal:Harry Potter/Uitgelicht/13

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Bloedzuiverheid is een centraal concept in de Harry Potter-boeken van J.K.Rowling en de wereld van Harry Potter in het algemeen.

Tovenaars of heksen met vier magische grootouders worden beschouwd als zijnde bloedzuiver of volbloed. Zij die één of meerdere dreuzel (niet magische) grootouders hebben worden halfbloed genoemd. Zij die twee dreuzelouders hebben staan bekend als 'dreuzelgeborene' of, pejoratief, modderbloedje.

Rowling heeft verklaard dat de geboorte van tovenaars en heksen in dreuzelfamilies een resultaat is van een heropleving van het 'tovergen'. In sommige gevallen, zoals bij Kasper en Dennis Krauwel, blijken meerdere broers/zussen magische kracht te bezitten. In een ander geval, zoals bij Lily en Petunia Evers, niet. De kinderen van twee tovenaars zullen vrijwel altijd magische kracht erven; de zeldzame gevallen waarvoor dat niet geldt worden snullen genoemd.

Rowling heeft gezegd dat de meeste kinderen uit een tovenaar- of dreuzelgezin magisch zullen zijn. Dit lijkt onmogelijk volgens de wetten van de genetica en de Wetten van Mendel. Als magie het resultaat is van een dominant gen, zijn snullen snel verklaard maar dreuzelgeborenen niet; als het gen recessief is, is het tegenovergestelde waar. De oplossing is dus dat er meerdere genen aan te pas komen bij magie.