Portaal:Oudheid/werkplaats/Aquaeductus Arduennus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De loop van de aquaeductus Arduennus, met aanduiding van het gemiddeld verval (0,387 %).
Kaart: A. Darmochwal, 2004.

Het Aquaeductus Arduennus (letterlijk: "Ardeense aquaduct"), ook wel Eifelaquaduct (Duits: Eifelwasserleitung, Römerkanal of Römische Wasserleitung nach Köln), was een van de langste aquaducten van het Imperium Romanum en is het grootste antieke bouwwerk ten noorden van de Alpen. Dit monument toont de hoge technische kunde van de Romeinse ingenieurs, waarvan het niveau van waterwerken pas in de nieuwe tijd opnieuw zou worden bereikt nadat het in de middeleeuwen was teloor gegaan.

Geschiedenis van de Aquaeductus Arduennus[brontekst bewerken]

Voor de aanleg van de Aquaeductus Arduennus werd de Colonia Claudia Ara Agrippinensium reeds van water voorzien door een ander aquaduct, dat Vorgebirgsleitung of naar enkele van haar takken Bachemer- (?), Gleueler- Burbacher- und Hürther Leitung wordt genoemd, die tussen 1929 en 1953 werd opgegraven. Ze werd voorzien van water uit enkele bronnen en zuivere beken van het heuvelketen Ville ten (zuid)westen van Keulen. Voordat deze beken door de Romeinen werden gekanaliseerd, sijpelden ze weg in het Rijnpuin. Toen de hoeveelheid en de kwaliteit van het water van dit aquaduct niet meer toereikend was om de snel groeiende antieke grootstad van water te voorzien, want hoewel de bronnen in de zomer door de watervasthoudende bruinkoollagen in de Ville een constante wateraanvoer hadden was het water zilt, werd een nieuw aquaduct vanaf de bronnen in de Eifel aangelegd. Het kalkrijke bronwater uit de Eifel was van bijzonder hoge kwaliteit.

De Aquaeductus Arduennus werd omstreeks 80 n.Chr. in de Noord-Eifel uit opus caementicium[1] (een soort van beton) en rondbogen opgetrokken. Hoewel er literaire noch epigrafische bronnen voor zijn, kan men toch met enige zekerheid stellen dat ze werd aangelegd door Romeinse legionairs, omdat deze de enige waren die de benodigde middelen hadden voor de aanleg. Het aquaduct vervoerde water over 95,4 km[2] vanuit de heuvelachtige Eifelregio (gelegen in het huidige Duitsland) naar de Colonia Claudia Ara Agrippinensium (het huidige Keulen) en had een transportcapaciteit van ongeveer 20.000 drinkwater per dag.[3] Indien we de zijlijnen naar andere bronnen meerekenen, komen we op een totale lengte van ongeveer 130 km. De aanleg ervan voorzag voortaan de Colonia Claudia Ara Agrippinensium van water voor haar publieke fontein, thermen en private leidingen. In tegenstelling tot vele andere beroemde Romeinse aquaducten, werd de aquaeductus Arduennus speciaal ontworpen zo weinig mogelijk bovengronds te moeten lopen en het aldus te beschermen tegen beschadiging en bevriezing.

De binnenkant van de Aquaeductus Arduennus aan de Grünen Pütz.

De constructie bevond zich bijna volledig onder de grond en het stromen van het water werd volledig door de zwaartekracht bepaald. Enkele bruggen, waaronder een 1.400 m lange, waren nodig om valleien te overbruggen. Het verloop van het aquaduct toont de vaardigheid van de Romeinen aan in exacte afmeten, begrip van de principes van de fysica en haar praktische uitvoering. Verscheidene onderzoekers vermoeden ook dat de zogenaamde "Eisernen Mann" als fixeerpunt diende.

Het gehele complex bleef tot 260 in bedrijf, maar werd na de eerste plundering en verwoesting van Keulen door de Germanen niet meer terug in gebruik genomen. Na deze verwoestingen werd de snel weer opbloeiende stad door de Duffesbeek, die het oude kanaaltraject volgde, van water voorzien. Daarmee werd de Vorgebirgsleitung quasi terug in gebruik genomen.

Verloop van de Aquaeductus Arduennus[brontekst bewerken]

Architectonische aspecten[brontekst bewerken]

De Romeinse bronconstructies[brontekst bewerken]

Eisen door de Romeinen gesteld aan de kwaliteit van het water[brontekst bewerken]

De bovengrondse delen van de aquaeductus Arduennus[brontekst bewerken]

De Romeinse aquaductbouw[brontekst bewerken]

De kosten voor de bouw[brontekst bewerken]

Romeinse metingstechniek[brontekst bewerken]

De opus caementicium als bouwstof[brontekst bewerken]

Werking[brontekst bewerken]

Waterverdeling in de Colonia Claudia Ara Agrippinensium[brontekst bewerken]

Het hergebruik van de stenen[brontekst bewerken]

Toerisme[brontekst bewerken]

Nalatenschap[brontekst bewerken]

Noten[brontekst bewerken]

  1. D. Kuhlmann, Hochleistungsbeton. Verfahrenstechnische Möglichkeiten zur Qualitätssicherung von Hochleistungsbetonen, Frankfurt am Main, 2006, p. 7.
  2. H-G. Horn, Die Römer in Nordrhein-Westfalen, Stuttgart, 1987, p. 577.
  3. H-G. Horn, Die Römer in Nordrhein-Westfalen, Stuttgart, 1987, p. 184.

Referenties[brontekst bewerken]

  • K. Grewe, Der Römerkanalwanderweg, Düren, 2005. ISBN 3921805163
  • K. Grewe, Atlas der römischen Wasserleitungen nach Köln, Keulen, 1986. ISBN 379270868X
  • W. Haberey, Die römischen Wasserleitungen nach Köln. Die Technik der Wasserversorgung einer antiken Stadt, Bonn, 1972. ISBN 3792701464
  • H-G. Horn, Die Römer in Nordrhein-Westfalen, Stuttgart, 1987. ISBN 3806203121
  • T. Hodge, Roman Aqueducts and Water Supply, Londen, 2002. ISBN 0715631713
  • J.A Holladay, art. Wartburg, in J.M. Jeep (ed.), Medieval Germany: An Encyclopedia, New York, 2001, pp. 800-801. ISBN 0824076443
  • M.J.T. Lewis, Surveying Instruments of Greece and Rome, Cambridge, 2001. ISBN 0521792975
  • R. Pörtner, Mit dem Fahrstuhl in die Römerzeit, Rastatt, 19862 (= 2000). ISBN 381183102X