Portaal:Verkeer & Vervoer/Uitgelicht/22

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verkeerslichten in Nederland

Verkeerslichten, in Nederland officieel Verkeersregelinstallatie (VRI) genoemd, regelen met behulp van lichtsignalen het oprijden van een gelijkvloerse kruising.

Een verkeerslicht heeft doorgaans drie lampen. Van boven naar beneden: rood, geel en groen. Het gele licht wordt vaak als oranje aangeduid. De betekenis is geregeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).

  • Rood: stop.
  • Geel: stop; voor bestuurders die het teken zo dicht genaderd zijn dat stoppen redelijkerwijs niet meer mogelijk is: doorgaan.
  • Groen: doorgaan. (Indien geel knipperlicht in plaats van groen: doorgaan, maar wees aandachtig/voorzichtig.)

In sommige landen brandt het gele licht samen met het rode licht vlak voordat het groen wordt. Dit gebeurt o.a. in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Een knipperend geel licht geeft in België en Nederland aan dat de verkeerslichten buiten gebruik zijn. Als het knipperende gele licht zich echter op de plaats van een groen licht bevindt, dan duidt dit op een gevaarlijke verkeerssituatie, waar je wel mag doorrijden, maar met gematigde snelheid, omdat er kruisend verkeer mogelijk is.

De (toegepaste) wetenschap voor het ontwerp en optimaliseren van verkeerslichten heet verkeersregeltechniek.

Lees verder ]