Republiek der Letteren

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Republiek der Letteren (Latijn: Res publica litteraria) is de virtuele gemeenschap van intellectuelen die bestond in Europa vanaf de zestiende eeuw. Met deze metafoor brachten de Europese geleerden hun onderlinge verbondenheid tot uitdrukking, wars van stand of nationaliteit. De verbondenheid uitte zich in amicale omgang en het delen van onderzoeksuitkomsten (eerst vooral via brieven en onderlinge bezoeken, later ook via boeken en tijdschriften). Latijn was de lingua franca in dit netwerk en nadien ook Frans. Grote bekendheid genoot Pierre Bayle's tijdschrift Nouvelles de la République des Lettres (1684-1687), dat werd uitgegeven in Rotterdam.[1]

De neergang van de Republiek der Letteren was in zekere zin het resultaat van zijn succes: de tijdschriften wekten de interesse van niet-onderzoekers en gingen zich richten op dit ruimere publiek. Ook maakte de voortschrijdende specialisatie dat geleerden het contact verloren met collega's in andere onderzoeksdomeinen. In de 19e eeuw viel de Republiek der Letteren definitief uiteen.

Historiografisch debat[bewerken | brontekst bewerken]

De Republiek der Letteren staat bij sommigen bekend om haar inclusiviteit en toegankelijkheid voor intellectuelen van diverse sociale strata, die vanwege hun sociale positie geen toegang tot reguliere universiteitsposities hadden, zoals vrouwen.[2] Er is, echter, discussie over dit egalitaire karakter. Volgens Geert Somsen werden vrouwen, joden en andere religieuze minderheden routineus uitgesloten.[3]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]