Sinofobie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Anti-Chinese rellen in de Amerikaanse stad Denver in 1880.

Sinofobie is angst (fobie) of haat tegenover China, Chinezen in binnen- en buitenland en/of de Chinese cultuur. Het tegenovergestelde is sinofilie, een aantrekking of voorliefde voor alles Chinees. De hedendaagse sinofobie kwam in het Westen op in de 19e eeuw.

Etymologie[bewerken | brontekst bewerken]

'Sinofobie' is samengesteld uit het Laatlatijnse Sinae (China) en het Griekse φόβος of phóbos (vrees).

Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

Geweld[bewerken | brontekst bewerken]

Politiek[bewerken | brontekst bewerken]

  • Van 1882 tot 1943 legde de Amerikaanse Chinese Exclusion Act een verbod op voor Chinezen om te emigreren naar de Verenigde Staten.
  • Tijdens de coronapandemie in 2020 noemde de Amerikaanse president Donald Trump het coronavirus SARS-CoV-2, dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, meermaals het "Chinese virus." Hij ontkende echter dat deze term racistisch is.[1][2]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]