Vollastuur

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een vollastuur (vaak vollastuur per jaar) is een eenheid voor de effectieve (jaar)opbrengst van een energiebron met een wisselend vermogen (zoals zonnepanelen en windmolens). Het aantal vollasturen kan worden gezien als de tijdsduur waarin de energiebron effectief op vol vermogen energie heeft geproduceerd. Deelt men het aantal vollasturen door het totaal aantal uren in de beschouwde tijdsperiode (in een jaar bijvoorbeeld 8766 uur) dan verkrijgt men de capaciteitsfactor.

Definitie[bewerken | brontekst bewerken]

Het aantal vollasturen van een generator wordt berekend door de (te verwachten) jaarlijkse energieopbrengst (bijvoorbeeld in kWh) delen door het nominale vermogen van de generator (bijvoorbeeld in kW of kWp).

Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Met name voor generatoren van duurzame energie, zoals zonnepanelen en windturbines, kan het nuttig zijn het rendement weer te geven in vollasturen omdat daarmee verschillende technieken met elkaar te vergelijken zijn. Bij generatoren die bijvoorbeeld op fossiele brandstof werken, is de energetische opbrengst alleen afhankelijk van het nominale vermogen en de lengte van de periode dat de generator werkt. Bij windmolens en zonnepanelen is de opbrengst ook afhankelijk van de hoeveelheid wind of zon die in die periode te verwachten is.

In Nederland en België rekent men voor zonnepanelen met gemiddeld 850 vollasturen per jaar (capaciteitsfactor ~10%). Een zonnepaneel van 100 W wekt per jaar dus zo’n 85 kWh op. Een zonnepark met een nominaal vermogen van 10 MW zal op jaarbasis ongeveer 8,5 GWh produceren (zie Lijst van zonne-energie-installaties in Nederland).

Voor windmolens is het aantal vollasturen sterk afhankelijk van de locatie en de grootte van de molen. Voor moderne windmolens in Nederland ligt het aantal vollasturen op ongeveer 2500 per jaar (capaciteitsfactor 20-40%), al kan dit oplopen tot wel 5000 (capaciteitsfactor 40-50%) voor grote windmolens op zee (zie Windturbines in Nederland). In de toekomst verwacht men met nog grotere windmolens een capaciteitsfactor boven de 60% te kunnen halen.

In het Nederlandse Klimaatakkoord uit 2019 wordt gerekend met 854 vollasturen voor zonnepanelen en 3237 vollasturen (capaciteitsfactor ~37%) voor wind op land.[1]

Omrekening[bewerken | brontekst bewerken]

Opzoektabel vollasturen/capaciteitsfactor
Vollasturen per gem. jaar Capaciteitsfactor (%)
0 0,0
500 5,7
1000 11,4
1500 17,1
2000 22,8
2500 28,5
3000 34,2
3500 39,9
4000 45,6
4500 51,3
5000 57,0
5500 62,7
6000 68,4
6500 74,2
7000 79,9
7500 85,6
8000 91,3
8500 97,0
8766 100,0
Opzoektabel capaciteitsfactor/vollasturen
Capaciteitsfactor (%) Vollasturen per gem. jaar
0 0
5 438
10 877
15 1315
20 1753
25 2192
30 2630
35 3068
40 3506
45 3945
50 4383
55 4821
60 5260
65 5698
70 6136
75 6575
80 7013
85 7451
90 7889
95 8328
100 8766