William Lewis (schaker)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
William Lewis

William Lewis (Birmingham, 17871870) was een Engelse schaakspeler en auteur. Het Lewis-tegengambiet is door hem in 1834 bedacht.[1]

Schaakcarrière[bewerken | brontekst bewerken]

William Lewis leerde het schaken van Sarratt (1772-1819), een van de topschakers in Engeland in die tijd.

Lewis was rond 1819 een van de operatoren van de Turk, een zogenaamde schaakmachine.

Met Sarratts overlijden in 1821 werd William Lewis de nieuwe de facto leidende schaker van Engeland. Datzelfde jaar ging hij met John Cochrane (1798-1878) naar Parijs, om krachtsverschillen met de Franse top te meten.[2] Hij speelde onder meer een kleine wedstrijd met Deschapelles (1780-1847). Lewis won (+1 =2), met dien verstande dat Deschapelles met de handicap van een pion en de voorzet speelde.[3]

Tijdens een bezoek van Bourdonnais (1795-1840) aan Engeland in 1825, speelde Lewis zo'n 70 partijen met hem. Een kleine wedstrijd die daaronder viel verloor Lewis (+2-5).

Ondanks niet noemenswaardige prestaties op het bord kreeg Lewis een reputatie welke hij vanaf dat jaar in stand hield door het weigeren van wedstrijden op basis van gelijkwaardige voorwaarden.

In 1825 zette hij een schaakclub op waar hij ook lesgaf. George Walker (1803-1879) en Alexander McDonnell (1798-1835) waren twee van zijn studenten die later gerenommeerde schakers zouden worden. De club werd in 1827 weer opgeheven.

Lewis bedacht het "Lewis-tegengambiet" in 1834 als een agressieve verdediging tegen de Philidor-variatie van de loperspelopening – een populaire opening in zijn tijd.[4] Hoe gedegen ook, het Lewis-tegengambiet zou nooit aan populariteit winnen omdat in dezelfde tijd andere en simpelere verdedigingstechnieken ontwikkeld werden.

Zijn laatste noemenswaardige activiteit op het schaakfront was in 1858 toen hij een van de organisatoren was van de Morphy-Löwenthal-wedstrijd.[1]

Controverses[bewerken | brontekst bewerken]

in 1808 publiceerde Lewis' leermeester Saratt A Treatise on the Game of Chess, waar Lewis aan heeft bijgedragen.[5] Lewis publiceerde in 1822 een sterk verbeterde en uitgebreidde versie hiervan. Dit gebeurde echter in directe concurrentie met de weduwe van Sarratt die het jaar daarvoor al een eveneens verbeterde versie had gepubliceerd. Deze controversiële actie zou te verklaren zijn door jarenlang wrijving tussen Lewis en de Saratt familie.[1] Dat lijkt echter niet te rijmen met de lezing dat Lewis Saratt's student en vriend was.[2]

Terwijl Lewis in de jaren 1820 de de facto nummer één van het Engelse schaken was, leek hij geen noemenswaardige prestaties geleverd te hebben tegen sterke tegenstanders, zoals de Franse schaaktop die toen de schaakwereld beheerste. Er is echter een claim dat als Lewis' tegenstanders niet met handicap gespeeld zouden hebben, Lewis' superieure kennis van de openingstheorie tot uiting gekomen zou zijn, en Lewis derhalve de partijen in zijn voordeel besloten zou hebben.[2]

Het is in dat licht merkwaardig dat hij weigerde partijen op gelijke voorwaarden te spelen tegen sterke tegenstanders. In elk geval verhinderde Lewis' houding niet dat het Bell's Life tijdschrift hem in 1838 beschreef als grootmeester.[1] Daarmee ontstond ook de claim dat Lewis de eerste schaker ooit was die als grootmeester beschreven was.[6][7] Lewis zelf zou echter Philidor (1727-1795) al als grootmeester beschreven hebben.[bron?]

Nalatenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Het "Lewis-tegengambiet" (1.e4, e5; 2.Bc4, Bc5; 3.c3, d5) was door Lewis ontwikkeld als een agressieve verdediging tegen de Philidor variant van de Bischop's opening.[8][9] Lewis schreef hierover een analyse van 21 pagina's. Hoewel dit mogelijk een solide verdediging was zou het maar weinig populariteit genieten omdat in dezelfde tijd andere en simpelere verdedigingsmethodes ontwikkeld werden.[10]

Als auteur was William Lewis bijzonder productief. Hij analyseerde en beschreef de openingen van die tijd en gold dan ook als een meester van de openingstheorie. Hij voegde het beste van Philidor en de Italiaanse school samen tot wat bekend werd als de Lewis ofwel Engelse schaakschool. Paul Morphy zou halverwege de negentiende eeuw de belangrijkste representant van deze theorie worden.[11]

Door omstandigheden schreef Lewis in de loop van de jaren in toenemende isolatie van de praktijk, met als gevolg dat hij de laatste ontwikkelingen (zoals het positionele spel) niet meenam in zijn werk. Hierdoor was zijn laatste monumentale werk zijn praktische relevantie al kwijt toen het in 1844 gepubliceerd werd.

Lewis' werken waren gerespecteerd, maar hij behoorde inmiddels tot de beste van de laatste schrijvers van het oude schaken en niet tot de nieuwe generatie schrijvers van het moderne schaken, welke in de loop van de negentiende eeuw vorm begon te krijgen.[1]

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

  • Partijen van William Lewis zijn interactief door te spelen op chessgames.com
  • Meer over William Lewis op de Engelstalige Wikipedia pagina William Lewis
  • Meer over het Lewis-tegengambiet op de Engelstalige Wikipedia pagina Bishop's Opening.