Jacobus Albertus Coldeweij
| Jacobus Albertus Coldeweij | ||||
|---|---|---|---|---|
| Persoonlijke informatie | ||||
| Geboren | 7 december 1846 | |||
| Geboorteplaats | Borculo | |||
| Overleden | 6 augustus 1903 | |||
| Overlijdensplaats | Arnhem | |||
| Bedrijf | Jb Bussink | |||
| ||||
Jacobus Albertus (Koo) Coldeweij (Borculo, 7 december 1846, Arnhem, 6 augustus 1903) was een bakker. Hij heeft echter ook een operette op zijn naam staan.
Hij werd geboren binnen het gezin van predikant Samuel Henricus Coldeweij en Jannetjen/Jannetien Bussink. Broer Johan Hendrik Coldeweij werd later burgemeester van Blokzijl en Maurik.
In 1871 kwam Coldeweij te werken in de bakkerijfabriek voor Deventer koek van zijn oom Jacob Bussink (Jb Bussink). In 1874 nam hij de fabriek over en specialiseerde zich in Deventer koek. Door overname van een concurrent groeide de firma Jb. Bussink’s & A.P. Pieterman’s Deventer Koekfabrieken verder. Enkele zonen van hem komen nog tijdens zijn leven in de fabrieken werken, die de fabricage van ontbijtkoek ter hand nemen. Hij was tevens betrokken bij de plaatselijk rijwielclub Immer Weiter en de plaatselijke muziekschool (commissielid).
Hij schreef de muziek van operette Marijke van Scheveningen, dat vanaf 1881 talloze keren in heel Nederland is uitgevoerd. Librettist van Hubertus ter Haar, die enige tijd docent was in Deventer. Ook Smeeklied van het boerenvolk is van zijn hand, maar dat bleef beperkt uitgevoerd. Hij was beschermheer van zangvereniging Euterpe in Deventer.
| Bronnen, noten en/of referenties
|