Naar inhoud springen

Boeddhisme in Mongolië

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door JurriaanH (overleg | bijdragen) op 21 nov 2011 om 19:43. (Wijzigingen door 82.173.72.197 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Davin)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Een Mongoolse khata (haddak)

Het boeddhisme in Mongolië is een religie die voornamelijk wordt gepraktiseerd in de gelugtraditie van het lamaïsme.

Geschiedenis

Tot en met de 13e eeuw was er in beperkte mate sprake van georganiseerd boeddhisme in Mongolië.[1]

Patroon-priesterrelatie

Sakya Pandita

Een belangrijke wending kreeg het boeddhisme in het Mongoolse Rijk toen Sakya Pandita en zijn neef Phagspa op uitnodiging van Godan Khan naar Mongolië afreisden. Sakya Pandita begon hier het Tibetaans boeddhisme (sakyatraditie) te verbreiden. Hij was in feite de eerste die gestalte gaf aan een patroon-priesterrelatie tussen een vorst en een Tibetaans boeddhistisch geestelijke.

Phagspa

Koeblai Khan, grootkan en de eerste keizer (1279-1294) van de Yuan-dynastie, was de eerste die alle filosofieën uit zijn rijk liet vertegenwoordigen op zijn hof. Phagspa werd als keizerlijk leermeester heel invloedrijk aan zijn hof.[1] Na de val (1368) van de Yuan-dynastie keerden de meeste Mongoolse stammen naar hun kerngebied terug.

In 1578 liet Altan Khan, een Mongoolse heerser van de Tümed-stam, zich bekeren tot het boeddhisme en verleende hij Sönam Gyatso uit de gelugtraditie de eretitel dalai lama; als derde, de eerste twee werden deze titel postuum verleend. Tijdens het bewind van Altan Khan bekkeerden zich veel Mongolen en vertrokken veel mannen naar kloosters in plaats van zich aan te sluiten bij het leger. China, dat veel te lijden had gehad onder de eeuwendurende Mongoolse aanvallen, stimuleerde dit proces door de bouw van meerdere kloosters in Mongolië te financieren.[1]

Communisme

In 1924 werd Chorloin Tsjoibalsan opperbevelhebber van het communistische Mongoolse leger. Hij en zijn aanhangers zorgden ervoor dat tegen 1937 het boeddhisme in Mongolië bijna van de kaart was verdwenen. Honderden kloosters werden vernietigd en tienduizenden monniken werden vermoord of naar Siberische werkkampen gestuurd.[1]

Na 1990

Gandan-klooster

Na Michail Gorbatsjovs opkomst in het Kremlin en diens perestrojka trachtte de staatsleiding in Mongolië om meer democratisering in te voeren. In 1989 werd Mongolië officieel een meerpartijenstaat.

In 1990 werd de vrijheid van religie in de grondwet vastgelegd. Het boeddhisme herstelde zich echter niet meer in de oude glorie, gezien de rituelen door veel mensen niet meer begrepen werden. Boeddhisten zijn niettemin invloedrijk op het gebied van het onnodig doden van dieren en milieubescherming.[1]

In 2011 hing volgens officiële statistieken 50% van de 3,1 miljoen inwoners het boeddhisme aan.[2]

Jabzandamba

Zanabazar

De spiritueel leider in het Mongools boeddhisme is de Jabzandamba. Zanabazar (1635-1723) was de eerste tulku in deze linie.

Nadat de achtste Jabzandamba in 1924 was overleden, weigerde het nieuw gevormde communistische regiem om in de toekomst nog nieuwe Jabzandamba's te erkennen. Het gevolg hiervan was dat de Jampäl Namdröl Chökyi Gyaltsen als negende Jabzandamba, geboren in Lhasa (Tibet) in 1932, niet naar Mongolië is vertrokken. In 1961 emigreerde hij naar Dharamsala in India.[1]

In 1999 reisde hij voor het eerst naar Mongolië, op basis van een toeristenvisum uit Moskou. Hij verbracht zestig dagen in het land en bezocht verschillende kloosters.[1] Zijn bezoek hield hij niettemin geheim en vond plaats op hetzelfde moment als de Chinese partijleider Jiang Zemin het land bezocht.[3]

In het najaar van 2009 werd hem alsnog het Mongoolse staatsburgerschap toegekend en een jaar later bezocht hij het land nogmaals gedurende twee maanden. Hij bleef niet in Mongolië maar keerde nadien weer terug naar Dharamsala.[3] )

  1. Zanabazar (1635-1723)
  2. Losang Tenbey Drönmey (1724-1757)
  3. Yeshe Tenbey Nyima (1758-1773)
  4. Losang Tupten Wongchuk (1775-1813)
  5. Losang Tsultrim Jikmey (1815-1842)
  6. Losang Palden Tenpa (1842-1847?)
  7. Ngawang Chökyi Wongchuk Trinley Gyatsho (1850-1868)
  8. Ngawang Losang Chökyi Nyima Tenzin Wongchuk (1870-1924)
  9. Jampäl Namdröl Chökyi Gyaltsen (1932-)

Boeddhistische kunst

Bestand:Gandan Monastery 35.JPG
Beeld van Chenrezig (Avalokitesvara)

Een belangrijk stimulator van het herstel van de verwoestingen van de boeddhistische kunst in Mongolië is Ganchoegiyn Poerevbat. Hij herbouwde het klooster Gandan in de hoofdstad Ulaanbaatar dat in 1937 verwoest was. Hij richtte daarnaast het Mongools Instituut van Boeddhistische Kunst op.[4][5]

Met het Zanabazar Mongools Instituut organiseert hij met regelmaat tentoonstellingen over schilderkunst, beeldhouwkunst, appliqué, architectuur en dans. Daarnaast richtte hij een school op om kunstenaars en kunstdocenten in deze artistieke vakken te onderwijzen. Het Zanabazar Mongools Instituut documenteert verder historische vindplaatsen, organiseert restauraties en herintroduceert festivals die door toedoen van het Mongoolse regiem in de 20e eeuw waren verdwenen.[4]

Zie de categorie boeddhisme in Mongolië van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

[bron?]

  1. a b c d e f g (en) Kohn, Michael (2008) Mongolia, ISBN 978-1741045789, pag 36-37, 161
  2. (en) CIA, Mongolia, The World Factbook
  3. a b (en) News English (13 september 2010) Ninth Bogd receives Mongolian citizenship
  4. a b (nl) Prins Claus Fonds (2008) Ganchoegiyn Poerevbat
  5. (en) Gonschior, Thomas (2004) Buddha's Painter, A Renaissance of Mongolian Art, onlinefilm over het Poerevbat en zijn volgelingen