8e Legerkorps (Wehrmacht)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf 8e Legerkorps (Duitsland))
8e Legerkorps
Insigne 8e Legerkorps
Oprichting Oktober 1934
Ontbinding 8 mei 1945
Land Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Krijgsmacht-
onderdeel
Heer
Onderdeel van Wehrmacht
Type Legerkorps
Veldslagen Tweede Wereldoorlog
Commandanten zie commandanten

Duitse 8e Legerkorps (Duits: 8. Armeekorps) was een Duits legerkorps van de Wehrmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Krijgsgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het 8e legerkorps werd gevormd in oktober 1934 uit de Reichswehr. Het korps nam deel aan de bezetting van Sudetenland in maart 1938 en de inval in Tsjecho-Slowakije in mei 1939.

Poolse campagne[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de aanval op Polen vormde het 8ste korps de linkervleugel van het 14e Leger. Bestaande uit één pantserdivisie, drie infanteriedivisies en het gemotoriseerde SS-regiment Germania was dit korps het sterkste onderdeel van het 14e Leger. Op 1 september 1939 staken de divisies ten zuiden van Gleiwitz de grens over, braken door de Poolse verdediging ten zuiden van Katowice en bereikten Debica. Het korps trok verder naar het oosten, stak de San over en zwenkte naar het noordoosten om de Poolse troepen bij Zamosc te omsingelen. Nabij Tomaszów Lubelski kwam het tot hevige gevechten, toen Poolse troepen naar het zuiden probeerden uit te breken. Het korps hield stand en op 26 september capituleerden de Polen.

Aanval op de Lage Landen[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Poolse Veldtocht verplaatste het korps zich naar de Eifel. Tijdens de inval in België vormden de vier infanteriedivisies van het 8e Korps de noordelijke vleugel van het 4e Leger. Ze rukten op in het spoor van het 15e Gemotoriseerde Korps. Ze staken de Maas over ten zuiden van Namen, volgden de tanks naar het westen en vochten bij Arras en de Leie tegen Britse eenheden. Bij het begin van de Slag om Frankrijk vormde het korps de reserve van Legergroep B, maar het werd niet ingezet. Na de capitulatie werd het korps nabij Le Havre gelegerd. Als deel van het 9e Leger zou het korps deelnemen aan de invasie van Engeland. Na de annulatie van operatie Seelöwe werd het korps samen met de rest van het 9de leger in mei 1941 naar Oost-Pruisen verplaatst.

Operatie Barbarossa[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens Operatie Barbarossa, de inval in de Sovjet-Unie, telde het 8ste korps drie infanteriedivisies. Op 22 juni 1941 stak het korps de Memel over, veroverde Grodno en vormde de noordelijke arm van de omsingeling bij Minsk. Bij Smolensk viel het korps de westelijke rand van de omsingeling aan en het kwam tot hevige gevechten. De omsingelde Sovjets boden zware weerstand en de Duitsers moesten dorp na dorp veroveren. Na de capitulatie van de omsingelde Sovjetlegers hergroepeerden de divisies zich ten noorden van Smolensk, waar ze in augustus een tegenaanval afsloegen. Daarna nam het korps deel aan de slag bij Vzjama, maar in november 1941 werd het 8ste korps uit de frontlijn teruggetrokken. Het werd overgeplaatst als bezettingsmacht naar Frankrijk.

In maart 1942 werd het 8e Korps, bestaande uit drie divisies, terug naar het oostfront verplaatst. Het korps kwam onder bevel van het 6e Leger. Tijdens de Tweede Slag om Charkov verdedigde het korps de zuidelijke toegangswegen naar de stad. Nadat het Sovjetoffensief was afgeslagen, lanceerde het 6e Leger zijn offensief in de richting van Stalingrad. In november 1942 bevond het korps zich in de Don-bocht en verdedigde de linkerflank van het 6e Leger. Tijdens de Slag om Stalingrad werd het korps omsingeld en vernietigd.

In maart 1943 werd zuidelijk van Staraja Roessa de daar als deel van het 10e Legerkorps opererende Gruppe Höhne omgedoopt in Korps z.b.V. Höhne (Generalkommando z.b.V. Höhne). Op 20 juli 1943 werd de naam veranderd in 8e Korps. Het bleef een deel van het 16e Leger. Tijdens het Leningrad-Novgorod offensief was het korps gedwongen om zich terug te trekken naar stellingen ten noorden van Pusthoska. Op 3 maart 1944 ging het 6de gardeleger in de aanval. Gedurende zes dagen hielden de Duitsers stand, maar op 9 maart begon de terugtocht. Het hoofdkwartier van het korps werd vervolgens verplaatst naar het 2e Leger, waar het verantwoordelijk werd voor de verdediging van de zuidelijke toegangsweg naar Brest.

Voor de verdediging van de frontlijn tussen Samary, aan de rand van Pripjat moerassen, en Dubecne, aan de Westelijke Boeg, kreeg het de beschikking over de 211e Infanteriedivisie, de 5e Lichte Divisie de en de 12e Hongaarse Divisie. Na de start van operatie Bagration werd het korps overgedragen naar het 4de pantserleger. Op 18 juli begon het Lublin-Brest offensief van het 1e Wit-Russische Front. Twee legers vielen de posities van het 8e Korps aan. De Hongaren sloegen op de vlucht en de Duitse verdedigers werden onder de voet gelopen. Het korps beschikte niet over reserves om de bres te dichten. De verbinding tussen het 2de leger en 4de pantserleger werd verbroken. Op 28 juli viel Brest in handen van de Sovjets.

In november 1944 lag het korps ten zuiden van Warschau. De drie verzwakte divisies vormden het centrum van het 9e Leger en ze moesten verhinderen dat de Sovjet uit het bruggenhoofd van Magnuszew braken. Op 14 januari begon het Weichsel-Oderoffensief. Reeds op de eerste dag van de aanval stortte de Duitse verdediging ineen. De eenheden van het korps vluchtten naar het westen en uiteindelijk hergroepeerden ze zich rond Oppeln, ten zuiden van Breslau. In februari 1945 lanceerden de Sovjets het Neder-Silezische offensief en verdreven de Duitsers. In maart 1945 stabiliseerde het front zich op de linkeroever van de Neisse. Op 8 mei 1945 capituleerde het 8e Korps ten oosten van Praag.

Commandanten[bewerken | brontekst bewerken]

Rang Naam Begin Eind
Generaal der Cavalerie Ewald von Kleist 21 mei 1935 3 februari 1938
Generaal der Infanterie Ernst Busch 4 februari 1938 25 oktober 1939
Generaal der Infanterie Walter Heitz 26 oktober 1939 31 januari 1943
Generaal der Infanterie Gustav Höhne 20 juli 1943 30 maart 1944
Luitenant-generaal Johannes Block 1 april 1944 14 april 1944
Luitenant-generaal Ernst Schlemmer 15 april 1944 11 mei 1944
Generaal der Infanterie Gustav Höhne 12 mei 1944 9 september 1944
Generaal der Artillerie Walter Hartmann 10 september 1944 19 maart 1945
Generaal der Infanterie Friedrich Wiese 20 maart 1945 18 april 1945
Generaal der Artillerie Horst von Mellenthin 19 april 1945 8 mei 1945

Gedurende het ziekteverlof van generaal Gustav Höhne voerden luitenant-generaal Johannes Block en daarna luitenant-generaal Ernst Schlemmer tijdelijk het bevel.

Stafchefs van het 8e Legerkorps[bewerken | brontekst bewerken]

Rang Naam Begin Eind Opmerking
Oberst i.G. Curt Bernard 15 maart 1935[1] 15 oktober 1935
Generalmajor Erich Marcks 15 oktober 1935[2] 5 november 1939
Oberst i.G. Bernhard Steinmetz 5 november 1939 1 november 1942
Oberstleutnant i.G. Ulrich 1 november 1942 10 december 1942
Oberst i.G. Friedrich Schildknecht 10 december 1942 Januari 1943
Oberst i.G. Eberhardt von Schönfeldt 12 september 1943 September 1944
Oberst i.G. Hans-Adolf von Blumröder 20 september 1944 Mei 1945
SS-Brigadeführer en Generalmajor in de Waffen-SS Berthold Maack April 1945[3] 8 mei 1945[3] mit der Wahrnehmung der Geschäfte beauftragt (m.d.W.d.G.b.)
(vrije vertaling: met de waarneming van de functie belast)[3]