Amel-Marduk
Uiterlijk
Amel-Marduk, zoon en opvolger van Nebukadnezar II, was van 562 tot 560 v.Chr. koning van Babylon. Amel-Marduk werd vermoord door zijn zwager Neriglissar, die hem opvolgde als koning van Babylon.
In de Hebreeuwse Bijbel wordt Amel-Marduk Ewil-Merodach genoemd. Volgens 2 Koningen liet hij ter gelegenheid van zijn troonsbestijging Jojachin vrij, de afgezette koning van het koninkrijk Juda. Amel-Marduk gaf hem na zevenendertig jaar gevangenschap voorrechten boven andere koningen die aan het hof in Babylonische ballingschap leefden.[1]
Bronnen:
- Michael Roaf (1996): Cultural atlas of Mesopotamia and the Ancient Near East, London. ISBN 0816022186
- ↑ 2 Koningen 25: 27–30