Balpenaffaire
Balpenaffaire | ||
---|---|---|
Plaats | Leiden | |
Datum | 25 mei 1991 | |
Wapen(s) | balpen | |
Doden | 1 |
De balpenmoord (of balpenaffaire) is de naam van een Nederlandse moordzaak uit 1991, waarbij in de Leidse Witte Rozenstraat een vrouw van 53 jaar om het leven kwam.
Bij autopsie werd geconstateerd dat een balpen via de rechteroogkas in haar schedelholte was gedrongen. De pen was van buitenaf niet zichtbaar meer. Door de verwoestende werking van de pen in de hersenen was de dood waarschijnlijk direct ingetreden.
Justitie en de verdediging verschilden echter van mening over de wijze waarop de pen in de hersenen terecht was gekomen.
- Justitie geloofde in een moord, waarbij de pen met een kruisboog zou zijn afgeschoten.
- De verdediging, de pers en een aantal deskundigen koesterden de opvatting dat het slachtoffer met de pen in de hand op een ongelukkige wijze was komen te vallen.
In 1995 werd de zoon van de vrouw aangehouden, omdat hij een psychotherapeute verteld zou hebben dat hij met een kruisboog zou hebben geschoten. De zoon werd veroordeeld wegens moord. In hoger beroep werd hij vrijgesproken, omdat uit schiet- en valproeven zou zijn gebleken, dat de balpen niet door een kruisboog kon zijn afgeschoten en dat er dus sprake moest zijn van een valtrauma.
In een latere studie[1] over deze zaak betoogde de auteur dat een valtrauma onwaarschijnlijk is en dat de schietproeven niet op een juiste manier zijn uitgevoerd. Hij deelde de conclusie van de officier van justitie, dat een val onwaarschijnlijk is, hetgeen echter, volgens de auteur, niet wil zeggen, dat er per se sprake zou zijn van opzet. Met zijn constateringen is niets meer gedaan. Zijn standpunt stond overigens lijnrecht tegenover dat van twee oogchirurgen van wie er een proeven heeft gedaan, wetenschappers die proeven met varkenskoppen hebben gedaan, en het forensisch instituut zelf dat in opdracht van het Hof de beide scenario's, te weten een val respectievelijk een kruisboog, heeft onderzocht. In het tv-programma Doden liegen niet onderzocht forensisch patholoog Frank van de Goot de drie scenario's proefondervindelijk, waaruit naar voren kwam dat de kruisboog het meest plausibel was, omdat bij een val de balpen niet helemaal in de schedel zal doordringen.[2] Juridisch gezien kan de vrijgesproken ex-verdachte overigens niet opnieuw vervolgd worden op grond van het ne bis in idem-beginsel.
- ↑ Duinen, M.T.A. van (2000) The transorbital intracranial penetrating injury: a review of the literature from a neurosurgical viewpoint. Dordrecht: Kluwer Academic Publishers, ISBN 0-7923-5915-1
- ↑ Doden liegen niet, september 2017