Bard Cottage Cemetery

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Wernervc (overleg | bijdragen) op 12 nov 2019 om 13:18.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Bard Cottage Cemetery
Stone of Remembrance
Bouwjaar 1915
Locatie Boezinge, Vlag van België België
Totaal begraven 1.643
Ongeïdentificeerd 40
Type Militaire begraafplaats
Verantwoordelijke Commonwealth War Graves Commission
Ontwerper Reginald Blomfield

Bard Cottage Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgische dorp Boezinge, een deelgemeente van Ieper. De begraafplaats werd ontworpen door Reginald Blomfield en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Ze ligt meer dan twee kilometer ten zuiden van het dorpscentrum van Boezinge langs de weg van Ieper naar Diksmuide (N369) nabij het Ieperleekanaal. Het terrein heeft een nagenoeg rechthoekig grondplan met een oppervlakte van ongeveer 5.455 m² en wordt begrensd door een betonnen boordsteen. Vooraan staat de Stone of Remembrance tussen twee toegangsgebouwen en achteraan staat het Cross of Sacrifice.

Er worden 1.643 doden herdacht van wie er 40 niet geïdentificeerd konden worden.

Geschiedenis

Boezinge lag het grootste deel van de oorlog in het door de geallieerden bezet gebied, vlak tegenover de Duitse linies aan de overkant van het Ieperleekanaal tussen Ieper en de IJzer. Tussen de huidige begraafplaats en het kanaal lag een boerderij die men "Bard Cottage" noemde, vlak bij een brug die men "Bard's Causeway" noemde. Men legde er een begraafplaats aan die werd gebruikt van juni 1915 tot oktober 1918. Na de oorlog werd de begraafplaats nog uitgebreid met 46 graven uit de slagvelden in de omgeving, waaronder 32 graven van de ontruimde Marengo Farm Cemetery, dat een paar honderd meter zuidelijker lag.

Er liggen 1622 Britten, 15 Canadezen, 2 Zuid-Afrikanen en 4 Duitsers (waarvan 1 niet geïdentificeerde) begraven. Drie Britse militairen worden met Special Memorials[1] herdacht omdat hun graven niet meer gelokaliseerd konden worden en men neemt aan dat ze onder naamloze grafzerken liggen.

In 2009 werd de begraafplaats als monument beschermd.[2]

Graven

Onderscheiden militairen

  • Alfred Garnett Horsfall, luitenant-kolonel bij het Duke of Wellington's (West Riding Regiment) en Charles Gamble Bishop, majoor bij de Royal Engineers werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
  • de majoors Matthew Hodgart, John McMurtrie en Ernest Cole Fleming, de kapiteins Walter Stanley Gimson en Francis Harold Lewin, luitenant Robert LLoyd Peel, de onderluitenants Donald MacLeod en Arthur Frederick Hastings Kelk en kapelaan Walter Charles Wilks werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
  • sergeant William Coleman en kanonnier James Fraser werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
  • er zijn nog 13 militairen die de Military Medal hebben ontvangen waaronder korporaal Archibald Mackenzie tweemaal (achter zijn naam staat de toevoeging MM and Bar).

Minderjarige militairen

  • Harry Manders, soldaat bij de King's Shropshire Light Infantry was 16 jaar toen hij op 22 januari 1916 sneuvelde.
  • kanonnier George Harper van de Royal Garrison Artillery en de soldaten Richard Ashton van het Monmouthshire Regiment, William John Martin van het Newfoundland Regiment en William Mulcahy van het Welsh Regiment waren 17 jaar toen ze sneuvelden.

Aliassen

  • soldaat Walter Petcher diende onder het alias W. King bij de Grenadier Guards.
  • soldaat Joseph Albert Hanlon diende onder het alias J.A. Farrow bij het Welsh Regiment.
  • soldaat William Watt diende onder het alias G. Robertson bij de Seaforth Highlanders.
  • soldaat P. Pritchard diende onder het alias P. Richards bij het Welsh Regiment

Externe links

Zie de categorie Bard Cottage Cemetery van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.